Beestjes in Nederland

beestjes In Nederland komen heel veel dieren voor, klein en groot, de meeste mensen kennen ze niet meer. Wanneer men in de natuur loopt, of de natuur besluit bij mensen thuis te komen, vragen mensen zich vaak af wat voor beestje dat nou weer is. Helaas hebben de tegenwoordig vaak als eerste gedachte “dat beest moet dood”, terwijl de meeste beestjes vaak banger zijn voor u dan u voor hen hoeft te zijn. Er zijn weinig giftige of gevaarlijke dieren in Nederland en u zou ook de beestjes kunnen vangen en weer uitzetten waar ze thuishoren. Zoals u inmiddels al begrepen hebt, ben ik een dierenvriend, ik red slakjes die met nat weer de weg oversteken, ik hou van alle dieren met uitzondering van vlooien, muggen, vliegen en wespen. Toen er een paar jaar geleden bij de basisschool van mijn dochter ineens een enorme groep van rood gestippelde kevertjes rond kroop, begonnen de verhalen al snel, zouden ze giftig zijn of gevaarlijk? Toen ik ze zag zei ik nonchalant, “dat zijn vuurwansen, erg leuke beestjes, die volkomen ongevaarlijk zijn.” Laatst kwam iemand verschrikt thuis van het hardlopen met de melding dat hij zich rot geschrokken was van een adder. Nou komen adders wel voor in Nederland maar de kans dat u er een tegenkomt is zeer klein, ze zijn extreem schuw. Wat deze man waarschijnlijk gezien had was een volkomen onschuldige Hazelworm, die best wel op een enge slang lijkt. De foto die hij genomen had bevestigde dit. Toen kwam ik op het idee voor deze pagina over beestjes in Nederland. Ik wens u veel leesplezier, vriendelijke groet, Hein Pragt

Op de inhoud van deze pagina rust copyright © Hein Pragt.

Vuurwants

rood gestippelde kevertjes

Deze grappige meestal rood met zwart getippelde kevertjes zijn vuurwantsen (Pyrrhocoridae). Er zijn wereldwijd ongeveer 300 soorten en meestal hebben ze felle rode kleur waar ze ook hun naam aan danken. Ze hebben een goede verdediging tegen vogels en andere insecteneters, ze smaken extreem vies. Vanaf mei ziet u veel vuurwantsen want dan komen ze uit hun winterschuilplaats en gaan ze op zoek naar een partner. Vaak ziet u ook parende vuurwantsen die met de achterlijven aan elkaar vast zitten. Ze zijn totaal ongevaarlijk en ze eten graag afgevallen blad maar ook andere insecten. Ze zijn dus de opruimers van de natuur. Ze komen vaak in grote aantallen bij elkaar voor en ze zitten graag in de zon. Vuurwantsen zijn dol op de blaadjes van Hibiscus, Acacia en de Linde. Ik vind het een heel leuk kevertje.

Miljoenpoot

beestje met heel veel poten

Het iet er uit aan een lang donkerbruin of zwart langestrekt beestje met enorm veel poten en het zijn miljoenpoten (Diplopoda). Ze onderscheiden zich van de normale duizendpoten omdat ze in plaats van één paar poten, twe paar poten aan elk lichaamssegment hebben. Er zijn heel veel soorten van deze beestjes en ze komen in heel Nederland voor. Bij het lopen worden de pootparen afwisselend bewogen waardoor ze een golvende beweging vormen. Bij gevaar rolt het zich op waarbij de kwetsbare kop altijd in het midden ligt. Ze hebben een stevig pantser ter bescherming en klieren aan de zijkant die een stinkende (licht) giftige afweervloeistof uit kunnen scheiden. Ze zijn ongevaarlijk en eten meestal rottend materiaal en soms ook dode dieren. Ze kunnen niet bijten maar ze schrapen laagjes af en nemen het op met de mond. Ze zijn nuttig als opruimers in de natuur.

Duizendpoot

roodbruin lang beestje met veel poten

Een oranje tot donkerrood lang beestje met veel poten en lange voelsprieten is meestal een gewone duizendpoot (Lithobius forficatus) ook wel gewone steenloper of bruine nijperduizendpoot of geschaarde duizendpoot genoemd. Het beestje is meestal 2 tot 3 cm lang en behoort tot de geleedpotigen, ze kunnen wel zes jaar oud worden. Wanneer u een steen optilt of wat boomschors zit er vaak wel eentje onder, die snel wegrent. Ze komen in heel Nederland voor en ze hebben een paar krachtige kaken met gifklieren waarmee ze hun prooi verlammen. Voor een mens is een beet van dit beestje vergelijkbaar met een wespensteek. Dit beestje kunt u dus het beste met rust laten.

Schaatsenrijder

beestje dat op water loopt

Een smal lichaam met kleine vleugels en vier lange poten waarmee ze op het water lopen, dan hebben we het over een heel leuk beestje, de schaatsenrijder (Gerris lacustris). Het is meestal maar anderhalf cm groot en het is een insect. Het kan op het water lopen omdat het heel licht is en niet door de oppervlaktespanning van het water heen zakt en ze bewegen zich voort door als het ware met hun pootjes te roeien. Ze jagen op andere insecten die in het water vallen maar ook op muggen laven in het water. Ze zijn voor de mens totaal ongevaarlijk en het is een leuk gezicht om ze over het water te zien “schaatsen”.

Pissebed

grijs insect onder stenen

Wanneer men in Nederland een steen of een emmer die lang staat optilt, is de kans groot dat er kleine grijze beestjes wegvluchten. Dit zijn pissebedden of om heel correct te zijn landpissebedden (Oniscidea). Het zijn geen insecten maar een soort kreeftachtigen. Alleen in Nederland komen wel 36 op het land levende soorten. Van oorsprong zijn het zeedieren die nu op het land leven maar nog steeds kieuwen hebben aan hun achterlijf. Deze kieuwen moeten vochtig blijven vandaar dat ze meestal in een vochtige plaats voorkomen. Ze leven van plantaardig materiaal zoals rottend hout en bladeren en ze hebben veel vijanden, zoals insecten, spinnen, amfibie?n en vogels. Veel mensen vinden ze vies, maar het zijn schone beestjes die erg kwetsbaar zijn en ook opruimers van de natuur. De naam pissebed komt waarschijnlijk uit de volksgeneeskunde, in de Middeleeuwen werden pissebedden gebruikt om bij mensen het urineren (pissen) te bevorderen.

Meikever

grote bruine vliegende kever

Een grote kastanjebruine kever van c.a. 3 cm met fijne beharing is een meikever (Melolontha melolontha) en hoewel ze tegenwoordig zeldzamer zijn kunnen ze soms ineens weer in grote getale opduiken. De kleur van de dekschilden en de poten is kastanjebruin en de kever heeft aan weerszijden driehoekige witte vlekjes. De antennes hebben een oranje kleur en eindigen in een langwerpige verdikking. Ze hebben een voorkeur voor fruit en loofbomen en in de avond kunnen ze grote zwermen vormen en op het licht afkomen. Omdat de larve veel schade aanrichtte is deze kever ook erg bestreden en komt steeds minder voor in Nederland. De meikever dankt zijn Nederlandse naam aan de tijd van het jaar dat hij voorkomt en dat is van mei tot juni. Ze zijn heel onschuldig, kunnen niet bijten of streken en gewoon in de hand genomen worden. Vroeger gebruikten kinderen de meikevers zelfs voor spelletjes.

Junikever

grote bruine vliegende kever

Een geheel oranjebruine tot geelbruine kever die over het gehele lichaam behaard is en c.a. anderhalf centimeter lang is, dat is een junikever. Ze zijn verwant aan de meikever maar veel kleiner. De volwassen kevers kan men vanaf juni zien wat ook de Nederlandse naam verklaart. Ze eten van de bladeren van verschillende loofbomen. Net als de meikevers komen ze niet zo veel meer voor maar komen ze in de avond wel bij elkaar om in zwermen rond te vliegen. Ook deze kever kan niet steken of bijten en is er geen enkele reden om bang voor ze te zijn.

Mestkever

grote bruine vliegende kever

Een grote zwarte licht glimmende kever is vaak een mestkever (Scarabaeus sacer), die over de hele wereld voorkomt en dus ook in Nederland. De kleur is zwart maar ook soms een beetje groen- of blauwachtig, ze zijn krachtig gebouwd en hebben stevige poten. De zware bepantsering maakt dat de mestkever zwaar en niet erg snel is, vaak kruipen ze langzaam over de grond, maar ze kunnen ook vliegen wanneer dat nodig is. Mestkevers zijn planteneters die de mest eten van grotere zoogdieren zoals koeien en paarden. Ze eten alleen maar mest van planteneters en ik kom ze heel vaak in grote aantallen tegen in het bos op ruiterpaden waar paardenmest ligt. Op de paden worden ze vaak vertrapt omdat ze zo traag zijn, ik gooi ze meestal even naast het pad. Ze kunnen geen kwaad en je kunt ze met de hand oppakken. Ze kriebelen hoogstens een beetje.

Kakkerlak

eirond afgeplat bruin tot zwart keverachtig insect

Een eirond afgeplat bruin tot zwart keverachtig insect is meestal een kakkerlak (Blattodea) en er bestaan erg veel soorten, in Nederland komen er 5 tot 7 soorten voor. Ze zijn meestal goed gecamoufleerd en kunnen ook erg snel lopen. Kakkerlakken zijn alleseters en wat bijzonder is dat ze lange tijd zonder eten kunnen overleven. In huizen eten ze vaak rondslingerende etensresten wat meestal het gevolg is van slechte hygiëne. Ze vermeerderen zich snel en kunnen zo ook snel een plaag worden. Ze zijn voor mensen onschadelijk maar kunnen wel bacteriën en ziektes overbrengen op het voedsel en via hun uitwerpselen. De meeste mensen gruwen dan ook van deze beestjes, ze zijn helaas wel vaak resistent tegen veel bestrijdingsmiddelen. De beste remedie is toch een schoon huis.

Zilvervisje

zilverkleurig lang insect

Een zilverkleurig lang insect met een 1,2 tot 3 cm lang met een puntige achterkant is meestal een zilvervisje (Lepisma saccharina). De naam hebben ze door de zilverachtige glans van de schubben maar ook omdat ze zo snel zijn. Ze komen voor al voor in vochtige ruimtes en keukenkastjes. Er is ook een variant die in papier voorkomt, dis staat hier onder beschreven. Omdat ze vaak voorkomen op vieze plekken kunnen ze schimmels, bacteriën en virussen verspreiden waardoor mensen ziek kunnen worden. Ze komen vaak voor waar spleten in plinten zitten en ze zich overdag dus goed kunnen verstoppen. Deze beestjes wil je dus niet en je huis en er bestaan ook meerdere bestrijdingsmiddelen tegen, maar wat vooral helpt is alle kieren en spleten goed dichtmaken.

Papiervisje

lichtgrijs lang insect

Een grijs lang insect met een 1 tot 1,5 cm lang met een puntige achterkant is meestal een papiervisje (Ctenolepisma longicaudata Escherich), familie van het zilvervisje. Het verschil tussen een zilvervisje en een papiervisje is lastig maar het papiervisje is iets kleiner en ook iets lichter grijs is en heeft vaak wat spikkels op de schubben. Ze kunnen wel 8 jaar oud worden en vervellen ook meerdere keren. Papiervisjes zijn lichtschuw en overdag verbergen ze zich en ze leven het liefst op warme droge plaatsen. Ze kunnen lang zonder voedsel overleven en hun voedsel bestaat voornamelijk uit koolhydraten zoals cellulose en zetmeel zoals papier en lijm van behang en boeken. Zelfs kleding en wandbedekking kunnen worden aangevreten door papiervisjes. Ook deze beestjes wil je dus niet en je huis en er bestaan ook meerdere bestrijdingsmiddelen tegen.

Oorworm

beeste met grijpers aan het achterlijf

Een langwerpig beeste met gevaarlijk ogende tangachtige aanhangsels aan het achterlijf is een oorworm (Dermaptera) en het is een gevleugeld insect. Er zijn heel veel soorten maar ze verschillen eigenlijk alleen in grootte en kleur. Ondanks dat ze vleugels hebben vliegen ze nooit. Ze zitten vaak achter loszittende boomschors en onder bladeren en ze hebben het liefste een licht vochtige omgeving. De meeste mensen vinden ze eng omdat ze denken dat de oorworm met zijn tangachtige aanhangsel kan steken of knijpen. De beestjes steken het achterlijf wel omhoog bij gevaar maar dat is allen om af te schrikken, ze kunnen er niet zoveel mee. Toch is een kneepje van een oorworm door de mensen wel voelbaar, toch zal het nooit een verwondingen geven. De naam oorworm is op twee manieren fout, ze zitten niet in oren en het zijn geen wormen. Het verhaal dat ze in oren kruipen is een mythe, het zou bij mensen die in het open veld slapen kunnen gebeuren, maar dat gaat voor meerdere insecten op. Als kind in Drenthe noemden we ze knieptange of wel knijptangen. Ze zijn alleseters en ze leven van plantendelen, dood materiaal en kleine diertjes. Het zijn dus onschuldige beestjes en ook weer opruimers in de natuur.

Sprinkhaan

groen beestje met grote achterpoten

Een groen beestje met grote achterpoten dat hoog kan springen en soms een soort van stekel aan zijn achterlijf heeft is een sprinkhaan. Veel mensen verwarren een sprinkhaan met een krekel, ze zijn familie van elkaar maar de krekel is meestal veel donkerder. Er zijn twee hoofdsoorten, de veldsprinkhanen met korte sprieten (korter dan het lichaam) en de sabelsprinkhanen met sprieten die langer zijn dan het lichaam. De meeste soorten worden enkele centimeters lang. Ze komen voor op planten en grassen maar ook in struiken en ze leven vaak in zonnige gebieden. Sprinkhanen zijn echte planteneters en in grote aantallen kunnen ze echt een plaag worden. Sprinkhanen kunnen heel ver springen om zo aan gevaar te ontsnappen en soms hebben ze ook kleine vleugels waarmee ze nog verder kunnen springen. Ze kunnen ook geluid maken, meestal door met de dijen langs de vleugels te strijken. Meestal sjirpt het mannetje om de vrouwtjes te lokken. De sprinkhanen die in Nederland voorkomen zijn niet gevaarlijk of giftig, het stekel aan het achterlijf is een legbuis om de eitjes te leggen en het beestje kan er niet mee steken.

Hazelworm

de hazelworm lijkt op een slang

Dit beestje is bruin van kleur en kan een lengte van 45 cm bereiken en het is een hazelworm (Anguis fragilis). Veel mensen denken dat het een slang is maar het is eigenlijk een pootloze hagedis. De hazelworm komt op veel plekken binnen Europa voor en ook in Nederland. Hij leidt een verborgen leven tussen bladeren en takken en hij eet vooral kleine ongewervelden dieren zoals regenwormen en slakken. In Nederland komen ze voor in vochtige bossen maar ook in heidevelden. Omdat ze net als slangen vaak de tong uitsteken om te ruiken denken mensen vaak dat het een slang is, en in Nederland denkt men dan snel aan een giftige adder. Maar het beestje is erg schuw en volkomen ongevaarlijk. Het is ook het beste om het met rust te laten, en zeker wanneer u het verschil met een giftige adder niet kunt zien is het veiliger om uit de buurt te blijven.

Slakken

Tuinslak

slak groen geel huisje

Een slakje met een geel groen (soms zelfs bruin) gestreept huisje dat veel voorkomt in Nederland is de gewone tuinslak (Cepaea nemoralis). Soms noemt men ze ook duinslak of roze tuinslak. Deze slak lijkt heel veel op de witgerande tuinslak (Cepaea hortensis) maar die is meer geel van kleur. Bovendien is de rand van het huisje waar de slak uitkomt wit bij de de witgerande tuinslak. Het slakkenhuisje is bolvormig en wordt ongeveer 2,5 centimeter groot. Het lichaam is grijs en de bovenste twee steeltjes hebben ogen en de onderste dienen om geuren mee op te vangen. De tuinslak is voornamelijk een afvaleter van plantaardig en dierlijk materiaal, maar ook tuinplanten zijn af en toe de klos, daarom willen veel mensen deze slakjes niet in de tuin. Toch zijn het hele mooie ingenieuze beestjes, wij hielden er af en toe een paar in een klein oud aquarium. Ze hebben geen tanden maar een rasptongetje en je kunt ze zonder problemen op je hand laten voortglijden. Slakkenslijm schijnt zelfs goed te zijn voor de huid en zit tegenwoordig zelfs in cosmetica.

Boom- of heesterslak

grote donkerbruine slak

Een grote donkerbruine slak met gestreept huisje is meestal een heesterslak (Arianta arbustorum) die men soms ook een boomslak noemt. Deze soort komt in heel Europa en ook in heel Nederland voor en het oppervlak van de schelp is meestal glad en glanzend met spiraalvormige groefjes. Het kleurpatroon bestaat uit een bruine spiraalband en het huisje kan ook bedekt zijn met vele lichtbruine vlekjes. Ze leven zowel in een vochtige als droge omgeving, soms in bosjes, struiken, rietland en in oude muren, ze hebben wel de voorkeur voor een beetje schaduw. Ze eten hoofdzakelijk bladeren van bomen en struiken maar ook kruiden en besjes. Ook deze slakken kun je gewoon op je hand laten voortglijden, het is niet eng. Pak ze niet bij hun huisje op want ze plakken met de voet vrij stevig aan een oppervlak en het grootste deel van de organen zit in het huisje.

Wijgaardslak

grote lichtbruine slak

Een grote lichtbruine slak met een gevlekte huid is de wijngaardslak (Helix pomatia). Dit is een vrij grote slak het lichaam kan een lengte tot 12 centimeter hebben en het huisje is 3,5 tot 5 cm groot. De wijngaardslak komt oorspronkelijk voor in zuidelijk en centraal Europa maar komt in Nederland in Limburg en ook in de duinen voor. De slak houd van kalkrijke gebieden die met planten maar niet te dicht begroeid. Deze slak eet alle delen van de plant maar de slak is zelf ook een geliefd maal van vele dieren. Ook de mens eet deze slak en deze slak is als escargot een delicatesse in de Franse keuken. De slak is inmiddels redelijk zeldzaam en valt onder de beschermde diersoorten.

Boeken over beestjes

Compactgids insecten Compactgids insecten. De ideale begeleiders voor onderweg: handig, duurzaam en goedkoop! Deze handige pocketgidsen zijn in schot in de roos voor elke natuurliefhebber. De boekjes geven beknopte informatie over kenmerken, leefwijze, habitat en verspreiding en zijn voorzien van trefzekere illustraties. Deze serie bestaat uit de delen Bomen, Dieren rond het huis,Paddenstoelen,Strand en kust, Vogels,Tuinvogels,Bloemen, Vlinders en Insecten. Inclusief een unieke miniposter.
kopen knop


ANWB NatuurgidsANWB Natuurgids Een splinternieuwe editie van de handzame veldgids. De ANWB Natuurgids is al jarenlang een informatiebron op zakformaat. Ik heb zelf ook nog de oude editie maar deze nieuwe editie heeft een complete restyling ondergaan, zowel het uiterlijk als de inhoud is grondig aangepast. De gids bevat de meest voorkomende dier- en plantensoorten in Europa, ruim een derde is nieuw opgenomen. Nieuw is verder de grotere hoeveelheid foto’s per soort en de specifieke kenmerken waaraan deze te herkennen is. Verspreidingskaartjes staan bij soorten die niet overal in Europa voorkomen of zich gedurende het jaar verplaatsen. De gegevens zijn overzichtelijk gerangschikt, de beschrijvingen beknopt. Handige kleurcodes vergemakkelijken het zoeken. De ANWB Natuurgids is de ideale veldgids voor onderweg.
kopen knop


Meer pagina’s over natuur

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *