Het verhaal van de erfenis

MARINUS was de zoon van een beroemden professor en, zoals het meer gaat met beroemde mensen, hij liet wel veel eer na, maar weinig geld. Daardoor kwam het, dat zijn zoon wel nog zijn studies voor advocaat kon doorzetten, doch dat hem geen geld overbleef om feesten aan te richten of zich fijne en kostbare kleren aan te schaffen. Tot er op een dag een heer bij hem aanbelde met een hoge hoed op en een aktetas onder zijn arm. "Woont hier een zekere, Martijn Klavervier?" vroeg die. "Ja, dat ben ik," zei de student. "Dan moet ik u zeggen, dat uw oud-oom van moeders kant enige weken geleden in Amerika overleden is en u als eenigen erfgenaam benoemd heeft." "Dan zal het nog maar de vraag zijn of hij me centen of schulden nalaat," sprak Martijn slim, zoals het een toekomstigen advocaat past. "Hij laat u ruim 100.000 gulden na, doch heeft er een bepaling bij gemaakt." "En die is... dat u van elke onnodige uitgave een dubbeltje per gulden aan mij moet afstaan. Als u het daarmee eens bent, kan ik u onmiddellijk het geld ter hand_stellen.". "Natuurlijk ben ik het daarmee eens," zei Martijn en zette zijn handtekening onder het document.

de erfenis De notaris telde hem nu het geld uit in bankjes van honderd en vijfhonderd en verliet Martijn na een veelbetekenend: tot weerziens. De student bracht de grootste helft van het geld op de bank en nog dezelfde avond bestelde hij een fijne maaltijd, waarbij hij al zijn vrienden verzocht. Er werd veel gegeten en nog meer gedronken, zodat Martijn niet eens zo heel stevig meer op zijn benen stond, toen hij na afloop van het feest den notaris tegenkwam. "U bent mij drieƫnzeventig dubbeltjes schuldig," zei de notaris droog. "Wat? Is eten soms een onnodige uitgave?" "Eten niet, maar wel te veel eten en meer drinken dan men verdragen kan." Hij heeft gelijk en ten slotte is het niet zo veel, dacht Martijn, terwijl hij betaalde. De volgende dag ging de student naar een kleermakeren liet zich een jas aanmeten. De kleermaker, in de mening, dat de jongeman een stevige, warme winterjas verlangde, liet hem donkere wollen stof zien. "0, neen" zei Martijn, "ik wil een lichte mantel hebben van het fijnste laken, geheel gevoerd met sabelbont en versierd met echt gouden knopen."

De kleermaker vond het natuurlijk best. Hij maakte de mantel en liet Martijn er flink voor betalen. Dezelfde avond kwam de notaris om zijn dubbeltjes. Martijn kocht 'n groot huis met wel twaalf kamers, meubels van ingelegd palissanderhout, schilderijen met brede, vergulde lijsten en leuningstoelen met rood damast. Na elke aankoop kwam de notaris om dubbeltjes. Martijn was er al zo aan gewend geraakt dat hij zich al niet eens meer afvroeg, of zijn inkopen overbodig waren of niet. Toen hij in 't grote huis woonde, studeerde hij niet meer maar deed de hele dag niets anders dan eten, drinken, zicht tooien en wandelen. Elke avond nodigde hij vrienden, waarmee hij tot laat ia de nacht kaartspeelde en dobbelde. Slechts een enkele keer won hij enkele dubbeltjes, doch meestal verloor hij niet zo'n klein beetje. Het is dus te begrijpen, dat zijn geld aardig begon te slinken. En nog steeds kwam die vervelende notaris om zijn dubbeltjes.

Na een poosje kreeg hij bericht van de bank, dat zijn kapitaal geheel verteerd was. Geheel van streek liep Martijn naar den notaris. "lk heb geen geld meer. Alles is op," zei hij hopeloos. "Wat moet ik beginnen?" "Verkoop je huis en je meubels" zei de notaris, "en betaal je schulden. Als je daarna weer bij mij komt, zal ik je een som geld geven, groot genoeg om in een eenvoudig huisje te wonen en je studie voort te zetten." "0, wat bent u goed, mijnheer de notaris!" riep Martijn. "Geen vleitaal, asjeblieft," sprak deze. "Al de dubbeltjes, die je me bij je onnodige uitgaven hebt afgestaan, heb ik voor je opgespaard en die geef ik je nu terug om opnieuw te beginnen. Ik hoop, dat je hebt ingezien, dat bijna al je uitgaven overbodig waren. Een mens heeft genoeg aan datgene, wat hij voor zijn noodzakelijk levensonderhoud nodig heeft." Martijn deed, wat de notaris hem gezegd had. Hij onthield de les en leefde voortaan als een eenvoudig en tevreden man. (CEDA).


Bron

geschikt voor Roomse kinderen Tijdschriften speciaal voor de jeugd zijn er al sinds begin van de vorige eeuw. Van mijn vader kreeg ik ooit een set weekbladen genaamd "weekblad voor de Rooms jeugd" uit 1940. De tijdschriften waren gedrukt op het goedkope papier wat men in de tweede wereldoorlog gebruikte en de tijdschriften vielen af en toe bijna uit elkaar. Met een beetje zorg heb ik de bladen wat hersteld en in een ringband map gedaan. Als kind las ik de verhalen van de kabouters Jaap, Joop en Joep en Jan Jokkebrok. Ook stonden er strips in als "12 ambachten, dertien ongelukken" en mooie verhalen uit Nederlands Indiƫ. Sommige verhalen heb ik mijn kinderen zelfs nog voorgelezen maar in die tijd had men nog niet zo'n medelijden met de tere kinderzieltjes en van sommige verhalen konden de kinderen echt niet slapen. Op dit deel van de site wil ik een deel van dit materiaal in digitale vorm opslaan voor de toekomstige generaties. Dit zal ik proberen zoveel mogelijk in de vorm van teksten te doen maar ook zal ik proberen de oorspronkelijke afbeeldingen en zelf de advertenties te scannen en op te slaan. Ik wens u veel leesplezier en hoop dat alles wat ik hier neerzet ondertussen rechtenvrij is. Vriendelijke groet, Hein Pragt

Last update: 05-11-2022


Disclaimer: Hoewel de heer Pragt de informatie beschikbaar op deze site met grote zorg samenstelt, sluit hij alle aansprakelijkheid uit. Op de artikelen van de heer Pragt rust auteursrecht, overname van tekst en afbeeldingen is uitsluitend toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming. Heinpragt.com is ingeschreven bij de KvK onder nummer: 73839426 en is gevestigd in Veenendaal.  Lees hier de privacyverklaring van deze site. Voor informatie over adverteren op deze site kunt u contact opnemen met: (heinpragt@outlook.com).