Vergelijkingen

vergelijking taal In de Nederlandse taal kennen we vergelijking om zaken krachtiger uit te drukken of te verduidelijken. Dit is een vorm van beeldspraak waarbij een zaak of begrip met iets anders in verband wordt gebracht door middel van “als”, “zoals” of bijvoorbeeld “gelijk”. Soms is de vergelijking niet erg duidelijk maar is de vergelijking historisch zo gegroeid. Soms verhaspelen mensen deze vergelijkingen wel eens en soms komen verschillende vormen van deze vergelijkingen voor waardoor er wel eens discussie ontstaat over welke vorm de goede vorm is. Op deze pagina staat een alfabetisch overzicht van vergelijkingen met de korte uitleg. Vriendelijke groet, Hein Pragt

Overzicht van vergelijkingen

A

Als een donderslag bij heldere hemel – Een zeer onverwachte gebeurtenis.


Als een rots in de branding – Iemand op wie je altijd kunt {-vertrouwen}.


Als een tang op een varken slaan – Onzin, dat slaat nergens op.


Als haringen in een ton – Heel dicht op elkaar


D

Dat staat als een paal boven water – Dat is zeker


Drinken als een tempelier – Overmatig drinken.


E

Eruitzien als een beest – Er vies en haveloos uitzien


G

Groeien als kool – Snel groeien


H

Het is zo breed als het lang is – Het verandert niets aan de zaak.


Het is zo klaar als een klontje – Het is helemaal duidelijk.


L

Lachen als een boer die kiespijn heeft – Lachen maar het zelf eigenlijk niet leuk vinden


P

Praten als een kip zonder kop – Veel onzin vertellen.


S

Schreeuwen als een mager (speen)varken – Erg hard schreeuwen.


Slapen als een roos – Heerlijk vast slapen.


V

Vechten als een leeuw – Heel hard vechten


Z

Zich voelen als een kat in een vreemd pakhuis – Zich niet zo fijn voelen in vreemde omgeving


Zo arm als de mieren – Erg arm zijn.


Zo bang als een haas – Heel erg bang zijn.


Zo bang als een wezel – Heel erg bang zijn.


Zo bleek als de dood – Erg bleek zijn.


Zo blij als een kind – Heel erg blij zijn.


Zo blind als een mol – Erg blind zijn of niet kunnen zien.


Zo brutaal als de beul – Erg brutaal zijn of een grote mond hebben.


Zo dik als een pad – Erg dik zijn.


Zo dom als het achtereind van een varken – Erg dom en onnozel zijn.


Zo dood als een pier – Dood zijn.


Zo doof als een kwartel – Erg doof zijn of heel slecht horen.


Zo dronken als een tor – Erg dronken zijn.


Zo druk als een klein baasje – Veel kleine klusjes moeten doen.


Zo eerlijk als goud – Heel eerlijk en oprecht zijn.


Zo fris als een hoentje – Heel fris zijn of nog erg jong.


Zo gek als een deur – Knettergek zijn.


Zo gezond als een vis – Heel gezond zijn / voelen.


Zo glad als een aal – Iemand die zich overal uit weet te praten.


Zo goed als nieuw – Het ziet er nog goed uit.


Zo groen als gras – Jong en onervaren zijn.


Zo hard als een spijker – Erg hard zijn.


Zo hard als steen – Erg hard zijn.


Zo helder als de brand – Zeer helder en blinkend.


Zo helder als glas – Heel erg helder


Zo helder als koffiedik – Niet duidelijk of troebel zijn.


Zo koppig als een ezel – Heel erg koppig zijn.


Zo koud als een kikker – Erg koud


Zo lek als een mandje – Heel erg lek zijn.


Zo lek als een zeef – Heel erg lek zijn.


Zo lelijk als de nacht – Erg lelijk zijn.


Zo licht als een veertje – Erg weinig wegen.


Zo link als een looien deur – Zeer sluw en niet te vertrouwen zijn.


Zo mager als een lat – Erg mager of dun zijn.


Zo mak als een lammetje – Heel erg kalm en rustig zijn.


Zo moe als een hond – Heel erg moe zijn.


Zo moedig als een leeuw – Erg moedig zijn, veel durven.


Zo nijdig als een spin – Erg kwaad zijn.


Zo oud als Methusalem – Iemand die heel erg oud is (Bijbelse vergelijking).


Zo oud als de weg naar Rome – Heel erg oud zijn.


Zo plat als een dubbeltje – Erg plat zijn.


Zo recht als een kaars – Heel recht.


Zo rood als een kreeft – Erg rood of verbrand door de zon.


Zo rot als een mispel – Heel erg rot zijn.


Zo schuw als een wezel – Heel erg schuw zijn.


Zo slank als een den – Erg slank of dun zijn.


Zo slap als een vaatdoek – Zich lichamelijk erg zwak voelen.


Zo slim als een vos – Heel erg slim zijn, vossen worden als zeer slim gezien.


Zo sterk als een beer – Heel erg sterk zijn.


Zo stijf als een plank – Erg stijf zijn of niet lenig.


Zo stil als een muis – Heel erg stil zijn.


Zo traag als een slak – Erg traag of langzaam zijn.


Zo trots als een pauw – Heel trots zijn.


Zo vast als een huis – Zeker zijn, iets dat vaststaat.


Zo vet als modder – Erg dik en vet zijn.


Zo vlug als water – Erg snel zijn.


Zo vrij als een vogeltje – Zich bijzonder vrij voelen.


Zo waar als ik Reinaart heet – Sluw zijn en bedriegen (naar de vos Reinaart).


Zo wit als een doek – Erg wit zijn / een witte huidskleur.


Zo wit als sneeuw – Heel wit zijn.


Zo zacht als dons – Heel erg zacht zijn.


Zo zacht als zijde – Heel erg zacht zijn.


Zo ziek als een hond – Erg ziek zijn / voelen.


Zo zijn we niet getrouwd – Dat hebben we niet afgesproken.


Zo zwart als roet – Iets dat erg zwart is.


Meer pagina’s over communicatie & taal

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *