“Wanneer ik groot ben trouw ik met mama!” of “als ik groot ben trouw ik met papa!” zijn veelgehoorde zinnen van kleine kinderen. Kinderen kunnen sterk gehecht zijn aan de ouder van het andere geslacht en ook zeer jaloers worden op de ouder van hetzelfde geslacht. Deze fase in het leven van kinderen noemen we de Oedipusperiode en deze periode zal een invloed hebben op de kwaliteit van de liefdesrelaties op volwassen leeftijd en moet dus met zorgvuldigheid behandeld worden.
Bijna alle kleine jongens zijn verliefd op hun moeder, willen met haar trouwen en hun vader uitschakelen en jonge meisjes hebben hetzelfde ten aanzien van hun vader. Freud gaf dit verschijnsel de naam Oedipuscomplex naar het verhaal in de Griekse mythologie waar Oedipus zonder het te weten zijn vader dood, trouwt met zijn moeder en hij bij haar zelfs kinderen verwekt. Het Oedipusstadium bij kinderen begint rond de leeftijd van 3 jaar en bereikt een hoogtepunt rond de leeftijd van 3 tot 4 jaar, het probeert dan een hechte relatie op te bouwen met de ouder van het andere geslacht. Als het kind 4 jaar is begint het te begrijpen dat het kind een kind is en dat het zich niet tussen beide ouders mag en kan plaatsen en rond de leeftijd van 6 jaar is de fase als alles goed gaat weer voorbij. Ook meisjes kunnen een soortgelijke fase doormaken waarin ze zich afkeren van de moeder en de vader vereren, dit wordt wel het Elektracomplex genoemd.
Het is belangrijk dat ouders aan hun kinderen tonen dat ze team zijn met een harmonieuze band en het pappa of mamma kind niet bevorderen, prijzen of toestaan. Het is belangrijk dat het kind zijn plaats als kind ziet en dat de ouders zich als genegen ouders gedragen. Als ouders in deze periode gaan scheiden is het ook belangrijk voor het kind om dit kind niet met de eigen problemen te confronteren en zo de rol van de andere ouder te geven. Het Oedipusstadium is bepalend voor de latere relaties van het kind en als deze fase niet goed wordt opgelost, zal het kind later problemen krijgen om relaties aan te gaan. De ideeën, behandelingsmethoden en theorieën van Freud worden nog steeds gebruikt maar door velen ook gezien als achterhaald. Het Oedipuscomplex wordt in 1899 geïntroduceerd door Freud in het boek “Die Traumdeutung”.
Aangezien de naam Freud veelvuldig valt in de bovenstaande artikelen wil ik hier even een korte uitleg geven wie Sigmund Freud was en wat voor betekenis hij heeft gehad voor de moderne psychologie en psychiatrie. Sigmund Freud werd in Oostenrijk geboren in 1856 (overleden in Londen in 1939) en groeide op in een traditioneel gezin. Hij studeerde geneeskunde in Wenen en deed in zijn jonge jaren veel onderzoek op het gebied van de neurologie. Samen met enkele collega’s werkte hij voor zijn tijd bijzondere nieuwe theorieën uit. Hij kreeg grote bekendheid doordat deze theorieën tegen veel bestaande gedachtes in gingen. In zijn theorieën werd vooral veel aandacht besteed aan het onbewuste, terwijl de wetenschap van die tijd vooral uitging van dingen die meetbaar waren. Freud werd later benoemd tot hoogleraar in Wenen en werkte samen met Carl Gustav Jung, die uiteindelijk even bekend zou worden. Freud kreeg veel kritiek op zijn werk, niet alleen doordat veel mensen zijn theorieën niet aantoonbaar vonden, maar ook door de grote nadruk op seksualiteit, wat in tijd nog een taboe was. Toch zijn deze theorieën van grote invloed geweest op de geesteswetenschappen. Freud publiceerde ook op het gebied van de menselijke ontwikkeling een belangrijke theorie. Problemen in het latere leven zouden zijn ontstaan in de kindertijd tot ongeveer 6 jaar als er één of meer van 5 fases niet goed doorlopen zijn. Elke fase hoort bij een bepaalde leeftijdscategorie, de eerste fase is de orale fase, vervolgens de anale, fallische, latente en genitale fase. Tegenwoordig worden zijn theorieën op moderne manier gebruikt en nog altijd populair bij een deel van de psychotherapeuten.