De naam fotografie is afgeleid van de Griekse woorden voor ‘licht’ (photos) en ‘schrijven’ (graphein), het was Sir John Herschel die de term fotografie voor het eerst gebruikte in 1839, het jaar waarin de fotografische procedés van Daguerre en van Talbot openbaar gemaakt werden. De camera obscura of donkere kamer is reeds minstens 400 jaar bekend. In 1519 beschrijft Leonardo da Vinci hoe een camera obscura kan gebruikt worden voor het waarnemen van zonsverduisteringen.
Bij de eerste foto’s kwam er heel wat meer kijken dan alleen maar even lachen en klik. Het duurde in 1826 bijvoorbeeld 8 uur om een foto te maken. Gelukkig maar dat die fotograaf het uitzicht op zijn tuin fotografeerde. Het was in de begintijd niet zo eenvoudig om te fotograferen, de camera’s waren groot en zeer onhandig. Er waren geen winkels waar je een film kon kopen en rolfilms bestonden ook nog niet. Voor de eerste foto’s gebruikten men metalen platen die een afbeelding opleverden. In die tijd werd er dan ook alleen gefotografeerd door beroepsfotografen en een klein aantal vrijetijdsfotografen. De beroepsfotografen maakt niet alleen studio foto’s, bij elk bekende toeristenplaats stond namelijk wel een fotograaf die een keurige foto wilde maken.
In 1888 kwam George Eastman, (de oprichter van kodak) met een slim idee, hij maakte een eenvoudige camera waar al een rolletje in zat, als het rolletje vol was, stuurde je de hele camera naar de fabriek. Daar werden de foto’s ontwikkeld en afgedrukt. Vervolgens stuurden ze de foto’s en camera met een nieuw rolletje terug. Motto van de fabriek was “u maakt de foto en wij doen de rest”. Een mooi historisch overzicht kunt u vinden op: Geschiedenis van de fotografie.
Spelen met scherptediepte.
Fotografie en scherptediepte.
Soms ziet u een foto waarbij het onderwerp haarscherp in beeld is gebracht en de achtergrond onscherp is. Hierdoor gaat alle aandacht naar het onderwerp waardoor dit een heel fraai effect kan zijn. Hoe u dit effect kunt bereiken zal ik hier in het kort proberen uit te leggen. Scherptediepte is de aanduiding van het gebied voor de camera waarin de onderwerpen scherp worden weergegeven. Dit gebied kan vrij klein zijn waardoor de voorgrond en de achtergrond onscherp zijn maar het kan ook (bijna) oneindig zijn waardoor we alles op de foto scherp kunnen waarnemen. De scherptediepte is afhankelijk van het diafragma (de lensopening) en van de brandpuntsafstand. Korte lenzen hebben een grotere scherptediepte dan lang lenzen.
Diafragma.
Een kleine lensopening zoals f/8 geeft meer scherptediepte dan grotere lensopening zoals f/2.8 en f/4. Wanneer u de lensopening vergroot (door een kleiner f/nummer in te stellen) zal de scherptediepte afnemen.
Brandpuntsafstand.
Hoe verder het instelpunt zich van de camera bevindt, hoe groter de scherptediepte zal zijn. Dus een 50 mm lens zal meer scherptediepte geven als hij is scherp gesteld op een punt dat zich op 10 m afstand bevindt, dan wanneer hij is scherp gesteld op een punt dat zich op 1 m afstand bevindt. De meeste moderne digitale camera’s hebben een A (Aperture = diafragma) voorkeur instelling waarna de camera automatisch de belichtingstijd aanpast. Door hiermee te leren spelen kunt u ook mooie foto’s maken met een onscherpe achtergrond.
In het volgende schema staat het gebied wat scherp zal worden weergegeven (rood) bij verschillende diafragma instellingen.

In dit diagram staat het gebied wat scherp zal worden weergegeven (rood) bij verschillende brandpunt afstanden.

Als voorbeeld heb ik in de tuin een opname gemaakt van een fles wijn op de tafel.
![]() In het eerste geval met een diafragma van F/8 en een sluitertijd 1/340 Sec. U ziet de achtergrond nog redelijk scherp in beeld. | ![]() In het tweede geval heb ik het diafragma op F/3.1 gezet en een sluitertijd van 1/1000 Sec. Hier is de achtergrond onscherp geworden. |
Statief gebruiken.
Wanneer u een kleinere lensopening gebruikt zal de hoeveelheid licht op de CCD sterk afnemen waardoor de sluitertijd veel langer moet zijn. Hierdoor is het soms moeilijk deze foto’s op de hand te maken omdat elke kleine beweging van de camera het beeld onscherp zal maken. Dit is ook het geval wanneer u foto’s maakt op iets grotere afstand. In dit geval is het verstandig om de camera op een vast punt te zetten of een statief te gebruiken.
Compositieregel van derden.
Regel van derden in de fotografie
De regel van derden is een eeuwenoude compositietruc die werd ontwikkeld door schilders, maar net zo goed kan worden toegepast door fotografen. Het zeker bijdragen aan een interessantere foto. Wanneer u een moderne digitale camera heeft, dan heeft deze vaak een knop of instelling om automatisch de lijnen van de regel van derden te tonen in uw zoeker. Anders hoeft alleen maar in de zoeker van uw camera twee denkbeeldige horizontale en verticale lijnen te zetten, zodat er een raster wordt gevormd. Dit raster gebruikt u als hulpmiddel om balans in de compositie te krijgen, door het hoofdonderwerp of de blikvanger van de foto op één van de vier kruisingen van het raster te plaatsen. Dan is het nog zo dat de twee punten aan de rechterkant van de foto een meer evenwichtige compositie opleveren dan die aan de linkerkant, omdat de mensen de neiging heeft om een foto van links naar rechts te bekijken.
Een foto waarop de regel van derden is toegepast zal meestal als meer esthetisch meer aangenaam en professioneler ervaren worden. Ook is het belangrijk bij een landschapsfoto’s om de verhouding tussen lucht en land een derde om twee derde te maken. Veel fotografen hebben de neiging om de horizon precies in het midden te zetten maar dat geeft meestal een saaie foto behalve als men bijvoorbeeld een spiegeling van de lucht in water wil vastleggen. Aangezien de moderne camera meestal scherpstellen zal op het midden van het beeld en ook de belichting e.d. zal berekenen voor het midden van het beeld, is het handig om wel scherp te stellen met het onderwerp in het midden, om dan de ontspanknop half in te drukken en de instellingen te bevriezen waarna u de camera kunt bewegen om de goede compositie te maken. Hierna drukt u door op de ontspanknop waardoor u de foto maakt.
Spelen met de sluitertijd.
De meeste camera’s zullen de sluitertijd automatisch bepalen in combinatie met het diafragma om een zo goed mogelijke belichting te krijgen. Er zijn echter momenten dat u zelf de sluitertijd wilt bepalen omdat de sluitertijd niet alleen medeverantwoordelijk is voor de belichting van de foto maar ook voor bewegingsonscherpte. Bij een langere sluitertijd is de kans namelijk groter dat een bewegend onderwerp wazig op de foto verschijnt en ook wanneer u geen statief gebruikt kan een kleine beweging van de hand onscherpte veroorzaken. Voor bewegende onderwerpen zoals sportfoto’s, kinderen en dieren, zal daarom een kortere sluitertijd gekozen moeten worden. Als u uit de hand foto’s maakt moet u zeker met een zo kort mogelijk sluitertijd werken.
De sluitertijd is de tijd waarin de ccd wordt blootgesteld aan licht en net als het diafragma is ook de sluitertijd instelbaar in stops waarbij elke stop tweemaal zoveel licht doorlaat. De meeste camera’s hebben een vaste reeks sluitertijden van: 8, 4, 2, 1, 1/2, 1/4, 1/8, 1/15, 1/30, 1/60, 1/125, 1/250, 1/500. Is de sluitertijd te lang dan zal de foto overbelicht raken en wanneer de sluitertijd te kort dan zal de foto onderbelicht zijn. De correcte belichting wordt dus bepaald door de combinatie van sluitertijd en diafragma, bij een kleiner diafragma hoort een langere sluitertijd en omgekeerd. De meeste moderne digitale camera’s hebben de mogelijkheid om de sluitertijd in te stellen waarna de camera hier automatisch het goede diafragma bij zoekt. Toch moet u met de instellingen niet buiten het mogelijke bereik gaan want dan kan de camera er ook niets meer mee.
Een langere sluitertijd is niet alleen noodzakelijk wanneer er weinig licht is maar het kan ook voor mooie creatieve effecten zorgen. Bij het fotograferen van een weg kan een lange sluitertijd een mooi lichtspoor van autolampen opleveren of water een fraai sluiereffect geven. Soms kan bewegingsonscherpte een prachtig effect geven, bijvoorbeeld bij het fotografen van balletdansers. Een andere foto techniek is het meevolgen van het onderwerp door het meebewegen van de camera. Dit vergt wel enige oefening en een stabiele hand, maar het effect kan zeer fraai zijn. Wanneer u bijvoorbeeld een fietser wilt fotograferen en de illusie van snelheid wilt vangen, dan kunt u met een langere sluitertijd uw camera meebewegen met het onderwerp en dan afdrukken. Het effect zal zijn dat het onderwerp vrij scherp is en de omgeving een onscherpte heeft wat de snelheid benadrukt. Wanneer u niet zo’n stabiele hand heeft kunt u de camera ook meebewegen op een statief waardoor deze horizontaal wel dezelfde hoogte blijft.
Landschapfotografie.
Mooie beekjes, golvende weiden, imposante bergketens, tropische eilanden of de veluwe, de natuur is een geweldig onderwerp om te fotograferen. Maar het resultaat is vaak niet dat wat u in gedachte had en vaak is het resultaat gelijk aan de eerste de beste ansichtkaart. Met een paar eenvoudige trucjes en een beetje nadenken kunt u schitterende landschapsfoto’s maken. Een mooie foto is voor 80% een kwestie van goed kijken en 20% van techniek. Er zijn veel boeken die u leren de techniek van het fotograferen onder de knie te krijgen de rest hangt van de creativiteit van de fotograaf af.
Landschapfotografie compositie.
Probeer in de foto lijnen op te nemen die de blik naar of langs het onderwerp leiden. Deze lijnen kunnen bestaan uit wegen of paden, een rij bomen, een sloot of rivier, een stoeprand of een brug. Probeer niet te veel op één foto te krijgen, hoe meer u op een foto probeert te krijgen, hoe kleiner alles erop staat. Kies iets bijzonders uit het landschap en kruip daar zo dicht mogelijk bovenop. Probeer ook een of meerdere objecten dichtbij op de foto te krijgen, bijvoorbeeld een wegwijzer of een boomtak. Zo krijgt u wat meer dieptewerking in de foto. Let goed op wat er bijzonder is aan de omgeving, wat maakt dit uitzicht anders dan alle andere probeer juist het karakteristieke van de omgeving op de foto te zetten.
Landschapsfotografie en licht.
Een van onderdelen van goede fotografie is de lichtval, vooral schaduwen zorgen voor extra contrast in het landschap. Het beste tijdstip om een landschap te fotograferen is dan ook ’s ochtends vroeg of ’s avond voor zonsondergang. De natuur heeft dan de mooiste lichtval.
Landschaapfotografie en horizon.
Op veel landschapsfoto’s is de horizon zichtbaar, over of deze nu precies recht moet zijn of juist schuin verschillen de meningen. Maak een duidelijke keuze recht of schuin maar niet iets er tussen in. Een horizon die niet iets scheef loopt is erg storend. Ook zetten mensen de horizon vaak precies in het midden, dus evenveel lucht als land. Soms is die keuze goed maar meestal is een verhouding van 1/3 op 2/3 mooier. Het maakt dan niet uit of de lucht of het land 2/3 groot is. Dit is helemaal afhankelijk van de scene.
Camera-instellingen.
Gebruik voor landschappen een kleine diafragmaopening zodat zowel de voorgrond tot de achtergrond scherp blijft. Kies als het even kan altijd de laagste gevoeligheid, hierdoor worden de kleuren helderder en worden de foto’s minder korrelig.
De natuur is ook een heel geduldig model dat meestal ook beschikbaar is. Als we even gaan wandelen of ergens naar toe gaan, neem ik meestal de camera mee. Ook ga ik wel eens op een zondag ochtend vroeg op pad met de camera om een paar mooie opnames te maken wanneer de zon net opkomt.
Zomerfotografie en strandfotografie
Hoewel in de zomer de meeste (vakantie) foto’s gemaakt worden zijn de weersomstandigheden in de zomer eigenlijk erg slecht voor het maken van een goede foto. Dit komt vooral omdat het licht meestal vrij vlak is en de zon vaak aan een heldere lucht staat, waardoor het licht heel intens en hard is. Om nog een beetje te kunnen profiteren van goed licht in de zomer moet u heel vroeg aanwezig zijn op de locatie of bereid zijn om tot heel laat buiten te blijven zodat u kunt profiteren van het licht aan het begin en einde van de dag. Midden op de dag kunt u bijna geen goede foto’s maken omdat de zon bijna recht boven u staat en het licht erg fel en hard is. Ook vallen er vaak heel harde schaduwen op gezichten wat u nog enigszins kunt compenseren door een invulflits te gebruiken. Ook hebben mensen vaak dichtgeknepen ogen op strandfoto’s dit kunt u oplossen door te vragen op de tel van drie met open ogen in de camera te kijken of door een tegenlicht foto, met invulflits te maken. Het uur voor zonsondergang staat in de fotografie bekend als het ‘gouden uur’. Dit komt door het warme zonlicht op dat moment van de dag. U krijgt een prachtige diepblauwe lucht en levendige kleuren wanneer u fotografeert met de zon in uw rug en portretten zijn zeer fraai, aangezien het zachte licht rimpels verdoezelt en gezichten een mooie glans geeft.
Zand en zee reflecteren veel licht, hierdoor laat het meetsysteem van de camera zich nog wel eens misleiden en opnames kunnen hierdoor soms worden onderbelicht. Wanneer u een persoon fotografeert, probeer dan dicht bij het model te komen en zo de huidtinten te meten en niet de omgeving. Zorg er daarbij wel voor dat u uw eigen schaduw buiten beeld blijft.
Het strand is eigenlijk een natuurlijke vijand van uw camera, eigenlijk is de compact camera het meest geschikt voor het strand. Weinig bewegende delen en een gesloten behuizing en ook wanneer er iets mis gaat is het verlies van een (relatief goedkope) compact camera minder erg dan het verlies van uw peperdure spiegelreflex camera. Bovendien is de kwaliteit van de compact camera meer dan voldoende voor snapshot foto’s aan het strand. Verwissel nooit een objectief op het strand, dit is zelfmoord voor uw camera. Wanneer u een dure spiegelreflex camera mee wilt nemen naar het strand, zet er dan thuis een universeel objectief op en laat deze zitten tot u weer thuis bent en plaats thuis al een UV of polarisatie filter op de lens.
Gevaren voor uw camera op het strand
Dit zijn de meest voorkomende gevaren voor uw camera aan het strand:
Zonnebrandcreme
Hoewel zonnebrandcrème u zelf goed beschermt en erg nuttig is, bevat het vaak een olieachtige basis en bevat het chemische stoffen waardoor het als een natuurlijke vijand van uw camera gezien mag worden. Veel mensen nemen slechts één tas mee naar het strand waarin ze behalve eten en drinken ook de zonnebrandcrème en de fotocamera meenemen. Neem de camera altijd in een eigen tas mee en doe deze nooit in dezelfde tas als de zonnebrandcrème op risico dat een lekkende fles uw camera kan vernielen. Wanneer u toch maar een zak wilt meenemen sluit dan de crèmes e.d. af in een gesloten zak.
Zon
De CCD sensor in uw digitale camera is ook gevoelig en kan beschadigd raken door zeer felle lichtbronnen. Voorkom dat het CCD element van de camera aan direct zonlicht wordt blootgesteld. Dit kan tot permanente beschadiging van afzonderlijke beeldopnemers leiden. Pas dus op met het maken van een foto tegen de zon in waarbij de zon rechtstreeks in de lens van uw camera schijnt.
Zand
Zand kan funest zijn voor uw fotoapparatuur, wanneer u een cameratas van canvas meeneemt naar het strand, vraagt u om moeilijkheden omdat zand altijd zelfs door de kleinste opening zijn weg zal vinden. Wanneer er zand op of in uw fotoapparatuur komt wacht dan met schoonmaken tot u het strand verlaten heeft en probeer het er niet af te wrijven want zand werkt als schuurpapier op uw dure fotoapparatuur. Probeer zand weg te blazen met uw eigen adem, met een spuitbus met samengeperste lucht of een balgje. De beste methode om uw kostbare apparatuur te beschermen is het in een plastic zak te stoppen die u goed kunt afsluiten. Zorg dat op alle lenzen filters zitten en wrijf eerst uw handen schoon voordat u apparatuur uit uw tas haalt. Verwissel nooit een objectief op het strand, dit is zelfmoord voor uw camera. Wanneer u een dure spiegelreflex camera mee wilt nemen naar het strand, zet er dan thuis een universeel objectief op en laat deze zitten tot u weer thuis bent.
Vocht en zeewater
Water en zout zeewater in het bijzonder zijn killers voor uw fotocamera. Elk jaar overlijden weer fotocamera’s omdat ze in zee gevallen zijn of omdat er een plens water tegenaan gespat is. Polsbandjes en nekbandjes kunnen de camera redden maar het best is toch de situatie goed inschatten en onnodig risico voorkomen. Vocht kan zich ook nog op een andere wijze manifesteren in de vorm van condens water. Sommige mensen hebben daarom ook speciale vochtvreter zakjes in de cameratas.
Zout
Het zout dat uit het zeewater komt kan neerslaan op uw camera en lenzen. Het beste is ook om na een dag aan het strand, thuis uw camera en lezen met een speciaal doekje schoon te maken. Probeer ook het openen van de camera voor het verwisselen van batterijen en geheugenkaartjes tot een minimum te beperken om te voorkomen dat zout neerslaat in en op uw camera.
Diefstal
Elk jaar worden weer veel dure camera’s op het strand gestolen. Wanneer u de camera meeneemt naar het strand houdt deze dan in het zicht en gebruik de camera niet te opvallend. Het beste kunt u geen dure camera meenemen naar het strand maar een kleine compact camera die makkelijker bij u te houden is of op te bergen en niet zo opvalt.
Ongewenst fotograferen
Dit is een bijzonder geval waarbij u zelf en uw camera het risico loopt om te beschadigen. Niet iedereen op het strand is er van gediend om gefotografeerd te worden. Wanneer u een foto maakt van uw kinderen of familie of vrienden, pas dan altijd op wie u “per ongeluk” mee fotografeert. Doordat er in het verleden met regelmaat misbruik is gemaakt van stiekeme foto’s op het strand kan de persoon in kwestie of de ouders van andere kinderen hier niet van gediend zijn en dit ook aan u kenbaar maken. Dit kenbaar maken kan ook met enig verbaal en of lichamelijk geweld gepaard gaan. Pas dus op wat u fotografeert en vraag desnoods eerst toestemming of ga dicht genoeg bij het onderwerp staan zodat duidelijk is wat u wel en niet fotografeert.
Een polarisatiefilter gebruiken
In de zomer ziet u vaak hele mooie blauwe luchten maar vaak komen deze op een zomerfoto grijs en flets over. Met een polarisatiefilter kunt u dit voorkomen. Ook zal het polarisatiefilter de kleur van de zee verbeteren en een grotere reeks tinten zichtbaar maken en ongewenste reflecties wegwerken. Al met al een reden om zomers altijd een polarisatiefilter bij u te hebben. Door het filteren van gepolariseerd licht kunnen luchten donkerder worden. Ook komen wolken beter uit omdat ze witter lijken. Het effect van een polarisatiefilter is afhankelijk van de kleur van de lucht, een polarisatiefilter kan een grijze lucht niet blauw maken maar de al aanwezige blauwe kleur van de lucht wel versterken. Ook is het effect afhankelijk van de positie van de camera ten opzichte van de zon. In zeker opzicht werkt een polarisatiefilter net als een polaroid zonnebril. U kunt met een polarisatiefilter ook schitteringen wegnemen van water, maar ook de glans en reflecties op andere niet-metalen oppervlakken. Bedenk wel goed dat niet alle materialen het licht polariseren, metalen oppervlakken reflecteren geen gepolariseerd licht. Schroef het filter op het objectief en kijk door de zoeker, het beeld zal nu al iets donkerder zijn. Door het filter te verdraaien zal het beeld veranderen, de lucht zal lichter of donkerder worden, reflecties worden weggenomen en kleuren worden intenser. Draai het filter tot u het door u gewenste effect bereikt heeft.
Sfeerfoto bij zonsondergang in de zomer
Deze foto is genomen op het strand in Zeeland op een nazomer avond. Het was de bedoeling om een lieve sfeerfoto te maken met de ondergaande zon op de achtergrond. Het liefste had ik de beide gezichten in de ondergaande zon gezet, maar helaas de zon was al onder. Wel was er een zeer fraaie lucht en ik besloot toch een foto te maken. Omdat het al behoorlijk donker was moest ik een lange sluitertijd gebruiken. Mijn hand is vrij stabiel maar met een lange sluitertijd een foto uit de losse hand maken gaat helaas niet. Ik ben toen op mijn billen in het zand gaan zitten waardoor ik ook een ander perspectief kreeg en heb mijn knie als statief gebruikt. Het resultaat is werkelijk erg mooi op een 30 x 40 afdruk en hangt nu bij het paar in de kamer. Het was een creatief idee dat achteraf bijzonder goed uitgepakt heeft.
Algemene tips voor zomerfotografie en vakantiefoto’s
Natuurlijk wilt u de onvergetelijke vakantie in foto’s vastleggen, maar hoe maakt u mooie vakantiefoto’s. Voor vakantiefoto’s gelden zeker de regels van het maken van zomer en strandfoto’s die u ook op deze pagina kunt vinden. In dit digitale tijdperk lijkt het maken van een foto zo eenvoudig, even kijken een druk op de knop en de camera doet alles automatisch. Hier volgen een paar handige tips voor het maken van mooie en interessante vakantiefoto’s.
- Let goed op dat de camera niet met zand of water in aanraking komt en zorg voor een goed beschermende cameratas;
- Wanneer u een strand fotografeert kunt u saaie resultaten vermijden door een hoog of laag standpunt op te zoeken en er voor te zorgen dat er op de voorgrond iets interessants staat zoals een bootje, een rotspartij, een boom of een persoon;
- Zorg dat u een derde of twee derde lucht of zeer op de foto zet, de scheiding tussen lucht en land of zee en lucht niet in het midden zetten. Zorg ook bij het fotograferen van de zonsondergangen dat de horizon niet in het midden van het beeld komt;
- Wanneer u op het strand fotografeert, let dan goed op de lijnen. Een foto recht in de richting van de zee met enkel horizontale lijnen is meestal saai. Een foto langs de kustlijn geeft meer een dieptegevoel;
- Over het algemeen zal laag licht de rimpelingen goed laten uitkomen, volle zon in de middag uren is het minst geschikt om foto’s te maken. Ook speelt hierbij mee dat er weinig schaduwen zijn waardoor foto’s effen en vlak worden;
- Probeer mensen ongemerkt te fotograferen dit geeft de stemming en sfeer veel beter weer dan geposeerde foto’s;
- Wanneer u op het strand portretfoto’s wilt maken, overweeg dan de flitser van je camera te gebruiken. Zonlicht kan harde schaduwen op het gezicht veroorzaken en de ‘invulflits’ helpt dit effect te voorkomen;
- Stel de camera in op 100 Asa/Iso, net zoals u vroeger voor de zomer 100 Asa film kocht;
- Waneer uw camera een voorkeur instelling heeft voor zomer of strand fotografie selecteer deze dan vooraf;
- Gebruik een polarisatiefilter om de kleuren zo goed mogelijk te vangen.