Inspirerende verhalen (3)

Op deze pagina staan diverse korte inspirerende verhalen met een moraal en levenswijsheden die mij persoonlijk aanspreken. Deze vaak leerzame verhalen worden vaak gebruikt om een verhaal dat speelt in deze tijd kracht bij te zetten of een standpunt of levenswijsheid te illustreren in een speech of presentatie. Een ander woord voor dit soort korte verhalen is een parabel (Grieks voor “vergelijking”) waarbij het ook om een kort verhaal gaat, gewoonlijk gesitueerd in het dagelijks leven, dat dient om een religieus, moreel of filosofisch idee te illustreren. Met vriendelijke groet, Hein Pragt

De fabel van de drie broeders.

(Naar een lied van Fons Jansen)

Er waren eens drie broers die samen door de wereld trokken. Het waren vrijheid, gelijkheid en broederschap. De vrijheid was het rijkst en op een dag merkte gelijkheid dit op. Hij zei “omdat jij rijk bent en ik niet zijn we niet meer gelijk”. De vrijheid vond dat gelijkheid zich maar aan hem moest aanpassen. Maar gelijkheid zei “ik wil niet zijn zoals jij, als we niet gelijk kunnen zijn dan liever niet meer vrij”. De broers kregen grote ruzie en besloten om uit elkaar te gaan. De vrijheid trok naar het westen en werd een wereldmacht. De gelijkheid koos het oosten en heeft het ook ver gebracht. Maar wie heeft er nog ooit iets gehoord van die broederschap…

De kruik die stuk was.

Een waterdrager moet elke dag voor zijn meester naar de rivier om water te halen. Aan weerszijden van zijn lichaam hing een kruik aan een houten juk. De ene kruik was zo goed als nieuw, puntgaaf en zonder lek, de andere kruik was oud en gebarsten en hij verloor permanent water. Bij thuiskomst blijkt de helft van deze kruik soms al leeg te zijn en dat deed de oude kruik veel verdriet. Op een dag kan hij het niet meer voor zich houden en zegt tegen de waterdrager, meester ik schaam me zo. Maar waarom dan toch, vraagt de waterdrager. Omdat ik niet in de schaduw van uw andere kruik kan staan. Hij levert dagelijks de volle inhoud water af, terwijl ik onderweg steeds water verlies. Oh, maar dat wist ik immers al lang, antwoordt de waterdrager. En toch heb ik je al die tijd graag willen gebruiken. Zijn die mooie bloemen langs de weg je dan niet opgevallen? Ze groeien alleen maar aan jouw kant. Enige tijd geleden heb ik daar zaad uitgestrooid, jij hebt ze elke dag begoten en nu kan ik steeds een prachtig boeket plukken voor mijn heer. Een tijdje komt er geen antwoord van de gebarsten kruik, zo heeft hij het nog nooit bekeken. Hij heeft die bloemen wel zien groeien, maar dat zijn meester hem bewust in dienst heeft gehouden en dat hij hem ondanks alle gebreken toch kan gebruiken, dat was nog nooit bij hem opgekomen.

Kennis en wijsheid.

Een meester had een leerling die hem op een dag smeekte de Naam van Macht van hem te mogen ontvangen. De meester beloofde dit verzoek in overweging te nemen en gaf hem in de tussentijd de volgende opdracht. De leerling moest een kom, afgedekt met een deksel, naar een heremiet brengen die op enige afstand woonde. De opdracht was om, voortdurend denkend aan God, de weg af te leggen en de kom in ongeopende toestand over te dragen aan de heremiet. Daarna moest hij wachten op eventueel commentaar. De leerling had het vaste voornemen om stipt te gehoorzamen en verheugde zich er al op ingewijd te worden in de kennis en geheimen. Maar het uitvoeren van de opdracht viel niet mee. Halverwege de tocht meende hij een geluid te horen vanuit de kom. Zijn nieuwsgierigheid was tot het uiterste geprikkeld, maar hij hield zich aan zijn opdracht en beheerste zich. Even later leek het wel of zich iets in de kom bewoog. De leerling kon opeens aan niets anders meer denken dan aan wat er toch in de kom zat. Wat zou het toch kunnen zijn? Misschien was het wel een schorpioen, misschien liep de heremiet straks gevaar. Hij voelde zich overrompeld door de drang om te weten wat er in de kom bewoog en vergat zijn vastberadenheid om te gehoorzamen. Zichzelf wijsmakend dat hij uit plichtsbesef handelde, zette hij de kom neer en tilde de deksel voorzichtig een klein stukje op om naar binnen te kijken. Maar zodra hij dat deed, wrong een klein muisje zich door de zo ontstane opening en glipte weg voordat de leerling hem kon tegenhouden. De kom bleek verder leeg te zijn. Zonder iets van zijn fout te laten merken, voerde de leerling de rest van de opdracht uit. Hij begroette de heremiet, overhandigde de inmiddels weer afgesloten kom en vroeg welk antwoord hij mee terug kon nemen. Het antwoord, zei de heremiet indringend, is dat iemand die zich niet beheerst en geen geheim kan bewaren niet geschikt is om de Naam van Macht te leren.

Je eigen mening volgen.

Hier volgt een voorbeeld van een verhaal van Hodja, een Turkse godsdienstonderwijzer en lesgever in de Koran. Op een dag gingen Hodja en zijn zoon op reis. Hodja gaf er zelf de voorkeur aan te lopen en zette zijn zoon op de rug van de ezel. Zo gingen zij op weg tot zij een paar mensen tegenkwamen die zeiden: “Zie daar de wereld op zijn kop. De jeugd heeft geen respect meer voor de ouderdom. Die gezonde jongen rijdt op een ezel, terwijl zijn arme, vermoeide vader nauwelijks vooruit komt.” Toen de jongen dit hoorde stond hem het schaamrood op de kaken. Hij stapte af en stond erop dat zijn vader verder zou rijden. Zo liepen ze voort, Hodja op de ezel en de jongen te voet. Even later kwamen ze weer mensen tegen die zeiden: “Moet je dat zien! Wat een ontaarde vader, die zelf lekker op de ezel zit en zijn kind laat lopen.” Na dit verwijt draaide de Hodja zich naar zijn zoon en zei: “Kom, dan zullen we samen op de ezel rijden.” Zo vervolgden ze hun weg, tot zij mensen tegenkwamen die zeiden: “Kijk, dat arme beest! Zijn rug zakt door onder het gewicht van hen beiden, wat een dierenbeulen!” Daarop zei Hodja tot zijn zoon: “Laten we afstappen. Het is beter dat we allebei te voet gaan, dan kan niemand ons nog verwijten maken.” Zo liepen ze verder achter hun ezel. Tot een stel voorbijgangers wederom commentaar leverde: “Zie wat voor dwazen er op de wereld zijn. Ze lopen in de brandende zon en geen van beiden denkt eraan op de ezel te gaan zitten.” Hodja draaide zich om naar zijn zoon en zei: “Je hebt het gezien, mijn zoon. Hoe je je ook gedraagt, op en aanmerkingen zullen altijd je deel zijn. Leer daarom je eigen mening te volgen.”

Proberen.

Een goeroe raadde zijn studenten aan om drie keer per dag te mediteren. De meeste van zijn volgelingen keken hem wat bezwaard aan. Hun commentaar was bijna gelijkluidend: “Ik zal het proberen.”. De goeroe knikte ernstig en terwijl hij terug liep naar zijn zitplaats, viel het boek dat hij onder zijn arm had op de grond. Verstoord draaide hij zich om, bukte voorover, reikte naar het boek, maar greep er tien centimeter naast. Keer op keer greep hij vergeefs naar het boek. Zijn studenten keken hem verbijsterd aan. “Probeer jij het ook eens”, daagde de goeroe een van hen uit. De student liep naar het boek, boog voorover, pakte het boek en reikte het zijn goeroe aan. Die sloeg boos het boek uit de handen van de student en zei: “Ik vroeg je niet het boek op te pakken, ik vroeg je alleen maar het te proberen!”

Socrates en de drie zeven.

De Griekse wijsgeer Socrates, liep eens door de straten van Athene toen plotseling een man opgewonden naar hem toe kwam. “Socrates, ik moet je iets vertellen over je vriend die…”. “Ho eens even”, onderbrak Socrates hem, “voordat je verder gaat, heb je het verhaal dat je mij wilt vertellen gezeefd door de drie zeven?”. “De drie zeven?”, vraagt de man verbaasd. “Laten we het proberen”, stelde Socrates voor. “De eerste zeef is de zeef van de waarheid, heb je onderzocht of het waar is wat je mij vertellen wilt?”. “Nee”, zei de man, “ik hoorde het zojuist vertellen en…”. “Ah juist!”, zei Socrates, “dan is het toch zeker wel door de tweede zeef gegaan, de zeef van het goede.”. “Is het iets goeds wat je over mijn vriend wilt vertellen?”. Aarzelend antwoordt de man: “Eeeh nee, dat niet, integendeel…”. “Hm”, zei de wijsgeer. “Laten we dan de derde zeef gebruiken, is het noodzakelijk om mij te vertellen wat jou zo opwindt?”. “Nee, niet direct noodzakelijk”, antwoordde de man. “Welnu”, zei Socrates glimlachend. “Als het verhaal dat je vertellen wilt, niet waar is, niet goed is en niet noodzakelijk is, vergeet het dan en val mij er niet mee lastig.”.

De schoenen van Ghandi

Mahatma Ghandi stapt op een dag op de trein in India en terwijl hij instapt, verloor hij een van zijn schoenen. De schoen belande vlak naast het spoor en omdat de trein begon te rijden, kon Ghandi zijn schoen niet meer pakken. Kalm deed hij ook zijn andere schoen uit en gooit die beheerst naar de schoen die al naast het spoor lag. Een medepassagier vroeg Ghandi verbaasd waarom hij dat deed en Ghandi glimlachte en zei: “Die arme man die mijn verloren schoen langs het spoor vindt, vindt nu een paar dat hij kan gebruiken.”.

Voedsel voor de ziel

Dit verhaal speelde in het oude wilde westen, twee cowboys en een indiaan zijn de hele dag bezig met het opdrijven van koeien. Aan het einde van de dag hebben de cowboys het er met elkaar over dat ze honger hebben en samen dromen ze over de uitgebreide maaltijden die ze gaan eten wanneer ze eindelijk bij een stadje zijn aangekomen. Een van de cowboys vroeg de indiaan of hij geen honger had en de indiaan haalde zijn schouders op en zei: “nee, ik heb geen honger.”. Een uur later kwamen de drie aan in een stadje en terwijl ze in een restaurant zaten te eten, zagen de cowboys dat de indiaan het ene na het andere bord vol schepte. “Hoe kan dat nou”, zei een van de cowboys, “nu eet je alsof je dagen niet gegeten hebt, terwijl je een uur geleden nog zei dat je geen honger had.” De indiaan keek de cowboys kauwend aan en zei: “het was niet slim om op dat moment honger te hebben, een uur geleden was er geen eten.”.

Meer pagina’s met mooie verhalen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *