Levensbeschouwing

Afgunst

Deze pagina gaat over afgunst, een toch regelmatig gevoelde emotie die niet voor niets dit één van de hoofdzonden in het christelijke geloof is. Afgunst kan mensen tot vrij irrationele daden aanzetten en afgunst brengt meestal niet het beste in de mensen naar boven. Er is een groot verschil tussen afgunst en jaloezie, bij afgunst gaat het voornamelijk om het willen hebben wat de ander heeft en bij jaloezie meestal de angst om iets te verliezen. (Afgunst wordt veeleer geboren uit de onvolkomenheid van hem die haar koestert, dan uit de volkomenheid van hem die haar inboezemt. (Comtesse Diane de Beausacq). Vriendelijke groet, Hein Pragt

Op de inhoud van deze pagina rust copyright © Hein Pragt.

Afgunst (Een van de zeven hoofdzonden)

jaloers In tegenstelling tot andere hoofdzonden kent afgunst geen genot. Afgunst voelt en doet niet goed en de mens kwelt zichzelf zonder dat hij er enig voordeel uit haalt. Maar ondanks dat afgunst alleen maar negatief is schuilt wel een beetje in iedereen. Vooral bij kinderen is het goed te zien, kinderen willen altijd vaak net datgene hebben wat andere kinderen hebben. Op driejarige leeftijd is dit gedrag vrij normaal maar helaas komt het ook bij volwassen mensen regelmatig voor. Het is een taak van ouders kinderen te leren omgaan met deze negatieve emotie en te leren om hier niet aan toe te geven. De kunst van leven zonder afgunst is te leren genieten en het kunnen accepteren van het geluk van de anderen want geluk kan ook zeer aanstekelijk zijn. Ouders kunnen hun kinderen dus leren om iemand anders het geluk te gunnen in plaats van afgunstig te zijn. Afgunst is dus een zeer slechte eigenschap van de mens die zeer veel ellende en verdriet veroorzaken kan.

Wanneer we gevoelens van afgunst voelen kunnen we hier op verschillende wijze mee omgaan, u kunt u spiegelen aan een ander en u laten inspireren door het succes van de ander of door hard aan uzelf te werken trachten om op hetzelfde niveau of hoger te komen. Helaas gebruiken veel mensen een andere methode door met roddel, achterklap en negatieve kritiek de ander omlaag te halen waardoor men deze op het eigen niveau brengt, of plaatst. Het lijkt er dan op dat men zelf gestegen is en dat men net zo goed is als de ander, het tegenovergestelde is helaas waar. Er zitten dus twee kanten aan afgunst, het kan leiden tot vijandigheid en wraakzucht maar ook prikkelen tot creativiteit en zelfontplooiing.

Er is een verschil tussen afgunst en jaloezie die meestal voorkomt uit angst, bij afgunst gaat het voornamelijk om het willen hebben wat de ander heeft. Er zijn een paar dingen die u zelf kunt doen om met gevoelens van afgunst om te gaan of deze te verminderen. Eerst moet u proberen door kritisch naar uzelf te kijken welke eigenschappen of tekortkomingen van uzelf deze om afgunstige gevoelens veroorzaken. Dit kan bijvoorbeeld met uw zelfbeeld te maken hebben of het gevoel niet goed genoeg of niet knap genoeg te zijn of minder succes te hebben dan een ander. U kunt zich ook afvragen of u echt gelukkiger zouden zijn als u hetzelfde zou hebben als diegene voor wie u afgunst voelt. Wat helpt bij afgunst is ook het tellen van de eigen zegeningen en u te richten op de dingen die u wel heeft in plaats van de dingen die u niet heeft. Wanneer u bijvoorbeeld zelf graag een dochter wilde hebben maar alleen zonen gekregen heeft, kunt u verbitterd reageren naar mensen die wel dochters hebben of denken aan het feit dat u zelf een paar gezonde kinderen heeft. De keuze voor een gelukkig bestaan zonder afgunst is meestal een eigen keuze.

De vreugde van bewonderen is de beloning van hen die vrij zijn van afgunst. (Comtesse Diane de Beausacq)

De gevaarlijkste hartziekten zijn nog steeds: afgunst, haat en hebzucht. (Pearl S. Buck)

Afgunst in de bijbel

In de Bijbel staan veel verhalen over zowel goede als slechte dingen en veel van deze verhalen hebben een bijzondere betekenis of boodschap en dienen om de lezer een wijze les te leren. Een van deze verhalen is het verhaal van Kaïn en Abel.

Het Bijbelverhaal van Kaïn en Abel

De mens had gemeenschap met zijn vrouw Eva; zij werd zwanger en bracht Kaïn ter wereld, en zij sprak: ‘Door de gunst van de HEER heb ik een mannelijk kind voortgebracht.’ Vervolgens baarde zij Abel, zijn broer. Abel werd schaapherder en Kaïn landbouwer. Na verloop van tijd bracht Kaïn een offer aan de HEER van de vruchten van de grond. Ook Abel bracht een offer, de eerstgeborenen van zijn beste schapen. De HEER zag genadig neer op Abel en zijn offer, maar op Kaïn en zijn offer sloeg Hij geen acht. Een wilde woede greep Kaïn aan, en zijn gezicht werd grimmig. De HEER zei tegen Kaïn: ‘Waarom bent u woedend, en waarom staat uw gezicht zo grimmig? Als u het goede doet, is er opgewektheid; maar doet u het goede niet, dan loert de zonde als belager aan uw deur, klaar om u te grijpen. Zult u hem de baas kunnen blijven?’ Daarop zei Kaïn tegen zijn broer Abel: ‘Laten we gaan wandelen.’ Buiten viel Kaïn zijn broer aan en vermoordde hem. De HEER zei tegen Kaïn: ‘Waar is uw broer Abel?’ Hij antwoordde: ‘Ik weet het niet. Ben ik dan de hoeder van mijn broeder?’ En Hij zei: ‘Wat hebt u gedaan? Hoor, het bloed van uw broer roept uit de grond naar Mij! Daarom zult u vervloekt zijn, verbannen van de grond die zijn mond heeft geopend om uit uw hand het bloed van uw broer te ontvangen! De grond die u bewerkt zal niets meer opbrengen; een zwerver en een vagebond zult u zijn op de aarde!’ Kaïn zei tegen de HEER: ‘Die straf is te zwaar om te dragen. U jaagt mij weg van de bebouwde grond, en ik zal ver van U vandaan moeten blijven. Ik zal een zwerver en een vagebond zijn op de aarde, en iedereen die mij ontmoet kan mij doden.’ Maar de HEER antwoordde: ‘Nee! Wie het ook is die Kaïn doodt, hij zal zevenvoudig boeten!’ En de HEER gaf Kaïn een merkteken, om te voorkomen dat ieder die hem ontmoette hem zou doden. Daarna trok Kaïn weg uit de nabijheid van de HEER en vestigde zich in het land Nod, ten oosten van Eden.

Commentaar

Dit verhaal toont aan dat afgunst het grootste vergif is dat een gemeenschap kan binnensluipen. Sommige mensen kunnen niet verdragen dat het anderen goed gaat en ze proberen in woord en daad, en soms zeer subtiel, de andere onderuit te halen. Een goed voorbeeld van afgunst staat zelfs al op de eerste bladzijden van de bijbel. Kaïn kan niet verdragen dat het brandoffer van zijn broer Abel door God met grotere welwillendheid wordt aanvaard dan zijn eigen offer. Hij wordt somber, de vrede verdwijnt uit zijn hart en hij zoekt een middel om het succes van zijn broer eronder uit te halen en te wreken en de vreugde in zijn hart verdwijnt. De bijbel toont hier dat de afgunst heel ver kan gaan, zelfs tot broedermoord. De naastenliefde verdwijnt uit het hart en gevoelens van haat komen in de plaats en de andere wordt met alle mogelijke denkbeeldige fouten bekleed en men raakt gefixeerd in de negativiteit. Afgunst is dus zo oud als de mensheid en al heel vroeg begreep de mens als dat afgunst een grote bron van ellende en een grote bron van kwaad is. Ook afgunst tussen familieleden kan voor veel verdriet zorgen omdat afgunst de genegenheid, liefde en broederschap om zeep helpt.

Meer levensbeschouwing pagina’s

Evolutie

Charles DarwinDe evolutietheorie is een wetenschappelijke theorie over het ontstaan en de ontwikkeling van de verschillende soorten organismen op aarde. Deze theorie combineert de natuurlijke selectie van Charles Darwin’s evolutietheorie met de erfelijkheidsleer van Mendel. Charles Darwin was de eerste die stelde dat natuurlijke selectie een verklaring is van het evolutieproces. Aanhangers van de evolutie theorie noemen zich daarom ook wel darwinisten. Darwin kende de erfelijkheidswetten echter nog niet en sloeg in dit opzicht de plank dan ook volledig mis. Een aardig detail is nog dat Darwin een gelovig mens was en geloofde in de schepping, hij was echter niet dogmatisch. Zijn tijdgenoot Gregor Mendel had al voor de publicatie van De oorsprong der soorten de erfelijkheidswetten ontdekt, later naar hem de Wetten van Mendel genoemd. Toen later de chromosomen als dragers van de genen werden ontdekt en de structuur van het DNA waaruit de chromosomen bestaan, werd opgehelderd bleken die allemaal precies te passen in de al bestaande theorie, en deze zelfs belangrijk te kunnen verfijnen. Vriendelijke groet, Hein Pragt.

Op de inhoud van deze pagina rust copyright © Hein Pragt.

Inleiding evolutietheorie

Volgens de evolutietheorie is al wat leeft ontstaan door evolutie. Dieren en planten hebben zich ontwikkeld uit voorgaande organismes en elke soort organisme heeft zijn eigen eigenschappen, waarvan elk lid een variatie van deze kenmerken bezit. Alle mensen hebben bijvoorbeeld twee ogen, maar sommige hebben blauwe en andere bruine ogen. Organismen kunnen door de loop van de tijd veranderen doordat natuurlijke selectie plaats vindt, sterkere soorten of soorten met bepaalde eigenschappen overleven en andere eigenschappen sterven langzaam uit. De omgeving beïnvloedt de overlevingskans van een lid van een bepaalde soort. De overgeblevene zijn de ouders van de nieuwe generatie van deze soort en geven hun genen (en dus hun kenmerken) door. Bepaalde eigenschappen kunnen dus verloren gaan en andere worden gehandhaafd of evolueren zelfs. Spencer zou deze evolutie theorie later ook vanuit een sociale invalshoek bekijken, dit noemde hij ‘survival of the fittest’ waarbij het woord ‘fittest’ slaat op het ‘best aangepast zijn aan de omstandigheden’.

Mensen die deze theorie proberen te ontkrachten komen vaak aan met het argument dat een worm alleen maar hinder zou hebben van zich ontwikkelende poten tot ze totaal volgroeid zouden zijn en dat dit dus een bewijs is dat een worm nooit zou muteren naar een worm met pootjes. Dit is echter omgekeerde bewijsvoering omdat een worm inderdaad geen enkele baat heeft bij pootjes en het eerder zo zou zijn dat een worm zich aanpast door elke vorm van uitsteeksels te verliezen. De meeste slangen hebben ook hun poten totaal verloren, hoewel de plekken waar ze ooit gezeten hebben nog steeds te herkennen zijn. Bij pythons en boa’s zijn er nog rudimentaire achterpoten aanwezig.

De oorsprong van het heelal

Volgens de laatste inzichten is het heelal ongeveer 13,7 miljard jaar oud, het heelal is ontstaan tijdens de oerknal. De oerknal was geen knal, maar meer een soort uitdijen waarbij enorm veel energie vrijkwam en uit die energie ontstond alle materie en ruimte en tijd. Minder dan een miljoenste seconde na de oerknal begon het heelal snel uit te dijen en de temperatuur was enorm hoog. Driehonderdduizend jaar na de oerknal was het heelal afgekoeld tot 5700 graden Celsius en ongeveer een miljoen jaar na de oerknal werden de eerste atomen gevormd bij ongeveer drieduizend graden Celsius. Het heelal bestond na het vormen van de eerste atomen hoofdzakelijk uit waterstofgas, sommige gasdeeltjes werden door de zwaartekracht naar elkaar toe getrokken. Waar de druk en temperatuur in de gaswolken heel hoog werden, smolten de kerndeeltjes samen (kernfusie) en werden steeds zwaardere elementen gevormd. Dit waren de eerste sterren, die zich onder invloed van de zwaartekracht in sterrenstelsels groepeerden. Onze melkweg is een sterrenstelsel dat meer dan tien miljard jaar geleden is ontstaan en het bevat ongeveer honderd miljard sterren.

Zo ontstond ook ons zonnestelsel als een paar grote ronddraaiende brokken met in het midden de grootste brok die de zon zou worden. De brokken er omheen worden de planeten waarvan de aarde er dus één is, de planeet die de derde planeet vanaf de zon is. De zon bestaat voor het grootste deel uit waterstof en helium en binnenin de zon zijn de temperatuur en druk zo hoog dat de kernen van de waterstofatomen samensmelten. Zo’n kernfusie levert een grote hoeveelheid energie, waarvan de zon een deel uitstraalt. En weer een klein deel daarvan wordt door de aarde opgevangen, en maakt het leven op onze planeet mogelijk. In het begin was de aarde nog heel heet en zelfs compleet vloeibaar, maar langzaam begon de aarde af te koelen en ontstond er een harde korst om de aarde. Door de inslag van een andere planeet ontstond der een brok dat rond de aarde ging draaien en dat werd de maan. Er was nu een aarde, maan en zon maar de aarde was absoluut niet leefbaar. Er was nog geen dampkring, de aarde was nog enorm warm en de gassen die rond de aarde zweefden waren uiterst giftig, Maar de afkoeling van de planeet aarde ging door. Door inslagen van meteorieten kwam er waarschijnlijk ijs en dus ook water op de aarde en ontstonden de oceanen. En juist hierin kon de eerste vorm van leven op aarde ontstaan.

De oorsprong van het leven

Men gaat er dus van uit dat de Aarde ca. 4,55 miljard jaar geleden is ontstaan en daarna nog lange tijd totaal ongeschikt was om leven te laten ontstaan. Na c.a. 600 miljoen jaar waren er al oceanen van vloeibaar water op de jonge aarde en was de aarde ook wat afgekoeld, maar de samenstelling van de atmosfeer was nog heel anders dan nu. De aarde was toen een relatief gunstige plek voor het ontstaan van leven. De aarde bevatte redelijke hoeveelheden waterstof, zuurstof, koolstof, fosfor, stikstof, zwavel en calcium, elementen om complexe organische moleculen te vormen die de basis zijn voor het leven. Ook waren er grote zeeën waarin deze elementen door elkaar heen zweefden, zodat chemische reacties plaats konden vinden.

De evolutietheorie veronderstelt dat er zich miljoenen jaren geleden een apart fenomeen voordeed. Ergens in de zeeën, die nog erg warm waren, vormden zich moleculen tot grotere moleculen. Deze grote moleculen verschenen er in steeds meer soorten en ergens is er door de samenvoeging van een groot aantal van deze moleculen een molecuul ontstaan met een zeer aparte eigenschap, namelijk de eigenschap om vanuit zijn omgeving de stoffen op te nemen en daarmee een kopie van zichzelf te maken. Dit eerste kopiërende molecuul wordt ook wel een “replicator” genoemd. Nu is het zo dat er tijdens het replicatieproces niet altijd goed verloopt, soms ontstonden er een kopie die niet 100% identiek was aan het origineel, dit noemen we een mutatie. Vaak hadden deze mutaties niet de mogelijkheid om zichzelf weer te kopiëren, maar een klein gedeelte had deze eigenschap wel. Doordat sommige van deze mutanten een voordeel hadden ten opzicht van de andere replicatoren namen deze sneller toe dan de rest. Uiteindelijk zijn er dus mutanten ontstaan die een manier gevonden hebben om gebruik te maken van andere replicatoren en zo zijn er meercellige organismen ontstaan.

Wanneer we al het leven op deze aarde bekijken dan kunnen we ons afvragen waar al deze verschillende soorten vandaan komen. Ook in deze tijd kunnen we zien dat nieuwe soorten kunnen ontstaan uit andere en dat bijvoorbeeld door een fokprogramma een diersoort zelfs compleet van uiterlijk kan veranderen of veel grote of kleiner kan worden. Er kunnen zelfs nieuwe eigenschappen ontstaan die in de oudere soorten niet voorkomt. Bij planten werd er al eeuwenlang gekruist om nieuwe soorten te ontwikkelen. Het veranderen of evolueren van soorten is dus ook in deze tijd nog een normaal verschijnsel. Wanneer we de complexiteit van een mens als enorme chemische installatie bekijken en alle processen bekijken die wij “leven” noemen dan lijkt het bijna onmogelijk dat dit door evolutie tot stand is gekomen. Toch kunnen we stapsgewijs afdalen in de complexiteit van levende wezens en beginnen met de kleine wezens die vele malen minder complex zijn om de waarschijnlijke oorsprong van het leven te doorgronden en via wetenschappelijke experimenten aan te tonen. Helaas is het niet mogelijk om terug in de tijd te kijken om te ontdekken hoe en wanneer het leven is ontstaan, het is wel mogelijk om aan te geven op welke manier het had kunnen gebeuren en hoe groot de kansen van deze mogelijkheden waren. Het leven zelf moet vele miljoenen jaren geleden namelijk ook een keer “geboren” zijn. Aan de basis van het leven zoals wij dit kennen staat het ontstaan van complexere moleculen, zelfreplicatie en bijvoorbeeld het ontstaan van celmembranen.

Stanley Miller deed in 1953 proeven met een opstelling waarin hij de omgeving van de primitieve aarde probeerde na te bootsen. Hij stopte gassen zoals methaan, ammoniak en waterstof in een glazen buizenstelsel dat voor een gedeelte ook gevuld was met water. Dit mengsel werd blootgesteld aan elektrische ontladingen en nadat de opstelling een week had gestaan, werd de samenstelling van het water geanalyseerd. Het bleek dat er zich allerlei moleculen hadden gevormd die een week daarvoor nog niet aanwezig waren zoals suikers, aminozuren en ureum. Dit zijn complexe moleculen die noodzakelijk zijn voor het functioneren van organismen. Hoewel deze verbindingen nog steeds erg simpel waren, werd wel duidelijk dat essentiële verbindingen vanzelf konden ontstaan op onze primitieve aarde.

DNA en RNA

rna en dna De kern van organismen is het DNA, dit bevat de “bouwtekening” van het organisme en het is in staat de vorming van complexe moleculen voor de cel in gang te zetten en ook weer te stoppen. Waarschijnlijk is het leven ooit begonnen als een eenvoudig molecuul dat lijkt op DNA en dat de mogelijkheid had om een kopie van zichzelf te maken. DNA (en verwante moleculen zoals RNA) bestaan uit een lange draad van afwisselend een suiker en een fosfaat groep. Aan elke suiker zit een Base en de opeenvolgende combinatie van deze basen vormt de genetische code van een organisme. Deze basis bouwstenen zijn waarschijnlijk dus min of meer spontaan gevormd uit de op aarde aanwezige elementen. Ook ontstonden er waarschijnlijk RNA moleculen die een bepaald eiwit (enzym) aanmaakte dat op zijn beurt de reproductie van dat RNA-molecuul bevorderde. Op deze wijze ontstond een eerste zichzelf namakende molecuul.

We kunnen ons nu voorstellen dat er op aarde iets was ontstaan dat in staat was zichzelf na te maken maar cellen van huidige organismen zijn veel ingewikkelder dan één enkel RNA molecuul. Essentieel voor een cel is bijvoorbeeld een omhulsel die alles bij elkaar kan houden in de vorm van het celmembraan. Het celmembraan bepaalt wat de binnenkant en buitenkant van de cel is en ze zijn tevens in staat bepaalde stoffen toe te laten tot de cel of juist bepaalde stoffen uit de cel te laten ontsnappen. Een membraan bestaat uit een dubbele laag van fosfolipiden. Uit experimenten is gebleken dat deze micellen met een dubbele laag in water gevormd kunnen worden. Grotere vormen konden niet spontaan ontstaan maar het blijkt dat, grotere bollen (semicel) mogelijk gevormd kunnen zijn aan het oppervlak van een kleilaag. Er hechten zich ook wel andere stoffen aan kleilagen die de semicel konden helpen bij zijn groei. Zelfs het meest primitieve huidige leven zit vele malen complexer in elkaar en weten we nog steeds niet alles van de genetische code (die in elk organisme hetzelfde is), het ontstaan van chromosomen en het ontstaan van cellen die verschillende componenten bevatten. Er is dus nog genoeg werk te doen dus voor de evolutiebiologen, maar het is wel een heel spannend onderdeel van de wetenschap.

Evolutie van dieren en planten

Evolutie van dieren en planten Ongeveer 3.5 miljard jaar geleden ontstonden dus de de eerste eencellige levensvormen, deze in staat waren tot fotosynthese, zij namen kooldioxide en water in en veranderden dit in organische verbindingen, de energie hiervoor haalden ze uit het zonlicht. Vergelijkbare organismen bestaan nog steeds, algen, planten en bomen zijn ook in staat tot fotosynthese. In die tijd bevatte de atmosfeer veel koolzuur en amper nog zuurstof maar dat veranderde snel. De eencelligen konden snel groeien en zich vermenigvuldigen en ze veranderden grote hoeveelheden koolzuur in zuurstof. En er waren nog geen organismen die zuurstof verbruikten en daardoor nam het koolzuur in de atmosfeer snel af en nam de zuurstof toe. De eerste eencelligen hadden zich ontwikkeld in een koolzuurrijke atmosfeer maar nu werd de atmosfeer zuurstofrijk en koolzuur arm. Hierdoor veranderde een aantal eencelligen van zuurstof producenten in zuurstof consumenten. Zij aten de oude eencelligen op en verbranden ze met behulp van zuurstof en hierbij kwam weer koolzuur vrij zodat er na verloop van tijd weer een evenwicht was. Een aantal zuurstof consumenten leerde dat ze ook andere zuurstof producenten konden eten en er ontstonden steeds meer verschillende soorten eencelligen.

De soorten te gegeten werden begonnen zich verdedigen door te vluchten of zich te verbergen, de soorten die dit niet deden werden opgegeten en stierven uit. Zo ontstond door selectie de dran om te overleven. De jagers moesten zich ook aanpassen en ook de jagers die zich niet aanpasten, stierven uit. De soort die zich het best aanpasten vermenigvuldigden zich sneller en de soorten die zich niet verbeterden stierven vrij snel uit. In de loop van 3 miljard jaar ontwikkelden de eencelligen zich tot planten, weekdieren, insecten en vissen.

Daarna gingen de veranderingen sneller en sneller, dieren en planten veranderden steeds vaker en ze werden steeds intelligenter en complexer en c.a. 400 miljoen jaar geleden werden de vissen talrijk en c.a. 300 Miljoen jaar geleden verschenen de eerste amfibieën en reptielen en daarmee ook de eerste landdieren. In navolging van de insecten en weekdieren betraden de amfibieën en reptielen ook het land dat al overwoekerd was met varens en andere primitieve planten. Voor de eerste landdieren was er dus voedsel in overvloed wat waarschijnlijk ook de reden was om aan land te gaan. Sommige reptielen werden echte planteneters, anderen werden echte roofdieren. 245 Miljoen jaar geleden verschenen de eerste dinosauriërs die de aarde domineerden tot 65 miljoen jaar geleden. Toen sloeg waarschijnlijk een komeet of een meteorietenregen in op aarde en werd de aarde een paar eeuwen donker en zeer koud waardoor de grote dinosauriërs uitstierven, omdat ze zich niet konden aanpassen. Kleinere dieren in de zee en op het land overleefden de ramp, kort voor de ramp waren de eerste zoogdieren en vogels verschenen die warmbloedig waren en zo beter tegen de klimaatsverandering bestand waren.

Vanaf 65 miljoen jaar geleden tot 3 miljoen jaar geleden werden zoogdieren en vogels de dominante soorten. Verschillende soorten zoogdieren leerden om gereedschap te gebruiken en werden steeds slimmer. Hiervan stammen de chimpansees, de gorilla’s, de orang-oetans en uiteindelijk ook de mensen af. De diverse soorten ontwikkelden zich dus tijdens de evolutie van vele miljoenen jaren. Elke verandering vond heel geleidelijk plaats, niet elke verandering was even succesvol en wanneer een verandering niet een beter aangepaste soort opleverde stierf deze aanpassing ook uit. Darwin beschreef dit proces als “survival of the fittest”. Dit is niet “het recht van de sterkste” maar geeft aan dat een organisme dat een betere camouflage of beter vluchtgedrag heeft ook beter is. Het dier dat het best is aangepast aan de omgeving en daardoor de beste overlevingskansen heeft, was dus de ‘fittest’.

Verschillende theorieën over het uitsterven dinosaurussen

Dinosaurussen waren een lange periode de heersers over aarde en wat was dan de reden dat zij vrij plotseling uitstierven? En waarom overleefden krokodillen en hagedissen wel? Een wetenschappelijk verklaring is een plotselinge klimaatverandering als oorzaak van het uitsterven van de dinosaurussen, maar wat was dan de oorzaak van die klimaatverandering? Er bestaan een aantal theorieën over hoe de dinosaurussen konden uitsterven.

Theorie een: een vulkaan.

De kracht van een grote vulkaan uitbarsting is in staat om al het leven op aarde uit te wissen. Wetenschappers ontdekten dat er rond het einde van het tijdperk Krijt een verhoogde vulkanische activiteit was. Door een enorme vulkaanuitbarsting ontstonden er enorme hoeveel heden: as, lava en gas waardoor de zon niet meer door de enorme hoeveelheden stof kon doordringen. Water werd ondrinkbaar door de zure regen, en er was geen voedsel meer. Het is dus mogelijk dat een zeer grote vulkaanuitbarsting tijdens het einde van Krijt voor een dusdanige klimaatverandering zorgde dat de dinosaurussen uitstierven.

Theorie twee: de inslag van een meteoriet.

De inslag van een meteoriet is tegenwoordig de meest populaire theorie voor de verklaring van de klimaatverandering waardoor de dinosaurussen uitstierven, behalve de vliegende dinosaurussen. Aan het eind van het tijdperk Krijt stortte een grote asteroïde neer op aarde met een diameter van zo’n 180 kilometer die een kettingreactie van natuurrampen veroorzaakte. Er ontstonden tsunamis, er ontstond een aardbeving en er ontstonden enorme stofwolken die de zon voor jaren verduisterde. Hierdoor ontstonden grote temperatuurveranderingen waardoor het voedselketen totaal veranderde en de dinosaurussen uitstierven.

Theorie drie: de verdwijning van de ondiepe zeeën.

Door het schuiven van de aardplaten (tijden het tijdperk Krijt ontstaan de continenten zoals wij ze kennen) verdwijnen de ondiepe zeeën en dit speelt vermoedelijk een grote rol bij het verdwijnen van de dinosaurussen. Door het ontstaan van de huidige continenten en de terugtrekking van de ondiepe zeeën, veranderde ook het klimaat van subtropisch naar een klimaat met strenge koude winters en met hete en droge zomers waardoor de dinosaurussen uitstierven.

Het antwoord op deze puzzel laat nog op zich wachten, het uitsterven van de dinosaurussen nog lang een boeiend onderwerp en een reden tot onderzoek blijven.

Evolutie van de mens

evolutie van de mens Wanneer de evolutie geldt voor planten en dieren dan gaat deze ook voor de mens op. Volgens Darwin hebben wij een gemeenschappelijke voorouder met de (mens)apen en vanuit deze voorouder ontwikkelden zich de eerste mensachtigen. Deze soort was zeer goed aangepast en een paar miljoen jaar later bevolkten deze mensachtigen vanuit Afrika al de hele wereld. Dat mensen en apen gemeenschappelijke voorouders hebben is duidelijk te zien aan ons DNA, dat voor 98 procent gelijk is aan dat van chimpansee en bonobo. De laatste gemeenschappelijke voorouder van mens en deze apen soorten leefde waarschijnlijk vijf tot zeven miljoen jaar geleden en vier miljoen jaar geleden ontstonden uit deze voorouder de oudste mensachtigen (Australopithecus). Hieruit ontstond 2,5 miljoen jaar geleden het geslacht ‘Homo’, waar ook de moderne mens toe hoort.

Deze mensachtigen zijn waarschijnlijk ontstaan in Afrika en verspreide zich al snel over de wereld. Deze Homo erectus werd in Europa de voorouder van de Neanderthalers die 200.000 tot 40.000 jaar geleden leefden en parallel hieraan ging ook de evolutie van de mens in Afrika onverminderd door. De moderne mens (Homo sapiens) ontstond daar ongeveer 100.000 jaar geleden en verspreidde zich daarna ook snel over de wereld waarbij het alle regionale populaties, zoals bijvoorbeeld de Neanderthalers verdreef. Alle mensen die nu leven stammen uiteindelijk dus af van deze Afrikaanse voorouder.

Het gebruik van werktuigen is niet alleen een teken van intelligentie, maar heeft waarschijnlijk ook de evolutie van de mens sterk beïnvloed. Gedurende de laatste 2 miljoen jaar is het menselijk brein drie maal zo groot geworden en een groter brein vraagt veel energie. Vlees heeft een hogere voedingswaarde dan plantaardig voedsel, maar voor het jagen op grote dieren waren werktuigen zoals speren nodig en moest de mens in groepsverband gaan jagen. De oude steentijd begint ergens tussen 2 en 5 miljoen jaar geleden in Oost-Afrika, toen de eerste mensachtigen (Homo habilis) gereedschappen uit steen gingen maken. In het begin waren deze werktuigen vrij grof gemaakt maar in de latere periode verfijnd. Ook word over het algemeen aangenomen dat de ontwikkeling van taal samenhangt met de geleidelijke toename van de hersenmassa en de daarmee gepaarde intelligentie. De mens begon ook meer kleren te maken en meer te graveren en in de 20.000 jaar daarna begon de mens ook steeds meer te fabriceren zoals muziekinstrumenten.

De beginperiode van het Holoceen valt in de Midden-Steentijd ca. 8800 tot 4900 voor Christus. De mensen waren kleine groepjes jagers en verzamelaars die niet aan een vaste plaats waren gebonden. Ze maakten werktuigen van botten, hout en (vuur)steen en de mens breidde zijn leefgebied steeds verder uit. Het middendeel van het Holoceen valt samen met de Jonge Steentijd ca. 5300 tot 2000 v. Chr.. In deze periode deed de landbouw zijn intrede en door het verbouwen van voedsel raakten mensen meer gebonden aan vaste woonplaatsen. De mensen maakten aardewerk potten en ook de steen en houtbewerking ontwikkelden zich steeds verder. Tijdens de bronstijd en ijzertijd ca. 2000 tot 800 v. Chr. maakte de mens een grote sprong voorwaarts en werden er landbouwwerktuigen en ingewikkelde sieraden gemaakt.

Het Oude Egypte was een beschaving die rond 3300 v.Chr. is ontstaan langs de Nijl en deze beschaving ging pas ten onder in 332 v.Chr. na de verovering van Egypte door Alexander de Grote. De mens was al tot grootse dingen in staat en hoe gestructureerd deze maatschappij was, wordt duidelijk door de vele tempels en piramides die deze grootse beschaving naliet. De Grieken ontwikkelden het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek, filosofie, wiskunde, natuurkunde, biologie, enz. De Grieken en Romeinen ontwikkelden in de bouwkunst en beeldhouwkunst een cultuur die maatgevend werd voor de latere westerse beschaving. De Romeinen bouwden een imperium op en veroverden uiteindelijk ook Griekenland. De Grieks-Romeinse cultuur verspreidde zich door Europa, het Midden-Oosten en Noord-Afrika.

Onder leiding van Julius Caesar onderwierp Rome tussen 60 en 50 v.Chr. de Kelten in Gallië, die op dat moment bezig waren een stedelijke beschaving te ontwikkelen. Alleen de Germanen konden ze niet verslaan. De Romeinen verspreidden het Latijn en hun cultuur over hun rijk. Het christendom maakt ook zijn opmars, rond het jaar 300 maakte ongeveer acht tot tien procent van de bevolking deel uit van het christendom. Na het uiteenvallen van het West-Romeinse Rijk begonnen de vroege middeleeuwen. Er waren vele volkeren op drift en door de plunderingen die gepaard gingen met de grote volksverhuizing daalde de levensstandaard en het bevolkingsaantal in West-Europa behoorlijk. De Europese bevolking, die bij het begin van de jaartelling ongeveer 70 miljoen mensen telde kromp in de vroege middeleeuwen ineen tot 20 á 30 miljoen, dit kwam vooral door epidemische ziektes zoals de pest.

Vanaf deze tijd tot nu heeft de mens heel veel oorlogen gevoerd al dan niet voor de macht van de kerk of uit economische belangen. Desondanks was er ook een steeds snellere toename van wetenschappelijke en technische kennis, die helaas ook weer voor oorlog en geweld gebruikt werd. In 20e eeuw is de wetenschappelijke en technische kennis enorm vooruit gegaan maar heeft de mens ook twee grote wereldoorlogen gekent. De invloed van de mens op de aarde (maar ook de vernietigende kracht) is zeer groot geworden en het is zeer de vraag of de mens zijn eigen evolutie kan bijhouden.

Heeft Eva echt bestaan?

De meeste tegenstanders van de evolutietheorie denken dat de evolutionisten vinden dat de mens van de aap afstamde. En dit maken ze terecht wel eens belachelijk want het is ook niet waar. De mens stamt niet af van de aap, de mensen en de apen hadden een gemeenschappelijke voorouder, die zich aan de ene kant doorontwikkeld heeft tot aapachtige en waarbij een andere tak zich doorontwikkelde naar mensachtigen.

Elk jaar komen er weer nieuwe puzzelstukjes bij die ons meer informatie geven over ons verleden. Maar gelukkig is er nog het DNA en daarmee kunnen we ook nog het nodige te weten komen. Wetenschappers van de universiteit van Berkeley in de Verenigde Staten hebben een onderzoek uitgevoerd waarbij ze het DNA vergeleken van honderden mensen overal op aarde. De conclusie van dit onderzoek was opmerkelijk, het DNA van alle soorten mensen op aarde komt heel erg met elkaar overeen. Het DNA verschilde maar zo weinig dat men hieruit kon opmaken dat alle mensen op aarde moeten afstammen van één vrouw. Deze ene vrouw moet zo’n 200.000 jaar geleden in Afrika geleefd hebben. Hebben ze dan misschien Eva ontdekt? De onderzoekers hebben haar wel meteen Eva genoemd maar ze heeft weinig te maken met de Eva uit de Bijbel. Deze ene vrouw was toen zeker niet de enige vrouw op aarde en had ze gewoon een vader en een moeder.

Andere theorieën

De evolutietheorie is ook een theorie die wel vrij veel wetenschappelijke ondersteuning heeft, maar ook deze theorie kent enkele gaten en vraagtekens en zolang de wetenschap geen absoluut bewijs kan presenteren (zoals nu algemeen bekend is dat de aarde rond is) is er nog ruimte voor andere theorieën. Veel mensen hangen vanuit hun geloof het scheppingsverhaal aan en ook gelovige wetenschappers proberen bewijs te vinden dat deze theorie klopt en de evolutie theorie niet. Ik wil mij hier niet laten verleiden tot een discussie, aangezien ik zelf gemerkt heb dat dit zelden tot een ander standpunt zal leiden en wel veel wrevel oproept bij beide kanten. Wel wil ik de andere kant op deze pagina ook belichten om een zo breed mogelijk beeld te geven.


Creationisme.

Het creationisme is de opvatting dat alles het ontstaan te danken heeft aan een scheppingsdaad. Deze scheppingsdaad kan zowel gezien worden als een vrij plotseling en eenmalig gebeuren maar ook als een geleidelijk en voortgaand proces. Onder invloed van het christelijke creationisme is ook in de islam een zelfde beweging ontstaan, er zijn echter meer religies die een zelfde leer hebben. Bij sommige stromingen in het hindoeïsme gaat men er van uit dat de aarde 15 miljard jaar oud zou zijn en dat de mens al die tijd al heeft bestaan.

We kunnen enkele verschillende varianten onderscheiden:

  • de schepping in zes dagen van 24 uur enkele duizenden jaren geleden;
  • de schepping over een periode van vele miljoenen jaren;
  • de schepping door evolutie waarbij God staat achter het evolutieproces.

De eerste is het meest in overeenstemming met een letterlijke lezing van de Bijbel Genesis), de laatste is het minst in overeenstemming met een letterlijke lezing van de Bijbel, maar een compromis met de gevestigde wetenschap.


Schepping in zes dagen van 24 uur.

Het jonge-aardecreationisme gaat uit van een schepping zoals beschreven in het Bijbelboek Genesis, die zo’n zesduizend jaar geleden heeft plaatsgevonden. Een beperkte evolutie (micro-evolutie) wordt wel aanvaard, maar slechts als verklaring voor het ontstaan van varianten. Een verregaande “macro-evolutie” zoals voorgesteld in de evolutietheorie wordt niet aanvaard. Deze groep bestaat vooral uit overtuigde christenen die de evolutietheorie in strijd achten met hun religieuze opvattingen.


Schepping over een periode van miljoenen jaren.

Mede vanwege de ouderdom van aardlagen zoals vastgesteld door de gangbare wetenschap zijn er ook creationisten die geloven in een schepping over een periode van miljoenen jaren. Zij worden ‘oude-aardecreationisten’ genoemd en hebben dus geen moeite met de bevindingen van de moderne geologie. Ze accepteren de bestaande theorieën betreffende de leeftijd van het heelal, de aarde en de opvolging van soorten in het fossielenbestand.

Binnen de oude-aardecreationisme zijn er ook verschillende stromingen:

  • De dag – tijdperk theorie, die stelt dat de Bijbelse scheppingsdagen miljoenen jaren lang duurden en niet 24 uur.
  • De onderbrekingtheorie stelt dat er een miljoenen jaren lange onderbreking was tussen de eerste dag van de schepping en de laatste.
  • Het progressief creationisme stelt dat de Schepper voortdurend heeft ingegrepen in de ontwikkeling van het leven op aarde.
  • Swabhava (Sanskriet) voor zelfwording, waarbij de schepper zelf onderdeel is van al dat ontstaat.

Net als bij jonge-aardecreationisme wijzen ze de mogelijkheid van Darwiniaanse evolutie af, maar accepteren ze wel de wel micro-evolutie theorie.


Schepping via evolutie door God.

Ook zijn er gelovigen die in de schepping geloven maar ook in de wetenschap en de evolutietheorie. Ze horen bij de creationisten omdat ze in schepping geloven maar worden ook wel ’theïstische evolutionisten’ genoemd. Volgens deze leer heeft God het evolutieproces zelf geschapen en al het leven inclusief de mens is een bedoeld voortvloeisel van dit proces. Eén van de grondleggers van deze theorie en van de oerknal was Georges Lemaître. Hij was een priester en lid van Pauselijke Academie van Wetenschappen in Rome. De oerknal en de daarmee samenhangende evolutie van het heelal was volgens de Rooms-katholieke Kerk in overeenstemming met de Goddelijke schepping.


Intelligent design

Intelligent design (afgekort als ID) kan men vertalen als “intelligent ontwerp”. Dit is een vorm van creationistisme die het heelal, de aarde en het ontstaan van alle organismen verklaren als het werk van een “intelligente ontwerper”. Zij sluiten hiermee de evolutietheorie en de natuurlijke selectie en erfelijkheid uit. Binnen de wetenschap ziet men intelligent design dan ook niet als wetenschap maar een pseudo-wetenschap die gebruik maakt van teleologische argumenten. De beweging achter deze theorie probeert in de Verenigde Staten ook voor elkaar te krijgen dat deze theorie naast de evolutietheorie onderwezen moet worden op openbare scholen. In de praktijk komt het grootste deel van de ID aanhangers in Amerika uit de conservatief christelijke hoek, wat de suggestie zou kunnen wekken dat men met “intelligente ontwerper” de christelijke God bedoeld. De meeste Amerikaanse darwinisten stellen daarom dat ID een poging is om het creationisme via een achterdeur weer in het Amerikaanse onderwijs systeem te krijgen en dat de ontkenning van de relatie met de christelijke God alleen bedoeld is om de scheiding van kerk en staat in de Verenigde Staten te omzeilen. Ook in Nederland proberen aanhangers van ID deze theorie in het openbare onderwijs te binnen te loodsen. Veel tegenstanders van intelligent design stellen dan ook dat de theorie een goed vermomd creationisme is. Ook stellen ze dat het in wetenschappelijke termen geen theorie genoemd mag worden omdat de enige ondersteuning voor ID uit de religieuze hoek komt, en niet uit die van de biologische wetenschap.


Theïstisch evolutionisme

Een andere theorie die mij erg aanspreekt is het Theïstisch evolutionisme, of evolutionair creationisme. Deze overtuiging gaat er van uit dat alle klassieke religieuze leringen over God en de schepping verenigbaar zijn met de wetenschappelijke theorie van de evolutie. In deze overtuiging is God nog steeds de Schepper maar Zijn scheppingswerk heeft Hij voltrokken door middel van evolutionaire processen. Volgens deze overtuiging heeft God de wereld geschapen en ook het begin van het leven om het daarna volgens zijn natuurwetten te laten evolueren. In deze theorie kan de mensen een afstammeling van een mensaapachtige voorouder zijn, wat uiteindelijk de mens mens maakt, is dat God juist dit wezen heeft uitgekozen voor de schepping van de mens in de vorm van Adam.

Op een bepaald moment besloot God dus de mens te scheppen waar Hij Zich voor het eerst persoonlijk aan openbaarde en die de eersten waren die een relatie konden aangaan met hun Schepper. Een groot pleitbezorger voor deze theorie was professor Jan Lever (1922 – 2010). De gereformeerde Lever was hoogleraar biologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en hij stelde dat God de evolutie weliswaar in gang heeft gezet, maar daarna niet meer ingreep. De evolutie voltrok zich helemaal vanzelf, via toevallige genetische veranderingen en natuurlijke selectie. Daarbij bleef hij zijn hele leven trouw aan God, het goddelijke schuilt wat hem betreft vooral in de verwondering over de schoonheid van de natuur. Hij heeft tijdens zijn leven ook bekende gereformeerde wetenschappers zoals Andries Knevel en de Delftse nanotechnoloog Cees Dekker weten te overtuigen van het Theïstisch evolutionisme.

Zijn laatste boek was: “Een bioloog leest de Bijbel” waarin hij zijn visie op de betekenis van de bijbel (verhalen) zonder terughoudendheid weergeeft. Het geloof kan zeker iets met de evolutietheorie te maken hebben. De evolutietheorie is op sommige punten bewezen, daar kan men niet om heen tenzij men erg gekunstelde tegen theorieën bedenkt. Als we kijken in de bijbel is het ook niet gek om te denken dat er wel een vorm van evolutie geweest kan zijn. Er is soms veel strijd tussen de gelovigen en de evolutionisten. Mensen die een tussenweg zien, kunnen soms onder vuur komen te staan. Bedenk hierbij dat er tot de middeleeuwen veel mensen door de kerk gemarteld en ter dood gebracht zijn om het idee dat de aarde rond is, wat nu alom bewezen en aangenomen is.

Meer levensbeschouwing pagina’s

Over geluk

gelukkig zijn Deze pagina gaat over alle aspecten van geluk, geluksgevoel, geluksbeleving, de maakbaarheid van geluk en de vraag “wat is geluk”. Het verlangen naar geluk en gelukkig zijn is universeel menselijk, veel psychologen en filosofen hebben geprobeerd de betekenis van geluk te benoemen met woorden als zelf actualisatie, piek ervaring, individuatie, rijpheid en een subjectief gevoel van welzijn. Meestal impliceren deze etiketten vooral dat het leven als geheel goed, bevredigend en betekenisvol moet zijn. Helaas blijft het bij een ideaalbeeld, omstandigheden kunnen het leven een minder leuke wending geven. En toch kunnen mensen gelukkig zijn, ondanks al die hindernissen. Het gevoel van geluk lijkt vaak niet in alle externe omstandigheden te liggen maar juist in de wijze hoe de mens er zelf naar kijkt. Het najagen van geluk is voor de meeste mensen in deze tijd het uiteindelijke levensdoel. De meeste mensen kunnen toch gelukkig zijn, ondanks alle hindernissen die het leven soms opwerpt. Het gevoel van geluk lijkt vaak niet in alle externe omstandigheden te liggen maar juist in de wijze hoe de mens er zelf naar kijkt. Mensen die geluk ervaren kunnen op deze pagina met een glimlach bevestiging vinden en mensen die even een extra zetje nodig hebben kunnen in deze pagina inspiratie vinden. Geluk zit vaak in kleine dingen en het is de bedoeling dat deze pagina een bron van inspiratie voor geluk zal zijn, ik wens u veel leesplezier. Vriendelijke groet, Hein Pragt

Op de inhoud van deze pagina rust copyright © Hein Pragt.

Wat is geluk eigenlijk?

Geluk is niet echt wetenschappelijk te omschrijven en lijkt het soms in een geheimzinnig waas gehuld. We kennen het woord maar al te goed maar kunnen het moeilijk omschrijven. Volgens het woordenboek is geluk: gunstig toeval; gunstige omstandigheid. Het lijkt een mysterie maar er zijn enkele pogingen ondernomen het begrip geluk te ontleden. Sommigen geven aan dat geluk geen plek of conditie is, maar een geestestoestand, iets wat van binnenuit komt. Psychiaters en neurologen hebben een wat cynischer kijk op geluk, zij beweren dat geluk niets anders is dan een fysiologische reactie, het product van chemische lichaamsprocessen. Volgens deze visie kan geluk door medicijnen als Prozac worden opgewekt, ik deel deze visie niet helemaal.

De meeste mensen zeggen als u er om vraagt dat ze in principe best gelukkig zijn, soms wat meer, soms wat minder. Dit is ook een kenmerk van geluk, je moet ook wat ongeluk kennen om geluk te kunnen voelen en waarderen. Carl Jung schreef al: ‘Zelfs een gelukkig leven is ondenkbaar zonder een zekere mate van duisternis en het woord gelukkig zou zijn betekenis verliezen als het niet in evenwicht werd gehouden door verdriet. Het is veel beter de dingen geduldig en gelijkmoedig te aanvaarden zoals ze zijn.’ Wat kunnen we nog meer over het geluk zeggen behalve dat het ongrijpbaar en ondefinieerbaar is. Geluk lijkt voor ieder mens een andere betekenis te hebben het is een heel subjectieve ervaring. Sommige mensen zien geluk als een toestand waarin ze niet langer gekweld worden door verlangens, anderen noemen de gevoelens op van speciale momenten in hun leven. Enkele gelukkig momenten kunnen zijn: de liefde van een vader of moeder, momenten van succes, een (eerste) liefde, de geboorte van een kind of het samenzijn met vrienden. In mijn visie is geluk het best te omschrijven als het gevoel van tevredenheid met het leven in het algemeen.

Onderzoek toon ook aan dat de gelukkigste mensen degenen zijn die getrouwd zijn, niet tot een etnische minderheidsgroep behoren, een positief zelfbeeld hebben, extravert zijn, een gevoel van persoonlijke controle hebben en optimistisch zijn. Ook religie draagt bij tot geluk, de verbondenheid en troost van het geloof en het geloof in een leven na de dood geven zin aan het bestaan en bevorderen een positieve visie. Mensen met hobby’s zijn meestal ook gelukkiger, vrijetijdsbesteding in groepsverband worden vaak als bron van geluk ervaren. Er zijn dingen en gevoelens in het leven die geluk stimuleren zoals: vriendschap, liefde, vreugde, vervoering, tevredenheid, trots, vergeving, affectie en extase. Ook zijn er gevoelens die geluk in de weg staan zoals: wraak, haat, woede, schuldgevoel, schaamte, verdriet, angst, minachting, stress en afgunst.

Wat maakt ons gelukkig?

geluk klavertje vier Janis Joplin zei het al eens: “freedom is just another word for nothing left to lose!” wat betekent dat je echt vrij bent als je niets meer te verliezen hebt. Maar vrijheid ligt ook dicht tegen geluk aan en we zouden zo ook kunnen stellen dat je gelukkig bent als je niets meer te verliezen hebt. Dit is voor de meeste mensen tegenwoordig onvoorstelbaar, de meeste mensen denken juist dat bezit en het bevredigen van alle behoeftes juist geluk brengt. Maar denk hier eens goed over na, al dat bezit betekent ook zorgen en angst om het weer kwijt te raken. Ook moeten al deze bezittingen verzorgd, schoongemaakt en / of onderhouden worden. Maar wanneer u eens goed nadenkt over wanneer u zich het meest gelukkig gevoeld heeft, was dat dan tijdens het drukke werk of was het soms dat moment dat u met alleen een paar schamele bezittingen in een koffer op vakantie was. Ik ben zelf wel eens bijna alles wat ik bezat kwijt geraakt en het moment dat ik me met een paar bezittingen opnieuw mocht beginnen waren ook gelukkige momenten. Veel bezittingen maken dus niet per definitie gelukkiger, meestal zal het meer zorgen, stress en angst opleveren. Ook komt het vaak voor dat bezit maar tijdelijk voor een gelukkig gevoel zal zorgen en dat dan vaak het verlangen naar nog mooier, nog groter, nog duurder of nog beter de overhand zal nemen. Wie eenmaal in deze race zit zal na een korte periode van vluchtig geluk weer het ongenoegen van nog niet tevreden zijn ervaren. Maar wat kunnen we doen om ons echt gelukkiger te voelen? Ik ervaar zelf dat ik het meest gelukkig ben wanneer ik tijd doorbreng met mensen van wie ik houd of die ik aardig vind. Ook is het vaak zo dat ik veel geluk ervaar door me te verheugen op leuke activiteiten zoals een bezoek aan de sauna, een weekendje weg, leuke dingen doen met de kinderen of een vakantie. Lekker dagdromen maakt vaak ook gelukkiger. Geluk is dus eigenlijk heel eenvoudig: tijd spenderen aan de mensen van wie je houdt en aan de dingen die je het liefste doet. Simpel toch?

De drie ingrediënten van geluk

Volgens een oud Chinese wijsheid bestaat geluk uit drie elementen:

  • Iemand om van te houden;
  • Iets zinvols te doen hebben;
  • Iets om op te hopen.

Iemand om van te houden

Ieder mens heeft iemand nodig om van te houden, bij wie we ons thuis voelen en aan wie we onze geheimen kunnen toevertrouwen. Het begrip liefde is er uitgebreid, dit kan liefde voor familieleden, onze partner of onze kinderen zijn. Geluk is iets dat juist meer zal worden als je het deelt met anderen. Een knuffel, omhelzing of een kus daar kun je alleen samen van genieten. Een belangrijk onderdeel van geluk is te kunnen genieten van de vreugde van iemand anders.

Iets zinvols te doen hebben

Werken in de meest brede zin van het woord, geeft het bestaan een doel. Mensen die niet iets zinvols te doen hebben zijn meestal niet gelukkig. In dit opzicht bedoel ik geen werk dat geen voldoening geeft, maar werk dat voldoening geeft. Dit is echter ook een levensinstelling die geleerd kan worden. Doe wat je echt graag wilt en je zult geen dag in je leven echt aan het werk zijn is een bekende uitspraak. Helaas is voor te veel mensen het werk wel een sleur, maar ook hier kan een positieve levensinstelling veel doen. Soms is het goed om een stapje terug te doen of die carriëre stap niet nemen waardoor u werk blijft doen dat u goed kunt en dat u bevrediging geeft. Maar zelfs een verschrikkelijk baan kan een goed gevoel geven als dit de waardering van een liefdevol gezin oplevert of al men met de opbrengst genoeg leuke dingen kan doen.

Iets om op te hopen

Ieder mens heeft hoop nodig in het leven, iets om naar te streven geeft het leven een doel. Hoop kan vele vormen hebben zoals: een nieuwe liefde, een nieuwe baan, het huis van uw dromen, een bijzondere reis. Hoop is een troost als het leven soms tegenzit, het kan een vooruitzicht zijn dat ons kan ons opbeuren als het even niet zo goed gaat. Hoop heeft ook te maken met het vermogen om te dromen. Veel mensen zoals Gandhi en Martin Luther King hebben grote zaken en geluk in het leven bereikt door te geloven in hun dromen. Het voorbeeld van deze mensen geeft ons aan dat we moeten vasthouden aan onze dromen. Mensen durven vaak moeilijk over hun dromen te praten omdat ze bang zijn om uitgelachen te worden, maar dit risico zullen we moeten nemen want in het doen uitkomen van onze dromen ligt een grote bron van geluk. Het kan echter ook een bron van ongeluk zijn als u dromen zo ver gaan dat ze onmogelijk te bereiken zijn. Maar door juist te praten over dromen en deze te delen met anderen kan de doelstelling realistischer en meer bereikbaar maken.

Geluk in onze huidige wereld.

De meeste Nederlanders zijn gelukkig met hun eigen leven, maar ontevreden over de maatschappij waarin ze leven. Onderzoek naar geluk laat ons zien waarom dit geen onverwachte combinatie is want onze behoeften worden wel steeds sneller en vollediger bevredigd, maar we voelen ons steeds minder voldaan. Snelle technologische ontwikkelingen hebben ons mobieltjes, internet, televisie en auto’s opgeleverd, maar zelfs de mensen die alles hebben stappen niet vrolijk rond. De frustraties van de zoektocht naar geluk komt ook door onze huidige maatschappij waarin ieder de smid moet zijn van het eigen geluk. In de jaren zestig en zeventig probeerde de Nederlandse overheid met de begrippenpaar welvaart en welzijn actief beleid te ontwikkelen om het geluk van individuele burgers te garanderen wat resulteerde in een verzorgingsstaat en een leger aan welzijnswerkers. Helaas bleek dit niet echt een succes, tussen droom en werkelijkheid bleken nogal wat praktische problemen te liggen en bleek het systeem ook veel te duur te zijn. De maatschappij was dus minder >maakbaar dan de overheid gehoopt had en langzaam begon deze zich terug te trekken waardoor geluk weer de verantwoordelijkheid van het individu werd.

Er zijn in de huidige maatschappij ook steeds meer mensen die moeite hebben om mee te komen, en bij deze mensen wordt de diagnose depressie ook vrij snel gesteld en krijgen deze mensen hier vervolgens pillen voor. Nederland telt maar liefst 1 miljoen gebruikers van antidepressiva. De geschiedenis heeft helaas geleerd dat we in onze maatschappij het streven naar geluk maar moeilijk kunnen missen. Maar wat is dat geluk dan eigenlijk precies? Het beantwoorden van deze vraag is vrij ingewikkeld en dat probeer ik verderop op deze pagina dan ook uit te leggen. Wanneer we kiezen voor een definitie van geluk als innerlijk gevoel is het dus niet mogelijk om dit objectief te meten. Men kan mensen vragen om voor zichzelf te beoordelen hoe gelukkig ze zijn en hiervoor een rapportcijfer te geven maar hoe betrouwbaar is het cijfer? Bij de meeste mensen speelt mee hoe ze zich voelen, maar ook hoe ze daar zelf tegenaan kijken en dit kan grote invloed hebben en grote verschillen veroorzaken. Een individueel oordeel over geluk geeft daarom nog niet zoveel houvast maar wanneer men kijkt naar het gemiddelde geluksniveau van een groep mensen dan is vaak datgene wat de meerderheid heeft ervaren vrij zeker de werkelijkheid.

De welvaart hier in Nederland heeft de grootste externe belemmeringen voor geluk effectief weggenomen, we hebben geen honger, goede gezondheidszorg, goede woningen, goed onderwijs, er is geen oorlogen en we zijn relatief veilig. Toch kan als deze voorspoed niet bepalen hoe we tegen de wereld aankijken, geluk kan nog steeds ondermijnt worden door pessimisme, emotionele onevenwichtigheid, cynisme en het onvermogen om goede sociale relaties te onderhouden. Omdat bijna alle redenen voor ongeluk weg zijn blijft er één reden over in de vorm van psychische problemen die ineens van doorslaggevend belang is geworden voor ons geluk. We kunnen dus stellen dat onze welvaart en rijkdom alle redenen voor ongeluk weggenomen hebben waardoor alle aandacht juist gaat naar de van psychische problemen.

Feiten, tips en advies over geluk

Geluk ten opzicht van extravert of introvert. Extraverte mensen zijn gevoeliger voor de externe omstandigheden dan introverte mensen. Omdat extraverte mensen beter op positieve emoties in hun omgeving reageren is het voor deze mensen vaak eenvoudiger om gelukkig te zijn. Extraverte mensen zijn vaak beter in het leggen van contacten en zijn beter in staat om op een positieve wijze met andere mensen om te gaan. Omdat een goed sociaal leven een belangrijk pluspunt is voor het gevoel van geluk zijn extraverte mensen hier dus duidelijk in het voordeel.

Geluk en een hoge of lage eigenwaarde. Een ander heel belangrijk punt is gevoel van eigenwaarde. Een positief zelfbeeld, zelfwaardering en zelfrespect zijn goed voor het geluk gevoel. Mensen die een positief beeld van zichzelf hebben zijn vaak meer open naar andere mensen en vinden het eenvoudiger om hun ware gevoelens te tonen. Dit zal vaak hetzelfde effect hebben op andere mensen waardoor er sneller een goede band anderen ontstaat. Mensen met een laag gevoel van eigenwaarde zijn vaak wat meer teruggetrokken en op zichzelf gericht. Vaak zijn ze geneigd tot sterk defensief gedrag en zoeken ze sneller de fout bij de ander dan bij zichzelf.

Geluk en de optimist of de pessimist. Er is ook een sterk verband met de persoonlijkheid en optimisme. Ziet u het glas als halfleeg of halfvol. Optimisten zien de zonzijde en beschouwen een nederlaag als een tijdelijk terugslag, en zien ze tegenslag als een uitdaging en werken ze hard om daar verandering in te brengen. Ze hopen op een betere toekomst en geloven dat ze kunnen slagen in wat ze zich voornemen. Deze houding maakt dat optimisten per definitie gelukkiger zijn dan pessimisten. Mensen die positief denken, zullen eerder positieve ervaringen meemaken omdat datgene wat je uitzendt ook weer bij u terugkomt. Pessimisten halen juist positieve dingen omlaag en zien de wereld om zich heen door een negatieve bril. Helaas is pessimisme vaak een self-fulfilling prophecy, waardoor de pessimist vaak bevestiging ontvangt wat hun negatieve instelling weer versterkt. We kunnen stellen dat optimisten hun eigen hemel creëren en pessimisten de architecten van hun eigen hel zijn. Natuurlijk is balans erg belangrijk, een te groot optimisme kan leiden tot waanvoorstellingen en acties die hun doel voorbijstreven. Als we goede besluiten willen nemen, dan moeten we in staat zijn onderscheid te maken tussen de dingen die we wel en niet in eigen hand hebben, dit bepaald in grote mate gezond optimisme.

Geluk en zelfkennis. Zelfkennis is ook een belangrijke stap op weg naar geluk. Door het inzicht van zelfkennis zijn we in staat onze vaardigheden en onze doelen beter te bepalen en op elkaar af te stemmen. Door goed na te denken over uzelf, uw mogelijkheden en beperkingen te aanvaarden en door die vaardigheden die het geluk in de weg staan te verbeteren kun u het geluk in uw leven zelf beïnvloeden Oosterse wijsheden en filosofie kunnen een bron van inzicht zijn die het leven veel aangenamer kunnen maken.

Geluk en relativeren. Een belangrijk ingrediënt voor geluk is onszelf vergelijken met een ander. Dit kan echter in positieve, maar ook in negatieve zin. We kunnen de vergelijking namelijk zowel omhoog als omlaag maken. Dingen vanuit het juiste perspectief zien en onszelf bedenken dat ons leven heus zo slecht nog niet is, helpt om gevoelens van ongelukkig te onderdrukken. We kunnen onze huidige situatie vergelijken met een veel mindere situatie uit het verleden of we kunnen onszelf vergelijke met iemand anders in bijna dezelfde situatie die het minder getroffen heeft. Wanneer een laptop stuk gaat kunnen we ons gelukkig voelen omdat we genoeg geld hebben om een nieuwe te kopen. Maar we kunnen ons ook gelukkig voelen omdat we een goede relatie hebben in vergelijk met een vriend(in) die een slechte relatie heeft. We voelen ons dus gelukkiger door ons minder aangename situaties uit het verleden of van andere mensen voor te stellen.

Maar wanneer we zelf denken dat de relatie van de buurman beter is dan kan deze gedachte ons ongelukkiger maken. Gelukkig maken de meeste gelukkig mensen meer vergelijkingen omlaag dan omhoog. In tegenstelling tot meer ongelukkig mensen die vaker vergelijkingen naar boven maken om hun levenssituatie te beoordelen. Vaak ervaren deze mensen sterk een gevoel dat hen onrecht is aangedaan en zoeken constant naar bevestiging dat het leven voor hen slechter is. Omdat ze zichzelf vooral vergelijken met anderen die het beter hebben krijgen ze een vertekend beeld. Of ze nu liefde, macht of geld nastreven, ze zullen er altijd in slagen iemand te vinden die het beter heeft of meer heeft dan zij. Nog een stapje verder gaan mensen die alleen nog maar geluk uit “leedvermaak” kunnen putten, ze baseren hun geluk op het plezier in het ongeluk van anderen. Hoewel de ellende van andere mensen voor deze mensen momenten van genoegen kunnen opleveren is het vermogen om echt gelukkig te zijn bij deze mensen totaal verdwenen.

Door dingen vanuit het juiste perspectief zien en uzelf te bedenken dat uw leven nog niet zo slecht is, helpt u dus om gevoelens van geluk te stimuleren. Het is dus goed om te leren relativeren.

Meer levensbeschouwing pagina’s

Hedonisme

hedonisme Hedonisme is een term die veel mensen tegenwoordig verbinden aan levenskunst en geluk. Het hedonisme is oorspronkelijk een leer binnen de ethiek die stelt dat het lust en genot het hoogste goed zijn. Het woord hedonisme is afgeleid uit het Grieks, hèdonè betekent “genot”. Tegenwoordig zijn hedonisten vaak pioniers van de beleveniscultuur, waarin experiment en het breken met morele en sociale conventies doelen op zichzelf zijn geworden. Ze hebben een levensstijl die impulsief, avontuurlijk, ervaringsgericht en zeer vrijblijvend, individualistisch en onafhankelijk is. Een hedonist streeft naar zoveel mogelijk genot en lust en dit kan zowel zintuiglijk als geestelijk zijn.

Op de inhoud van deze pagina rust copyright © Hein Pragt.

Wat is hedonisme

De bekendste filosofische stroming uit de oudheid die met hedonisme in verband wordt gebracht is het epicurisme dat genoemd is naar de filosoof Epicurus. Volgens Epicurus diende iedereen individueel genot na te streven, dit betekent niet zo maar achter alle pleziertjes aan jagen, soms was er zelfbeheersing nodig om later nog meer genot te ervaren. De filosofie van Epicurus is door de eeuwen heen (zeker door de kerk) bestempeld als verwerpelijk en egoïstisch want men is toch niet alleen op de aarde voor zichzelf? Toch was er in de filosofie van Epicurus wel plaats voor respect, eer en rechtvaardigheid maar dit was niet primair om goed te zijn voor de ander, maar omdat men zelf ongelukkig zou kunnen worden van slechte relaties met anderen.

Het hedonisme kan worden opgedeeld in twee stromingen, het psychologisch hedonisme en het moreel hedonisme. Het psychologisch hedonisme stelt dat alle mensen naar zo veel mogelijk geluk en zo weinig mogelijk pijn streven en dat dit dus in de aard van de mens zit. Het moreel hedonisme stelt dat dit de juiste manier is om te leven en dat het dus een levenswijze is waarvoor men kan kiezen. Epicurus was een moreel hedonist en Sigmund Freud een Psychologisch hedonist. Volgens Sigmund Freud streeft elk mens naar geluk, en dan vooral naar geluk in de vorm van lichamelijk genot en veel psychologische problemen ontstaan doordat mensen zich (volgens Freud) hierover schuldig voelen.

Bij Epicurus is het persoonlijke geluk het hoogste goed in het menselijk leven en centraal staat hierbij het vermijden van pijn en verdriet. Wat men na moeten streven is genot en dan vooral genot op de lange termijn. Wanneer men bijvoorbeeld teveel eet zal men buikpijn krijgen en dus moet men genieten maar wel met mate. Het “genot” waar het Epicurus om gaat is een bevrediging van de natuurlijke behoeften.

Een extreem voorbeeld van hedonisme is het vakantie resort Hedonism II in Jamaica en het is bekend om veel ruimte voor mensen om naakt te recreëren en de liberale houding tegenover drugs en alcohol. Kinderen mogen er dan ook niet komen. Het is een hotel met een wel heel bijzondere formule: het is een oase van puur plezier, decadentie en losbandigheid en op erotisch gebied is (bijna) alles toegestaan. In dit opzicht doet het resort dan ook zijn naam Hedonism eer aan en het is zeer populaire vakantiebestemming voor onder meer swingers.

Meer levensbeschouwing pagina’s

Integriteit

integriteit, doen wat je zegt Deze pagina gaat over integriteit, het woord integriteit is afgeleid van het Latijnse ‘integritas’ dat heelheid, intact zijn, eerlijkheid, maar ook fatsoen betekent. Mensen die we integer noemen hebben over het algemeen de eigenschap dat ze doen wat ze zeggen en zeggen wat ze doen, ze handelen in overeenstemming met hun principes ook in moeilijke omstandigheden als er druk wordt uitgeoefend om van principes af te wijken, afspraken niet na te komen of niet loyaal te zijn. Een integer persoon gedraagt zich consistent op verschillende momenten en in verschillende situaties. Er zijn een aantal persoonlijke eigenschappen die aan iemands betrouwbaarheid bijdragen zoals eerlijkheid, openheid, oprechtheid, loyaliteit, toewijding en harmonie. Vriendelijke groet, Hein Pragt.

Op de inhoud van deze pagina rust copyright © Hein Pragt.

Integriteit is trouw blijven aan uzelf

Is er in een tijd waarin eigenbelang en zelfverrijking hoogtij vieren nog wel plaats voor zoiets ouderwets als integriteit? In de naoorlogse jaren van de vorige eeuw was integriteit nog iets dat vanzelfsprekend was. De norm was dat je een eerlijk en fatsoenlijk mens was en de grote sociale controle en de afhankelijkheid van het individu van de groep, waaronder vaak ook de kerkgemeenschap, was ook de stok achter de deur. De straf op een niet eerlijk en fatsoenlijk mens zijn was de sociale uitsluiting en het wegvallen van een sociaal vangnet. Met het stijgen van de welvaart, het toenemende individualisme en het sociale vangnet van alle wettelijke sociale voorzieningen, viel de afhankelijkheid van de groep en ook de sociale controle weg en werd het veel makkelijker om stiekem toch een beetje minder eerlijk en fatsoenlijk te zijn.

Toch is integriteit onmisbaar in deze maatschappij, soms staat er nog een klokkenluider op die misstanden aan de kaak durft te stellen ten koste van het eigenbelang maar dit is eerder uitzondering dan regel. Ik kan me zelfs soms niet aan de indruk onttrekken dat integer zijn gelijk gesteld wordt met naïef en dom zijn. De wereld is hard en je moet net zo hard zijn om te overleven lijkt de trend en en principes en normen en waarden zijn toch voor domme, naïeve en arme mensen? Ik hoorde laatste een opmerking van een jongen van twintig uit de randstad die zei: “waarom zou ik een hele week hard werk doen wat niet leuk is wanneer ik met dealen hetzelfde in twee dagen kan verdienen?”. En ik kon zijn standpunt ook nog eens begrijpen. Waarom zou je nog integer en fatsoenlijk zijn als het alternatief zonder teveel risico veel aantrekkelijker is?

Maar mensen die geen innerlijke waarden hebben, hechten vaak een groot belang aan uiterlijkheden en hun status, om een goed gevoel over zichzelf te hebben. Ze zullen helaas heel weinig doen om hun innerlijk gevoel van eigenwaarde te ontwikkelen en tot persoonlijke groei te komen. Zelfrespect en een zuiver geweten zijn de peilers van uw integriteit en vormen de basis voor uw relaties met anderen. Integriteit houdt in dat u handelt omdat dat de juiste handelwijze is en niet omdat dat “in” is, “politiek correct” of alleen maar in uw eigen voordeel. Een leven waarin u vasthoudt aan uw principes en niet bezwijkt voor de verleidingen van een gemakkelijke ethiek zal uiteindelijk toch het waardevolste blijken.

Het belang van integriteit

Waarom is integriteit voor mij en voor heel veel organisaties zo belangrijk. De betekenis van het Latijnse woord ‘integritas’ zegt wel iets namelijk; “heel, af, volmaakt, ongeschonden, gaaf”. Integriteit is dus te vertalen met heelheid, ongeschonden of niet gekwetst zijn. Integer handelen is dus “in wat ik zeg en doe wil ik ten opzichte van anderen heel blijven”. Met andere woorden open zijn, eerlijk, handelen uit overtuiging, zonder vooroordeel of veroordeling, geen verkeerde bedoelingen hebben, niet willen krenken, niet liegen, niet bedriegen of omkopen. U kunt leren wat integriteit is maar echt integer handelen, zegt altijd iets over uw grondhouding en uw eigen innerlijke diepste overtuiging. Integriteit is belangrijk in alles aspecten van het leven of het nu om werk gaat, om omgang met vrienden, verenigingen of in de liefde.

De huidige media leert ons helaas iets anders, wanneer men de soap series zou moeten geloven, die veel mensen tegenwoordig toch als afspiegeling van de maatschappij zien, dan is list en bedrog en het recht van de sterkste de norm. Integriteit is voor watjes lijkt de norm en integer gedrag is zeker niet “cool’. Niet integer gedrag is stoer en trekt kijkcijfers, soms laat ik me verleiden om naar een programma als “big brother” of “de gouden kooi” te kijken waar ik dan maar kort met plaatsvervangende schaamte en walging naar kan kijken. Wanneer dit het lichtende voorbeeld moet zijn voor onze jeugd dan heb ik niet veel vertrouwen meer in de toekomst.

Helaas geven onze politici, artiesten en andere personen die in de publieke belangstelling staan ook nog eens veel verkeerde voorbeelden. Elkaar afzeiken, beetnemen, beledigen, voor gek zetten, met de ellebogen werken om zelf vooruit te komen, het lijkt het gereedschap van veel succesvolle bekende Nederlanders. Wanneer deze personen er ook nog mee weg komen of er zelfs een voordeel mee behalen zetten ze helaas de norm voor de rest van de Nederlanders en vooral voor de jeugd. Wethouders die opscheppen over prostitueebezoek, ambtenaren die smeergeld krijgen van aannemers, burgemeesters die financieel hun privé leven en baan door elkaar laten lopen, ambtenaren die informatie lekken om hun zin door te drijven of die hun ambt misbruiken om ergens onder vandaan te komen, dit zijn allemaal gevallen van integriteitschendingen. Het grote gevaar is in deze dat wanneer dit zo vaak voorkomt dat mensen dit als norm en excuus gaan zien voor hun eigen gedrag.

Gelukkig worden begrippen als integriteit en waarden en normen steeds belangrijker, zeker in de politiek. In de laatste verkiezingscampagnes speelden integriteit en normen en waarden een belangrijke rol maar helaas kunnen veel politici niet goed aangeven waar het om gaat. Veel discussies lopen door elkaar heen zoals die over normen en waarden op straat en op school. Maar strenger aanpakken en onrecht met een ander onrecht compenseren, kwaad met kwaad vergelden, respect afdwingen, elkaar nog beter in de gaten houden (camera toezicht), de ander met harde hand een mening opdringen en harder aanpakken zijn geen uitingen van integer gedrag en zeker geen oplossing van de problemen.

Hoe kunnen we deze problemen dan wel oplossen, door les te geven in integriteit en respect, door goed voorbeeld te geven ook in leiderschapsstijl, door eerlijke en heldere wetten en regels, eerlijke controle en handhaving, straffen die in maat zijn met het vergrijp, begeleiding en vooral beloning van goed en integer gedrag, dat is een integere aanpak. Ik denk zelf dat bekende Nederlanders, politici en de media hier een belangrijke voorbeeld rol zullen moeten hebben en ik denk dat daar onze aandacht ook op gericht moet zijn. Goed voorbeeld doet volgen.

Onderzoek van het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector

Bij een onderzoek in 2013 bleek dat 28% van de ondervraagde ambtenaren in de twee jaar daarvoor vermoedens heeft gehad van een misstand in de werkomgeving. Om inzicht te krijgen in deze vermoedens van integriteitsschendingen heeft de VU Amsterdam in opdracht van BIOS een nader onderzoek uitgevoerd. Hieruit bleek dat slechts een klein deel van de integriteitsschendingen in Nederland bestaat uit fraude en corruptie maar dat ongewenst gedrag relatief vaak voorkomt. Hoewel in het rapport ‘Een Luisterend Oor’ ook wordt gekeken naar de mogelijke invloed van de bezuinigingen op de werksfeer met gevolgen voor de integriteit, is dit niet specifiek onderzocht. Uit een eerder onderzoek kwam wel naar voren dat de bezuinigingen van invloed zijn op de werksfeer en volgens een kwart van de deelnemers leidt dit tot een toename van niet-integer gedrag.

Veel van de ondervraagde ambtenaren melden misstanden op het gebied van gedrag, er zou in verschillende lagen van de overheid sprake zijn van een grimmige werksfeer, waarin ambtenaren pesten, intimideren en zelfs dreigen. Ook komt vrouwonvriendelijk gedrag regelmatig voor. Daarnaast geeft men aan dat ambtenaren soms misbruik maken van hun bevoegdheden en soms zet men ondergeschikten onder druk om iets te doen wat tegen het beleid ingaat. Ook waren er meldingen van wanprestaties en verspilling door ambtenaren. Ook gaven ambtenaren in dit onderzoek aan dat er soms sprake is van vriendjespolitiek of het privégebruik van dingen zoals laptop of dienstauto. Daarnaast gaan veel overheidsinstellingen ook nog steeds niet goed om met klokkenluiders, blijkt uit dit onderzoek.

Helaas geven de uitkomsten van dit onderzoek geen rooskleurig beeld van de dagelijkse praktijk van het openbaar bestuur, er lijkt nog regelmatig iets mis te gaan. Er lijkt een grote bereidheid van ambtenaren te zijn om iets te doen met een vermoeden van een misstanden. Vertrouwen in een eerlijke en rechtvaardige aanpak van integriteitsschendingen is daarbij heel belangrijk. Bestuurders zouden dit soort melding vooral moeten zien als een kans om de organisatie te behoeden voor extra schade. Een krampachtige houding die alleen gericht is op schadebeperking en waarbij de organisatie de publieke aandacht vooral probeert te vermijden door zo weinig mogelijk naar buiten te brengen zal negatief uitwerken op toekomstige situaties. De uitkomsten van dit onderzoek biedt ook handvatten voor beter beleid, naast het aanstellen van goede vertrouwenspersonen maar ook voor het ontwikkelen van integriteitsbeleid.

Bron: www.integriteitoverheid.nl/

Meer levensbeschouwing pagina’s

Jaloezie

jaloers zijn Bijna iedereen heeft wel eens last van jaloezie of afgunst. Jaloezie is een gevoel waarbij men afgunst voelt voor wat een ander heeft gekregen of bezit, of een gevoel van angst om iets wat hem of haar toebehoort te verliezen. Volgens het woordenboek van Dale is jaloezie: “gevoel van leed of spijt over het goede dat een ander te beurt valt en dat men hem niet gunt”. Hier spreekt men dus duidelijk alleen over jaloezie in de vorm van afgunst, in de liefde gaat het meestal om de angst iemand te verliezen of de boosheid dat iemand (buiten de relatie) aandacht of intimiteit heeft gezocht en gekregen die men zelf zou willen. Milde vormen van jaloezie kunnen beschermend werken binnen een relatie en mijns inziens de relatie juist versterken, extremere vormen van jaloezie kunnen een relatie totaal stukmaken. Soms zetten mensen jaloezie zelfs in als machtsmiddel binnen de relatie en dit kan zeer kwetsend zijn. Mijns inziens is elke vorm van misbruik van machtsmiddelen binnen een relatie een heel slecht teken, maar het opzettelijk jaloers maken is een zeer gemene vorm. Daarentegen kunnen gevoelens van jaloezie (vaak onbewust uit lage eigenwaarde en eigen onzekerheid) het leven van de andere liefdespartner ook heel lastig, beperkend en beklemmend maken. Jaloezie wordt ook wel gezien als monster met de groene ogen, de kleur groen heeft een associatie met jaloezie. Deze pagina gaat over jaloezie in de liefde, vriendelijke groet, Hein Pragt

Op de inhoud van deze pagina rust copyright © Hein Pragt.

Jaloezie in de liefde

Jaloezie binnen een relatie is een mechanisme van gedrag en gevoel dat zich ontwikkeld heeft om ontrouw van de partner te voorkomen. Deze ontrouw kan zowel lichamelijk als emotioneel zijn, in het tweede geval hebben vrouwen hier meer last van wanneer hun man bijvoorbeeld iets intiems bespreekt met een andere vrouw. Extreme jaloezie kan zelfs leiden tot geweld en (zelf)moord, in minder extreme gevallen kan het conflicten, depressie en wraakgevoelens tot gevolg hebben.

Jaloezie is wel onlosmakelijk verbonden met liefde

In mijn ogen is jaloezie onlosmakelijk verbonden met liefde Veel mensen zien jaloezie als een negatieve emotie maar volgens een bekende Amerikaanse psycholoog David Buss is jaloezie niet alleen normaal, maar zelfs een noodzakelijke prikkel om een liefdesrelatie in stand te houden. Dit noemen we gemakshalve maar “gezonde jaloezie”. Ondanks de “moderne” opvatting van vrijheid binnen een relatie ben ik van mening dat het belangrijkste ingrediënt voor een geslaagde relatie trouw zijn aan elkaar is. Een gezonde dosis jaloezie zorgt er juist voor dat de liefde niet vanzelfsprekend is, in de juiste dosering houdt het de liefde en de relatie in balans. Wat de definitie is van een “gezonde” dosis jaloezie staat niet vast, dit is iets waar beide partners het over eens moeten zijn maar kan een aardig discussie punt zijn.

Jaloezie is een complexe emotie

Jaloezie is niet één enkele emotie maar in feite een hele verzameling gevoelens. Jaloezie kan zich uiten in boosheid, angst, pijn, verdriet, het gevoel verraden te zijn, bezorgdheid, wantrouwen, depressie, eenzaamheid, afgunst, hebzucht, machteloosheid of minderwaardigheid. Jaloezie heeft veel te maken met angst, angst voor het onbekende of voor verandering, angst voor het verliezen van macht of controle in een relatie en verlatingsangst. In dit opzicht is jaloezie het een gevolg van de eigen onzekerheid met betrekking tot de eigen waarde als partner en twijfels over de eigen begerenswaardigheid. Een beetje jaloezie in een relatie is goed omdat het aangeeft dat men belangstelling heeft voor de ander en het is eigenlijk een verkapt compliment. Maar ernstige jaloezie is over het algemeen benauwend en verstikkend voor de liefde.

Jaloezie binnen een relatie

Elkaar een beetje plagen met jaloezie kan een relatie levendig houden echter spelen met andermans gevoelens kan echt gemeen zijn en een relatie om zeep helpen. Uw partner uittesten of op de proef stellen is ook een gemeen spelletje waarbij meestal alle partijen verliezen. Vanuit de eigen jaloezie (vaak toch overtrokken gevoelens) de ander terugpakken door de ander ook jaloers te maken is ook een bom onder iedere relatie en dingen maar achter iemands rug om doen omdat de ander jaloers is beschadigd ook het vertrouwen en drijft partners uit elkaar in plaats van naar elkaar toe.

In een gezonde relatie hebben beide partners de vrijheid die ze nodig hebben doordat er een relatie van vertrouwen is. Wanneer dit vertrouwen een keer beschadigd is het de verantwoordelijkheid van de partner die dit gedaan heeft om het vertouwen weer te herstellen. Vooral veel praten en de ander weer het gevoel in woord en daad geven dat er weer vertrouwen is. Dit kan enige offers vergen maar zal wel noodzakelijk zijn om de vertrouwensband in de relatie te herstellen. Zonder vertrouwen in elkaar is elke relatie gedoemd te mislukken.

Jaloezie, verschil tussen mannen en vrouwen

Jaloezie kan voor mannen en vrouwen heel verschillend zijn, en evolutiebiologen hebben hiervoor ook een logische verklaring. Jaloezie wordt bij mannen vaak opgewekt als de partner een seksuele escapade pleegt of zich intiem presenteert aan andere mannen. De gedachte dat de ander ‘het’ met een ander doet kan al tot enorme wanhoop, woede en agressief gedrag leiden. Vrouwen zijn meestal jaloers door emotionele ontrouw, bijvoorbeeld als een man meer aandacht geeft aan een andere vrouw of intieme zaken bespreekt met een andere vrouw. Verlies van zijn liefde kan de vrouw tot razernij brengen.

De verklaring zou liggen in het genetische eigenbelang van individuen. Het genetische eigenbelang van de man wordt bedreigd als zijn vrouw gemeenschap heeft met een andere man waardoor hij het risico loopt voor het kind van een ander te moeten opdraaien. Hij zou dan zijn tijd en energie in de nakomelingen (genen) van een ander investeren. Onder mannen bestaat van nature ook de competitie om de vrouw te bevruchten. Hierdoor zijn bij mannen de gevoelens van jaloezie extra sterk als de andere man meer prestige en status heeft.

Het genetische eigenbelang van de vrouw wordt veel minder bedreigd als haar man ‘het’ doet met een andere vrouw, een eventueel kind is het probleem van die andere vrouw. Voor de vrouw is het wel een bedreiging voor het genetische eigenbelang als haar man die andere vrouw meer aandacht en genegenheid geeft. Hierdoor zou de man minder energie in haar nakomelingen (genen) steken. Vrouwen zijn vaak meer jaloers als haar rivaal jonger en aantrekkelijker is.

Deskundigen zijn het er over eens dat jaloezie een vorm van overlevingsmechanisme is hoewel over de effectiviteit getwist kan worden. Het meest ook de meest vernietigend hartstocht (een belangrijke oorzaak van moord en doodslag) en toch het minst bestudeerd. De oorsprong van deze emotie zit diep in ons evolutionele verleden en had als doel om vertrouwelijke verhoudingen te handhaven. Jaloersheid is geen afgunst, hoewel deze woorden vaak door elkaar gebruikt worden, jaloezie treed op als een rivaal u iets wil afnemen waarvan u vindt dat het rechtmatig aan u toekomt of waarvan u denkt dat het van u is. Afgunst daarentegen is het gevoel dat u iets zou willen hebben (bezit of eigenschap) wat de ander heeft en u niet.

Jaloezie is een signaal om eens naar binnen te kijken!

Jaloersheid is een hele pijnlijke emotie waarbij het niet uitmaakt of deze echt of ingebeeld is. Het kwetst de partner die jaloers is maar ook de partner die het ongemak van de beschuldiging ondergaat en het is vaak moeilijk te weerleggen. Vaak gaat het er toch over dat de partner meer aandacht heeft voor een ander en men zich tekort gedaan voelt. Vaak is de oorzaak de eigen onzekerheid en hoe meer onzeker men is hoe vaak onrealistischer de waarnemingen van bedreigingen en het maken van beschuldigingen kunnen zijn. Jaloersheid zegt dus meer over de jaloerse persoon dan over de beschuldigde partij, en het kan een goede reden zijn voor de jaloerse persoon om eens diep in het eigen hart te kijken. Jaloezie is een hele complexe emotie die kan bestaan uit angst, vrees, verdriet, woede en wraakgevoelens en het kan dermate overheersend zijn dat het elk gevoel van realiteit kan overheersen waardoor mensen die extreem jaloers zijn soms hele irrationele dingen kunnen doen. Het is een soort van alarm signaal dat in onze hersenen afgaat en tot actie dwingt omdat onze sociale banden en zekerheden worden bedreigd.

Jaloezie en de partner controleren.

Vaak zet men het vervelende gevoel van jaloezie om in woede en probeert men koste wat het kost controle te krijgen over hun partner door bezittingen te doorzoeken, te spioneren of logbestanden door te zoeken. Wanneer de partner dit merkt zal deze nog voorzichtiger worden waardoor het gevoel van jaloezie alleen nog maar sterker zal worden en men de partner alleen maar verder van zich afduwt. Jaloersheid is vaak niet de beschermer van liefde maar meer de torpedojager die het om zeep helpt. Wanneer we jaloers worden komt dit vaak wel voort uit minder aandacht van de partner, maar is het de eigen onzekerheid die een mogelijke rivaal zo superieur maakt en de eigen angst om te verliezen gaat voeden. Ondanks dat de directe aanleiding wel bijvoorbeeld minder aandacht van de partner kan zijn is de werkelijk oorzaak van jaloezie meestal de eigen onzekerheid. Ook heeft jaloersheid niet altijd met liefde te maken, een man die zijn vrouw minacht kan toch jaloers worden wanneer een ander man haar positieve aandacht geeft. In deze gevallen is jaloersheid meer gerelateerd aan egoïsme dan aan liefde. Ook kunnen mensen die extreem jaloers zijn zulke waanideeën krijgen en zulke irrationele dingen ondernemen dat men precies het tegenovergestelde bereikt van wat men eigenlijk wil en de partner echt kwijtraakt.

Desondanks kan een zeer beperkte vorm van jaloezie waarbij men er zonder beschuldigingen over kan praten en het niet laat oplopen en zich realiseert dat het een probleem van de jaloerse persoon zelf is, ook een verkapt compliment en een liefdesbetuiging zijn voor de partner. Zo lang als men niet beperkingen gaat opleggen of sterk controlerend gedrag of irrationeel gedrag gaat vertonen naar de partner, kan een beetje jaloezie de liefde ook stimuleren. Maar jaloezie die leidt tot het beperken van de partner, het controleren en permanent wantrouwen zal de relatie in veel gevallen laten verstikken. Jaloezie kan dus en echte relatie killer zijn.

Omgaan met jaloezie in de liefde

Het klinkt een beetje vreemd maar een beetje jaloezie is goed voor een gezonde relatie. Door middel van gezonde jaloezie geven we aan dat we van onze partner houden. Blijft de vraag over wat gezonde jaloezie dan wel is! Dit is geen absoluut begrip maar wanneer de ander zich er niet aan stoort en het zelfs een beetje als compliment kan zien is het gezond. Wanneer de ene partner de ander doorlopend controleert, of de andere partner zich irriteert aan de jaloezie kan het zeer beklemmend en beperkend gaan voelen. Jaloezie lijkt vaak een mengeling van angst, gevoelens weinig eigenwaarde, achterdocht of onmacht. Maar jaloezie kan ook gezien worden als een soort waakzaam binnen de relatie om de ander duidelijk te maken dat de relatie niet iets vanzelfsprekend is. Vaak is jaloezie gebaseerd op de angst om iemand te verliezen of kwijt te raken aan iemand die mooier of leuker is dan uzelf. Deze angst komt vaak voor uit de eigen onzekerheid of een laag zelfbeeld. Om u heen ziet u overal mensen die leuker, aardiger, knapper, sympathieker en slimmer zijn dan u. Jaloezie kan dan zelfs al ontvlammen als uw partner maar even te glimlacht tegen of een goed gesprek heeft met iemand anders.

Omgaan met de eigen jaloezie

Omgaan met uw eigen jaloezie valt meestal niet echt mee. Het is vaak moeilijk uw jaloezie onder controle te houden zeker wanneer uw vertrouwen al eens geschaad is. Vaak moet u goed nadenken of het gevoel van jaloezie wel terecht is en dat het niet altijd het probleem van uw partner is maar meestal een probleem van uzelf. Het eerste wat u moet doen is toegeven dat u jaloers bent. Het heeft geen zin om het te verdringen of te onderdrukken, het zal er dan wel op een andere wijze uitkomen die ook niet prettig voor u of uw partner zal zijn. Bedenkt u ook dat liefde en jaloezie meestal samen gaan, wanneer u geen enkele jaloezie wilt toestaan kunt u beter geen relaties hebben.

Ga vooral niet controleren (email of smsjes lezen), vaak zult u dingen zien die niet eens relevant zijn maar door uw jaloerse bril zult u bevestiging van uw angsten vinden. Dit zijn vaak uw eigen aannames die u als bevestiging gaat gebruiken en die daardoor ineens de waarheid zullen worden. Dit doet u uzelf dan aan en vaak is het resultaat een partner die boos en onmachtig is omdat deze zich moet verdedigen tegen uw (vaak onterechte) aannames.

Accepteer dat uw partner recht op een eigen leven heeft, hoe harder u probeert uw partner te controleren en te binden, hoe groter de drang naar vrijheid zal worden. Wanneer u uw partner erg gaat controleren zal deze zich bewust aan uw controledrang gaan onttrekken waardoor u nog meer het gevoel zult krijgen dat u partner dingen voor u verzwijgt. Accepteer dat het probleem bij u ligt en probeer er in een open gesprek een middenweg in te vinden.

Iets wat u zeker niet moet doen is oog om oog en tand om tand. Wanneer u jaloers bent en wraak wilt nemen op uw partner door deze ook jaloers te maken dan levert dit alleen maar verliezers op.

Ook moet u zich niet te afhankelijk maken van uw partner, zorg er voor dat u voldoende andere sociale contacten en bezigheden heeft, dit is zeker ook goed voor uw eigen eigenwaarde. Laat uw eigenwaarde niet afhangen van de liefde van uw partner en leer dat overdreven jaloezie komt vaak voort uit een gebrek aan zelfvertrouwen. Denk eens goed na over uw gevoelens en laat het verstand zegevieren en leer dat een relatie op het gevoel van samen sterk met vrijheid met vertrouwen gebaseerd moet zijn.

Hoe kunt u omgaan met een jaloerse partner

Het kan natuurlijk ook zijn dat u last heeft van een jaloerse partner. Hoe kunt u daar dan het beste mee omgaan? Het is natuurlijk mogelijk dat uzelf een bijdrage levert aan de jaloezie bij uw partner, realiseer u vooral dat niet uiting van uw jaloerse partner onredelijk is. Het is gemeen om uw partner bewust jaloers te maken, maar soms gebruiken partners het om de eigen onzekerheden te compenseren en te testen of iemand nog wel van hem of haar houdt.

Ook kan het voorkomen dat u er alles aan doet om uw partner maar niet jaloers te maken, maar vaak heeft dit tot gevolg dat deze alleen maar achterdochtiger zal worden. Deze zal denken dat u bewust iets aan het achterhouden bent. Zoals ik al zei bewust jaloers maken is gemeen, de liefde is geen spelletje. Bedenk dat de jaloezie van uw partner meer zegt over uw partner dan over uzelf. Wanneer uw partner overdreven jaloers is, dan is dat niet uw probleem hoewel u wel degene bent die er onder kan lijden. Ga niet in op een ondervraging, wanneer u alle (soms zelfs belachelijke) vragen van uw partner beantwoord, beloond u deze voor zijn of haar vraaggedrag. Bepaal voor uzelf wat u wel wilt beantwoorden en voor welk gedrag u zich wel wilt verantwoorden maar stel duidelijk een grens, zeker voor uzelf.

Maak uw partner duidelijk dat de jaloezie niet altijd uw probleem is maar dat het een probleem is waar uw partner ook zelf iets tegen kan doen. Probeer in ieder geval geen strijd aan te gaan, uw liefde en vertrouwen uit te spreken en te proberen de gevoelens van de ander rustig te bespreken en een compromis te vinden.

Meer levensbeschouwing pagina’s

Lichter leven

positief denken Deze pagina gaat over het onderwerp lichter leven. Veel mensen ervaren het huidige leven als druk en stressvol, soms lijkt het bijna onmogelijk om werk, kinderen, huishouden en sociale leven te combineren en sommige mensen zien letterlijk door de bomen het bos niet meer. Ik las dat teveel stress u zelfs zeven levensjaren kan kosten, naast een slechte kwaliteit van leven. Reden genoeg om eens rustig en kritisch te kijken naar de oorzaken van dit drukke leven en meestal komt u er dan achter dat u teveel hooi op de vork genomen heeft en teveel ballen tegelijk in de lucht moet houden. Het is dan een mooi moment om eens te kijken hoe u het leven lichter kunt maken zodat u weer lucht heeft en vaak kan dit ook prima met een paar simpele veranderingen. U hoeft niet een compleet ander persoon te worden om dingen eens anders aan te pakken. Wel moet u oppassen voor de bijna standaard valkuilen, waar ik zelf ook regelmatig ingelopen ben, zoals bijvoorbeeld dingen strakker willen plannen. Op deze pagina ga ik in op mijn ervaringen met lichter leven en ik hoop dat iets aan deze ervaringen zult hebben, vriendelijke groet, Hein Pragt.

Op de inhoud van deze pagina rust copyright © Hein Pragt.

Lichter leven door anders plannen

In mijn vele jaren als alleenstaande ouder weet ik dat kinderen, werk, huishouden en een beetje sociaal leven en ontspanning soms moeilijk te combineren zijn veel druk en stress op kan leveren. Veel mensen die een enorme druk ervaren vallen .m.i. in de valkuil dat strakker plannen en een planbord in de keuken de oplossing is. Mijn ervaring is dat dit zelfs averechts werkt en zal u uitleggen waarom dat is, Ik werk als meer dan dertig jaar in de ICT en heb in een enorm aantal projecten meegewerkt. Al deze projecten waren vooraf door professionele projectmanagers tot op elk detail gepland en niet één project waar ik aan gewerkt heb is binnen de geplande tijd en zeker niet binnen het gestelde budget afgekomen. Vaak liep elk project enorm uit en dat was altijd door “onvoorziene omstandigheden en tegenslagen”. Mede met deze ervaring kan ik stellig zeggen dat bijna elke planning in een gezin gedoemd is te mislukken, uit te lopen en omdat “het dagelijkse leven” de planning vaak verstoord waardoor de stress alleen nog maar toenemen omdat men in de planning kan zien wat er door deze verstoring nog meer fout zal gaan of uit zal lopen. Het grote probleem is dat het weer, het verkeer, zieke kinderen, collega’s, het openbaar vervoer, de lekke band, de brug die openstaat, de wachtkamer van de dokter of tandarts, kortom bijna de hele wereld om u heen, totaal geen rekening houdt met uw planning. Het is dus bijna gedoemd om te mislukken en voor nog meer stress en drukte te zorgen. En hoe strakker uw planning is, des te meer stress bij verstoring.

Niets plannen is ook geen optie want u wilt toch wel op tijd bij uw afspraken zijn en bijvoorbeeld op tijd bij school om de kinderen op te halen. Ik heb een maandplanner in de keuken hangen met daarop de dingen die ik niet moet vergeten, niet groter dan een A4 en bovenaan de dagen van de week en dan naar onderen de weken van de maand met in elk vakje de dag van de maand. Hier noteer ik de incidentele afspraken met de tandarts, de dokter, verjaardagen, een bezoekje e.d. op en ook de dagen dat de vuilcontainers geleegd worden met een aanduiding welke container er bij de staat moet. Wat er zeker niet op moet staan zijn vaste gegevens die elke week terugkeren zoals kinderen halen en brengen naar school, de sportclub waar u om heen moet werken e.d. Alleen als er een afwijking is, zoals een vrije dag kunt u dit op de planning zetten. Er zal dan niet extreem veel op het bord staan alleen de dingen die u echt niet moet vergeten en de dingen die anders zijn dan normaal.

“En alle andere dingen dan?”, hoor ik u denken. De zaken die niet zo tijdgebonden zijn maar die toch moeten gebeuren kunt u op losse briefjes
ernaast hangen. Dit is de werk/klusjes voorraad en daar kunnen huishoudelijke klussen en klussen in en om het huis bij horen. Elk klusje op een
apart papiertje of kaartje die u met magneetjes of prikpennen in een bepaalde volgorde kunt hangen. Deze lijst hangt in gezamenlijk overleg in
volgorde van belangrijkheid, het meest belangrijke bovenaan en we werken deze lijst van bovenaan af. We gaan nu niet de tijd nemen en alle
beschikbare tijd vol te plannen met de klusjes, want dat gaat niet werken, klusjes lopen uit, andere dingen lopen uit en de planning loopt
weer in het honderd met stress en discussies tot gevolg. Het is gewoon de bedoeling om de “werkvoorraad” aan klusjes zoveel mogelijk weg
te werken en gezamenlijk de prioriteit opnieuw te bepalen, U gaat dus niet uit van de tijd maar van de lijst klusjes die gedaan moeten worden.
Om een klusje echt aan een persoon te koppelen kunt u een kleurtje of een naamkaartje gebruiken.

Wanneer er na een week klusjes overblijven dan schuiven die door naar de volgende week of ze vervallen. De wereld zal niet instorten wanneer de badkamer een week niet gedaan is, en door het meest belangrijke klusje bovenaan te hangen (het is bijvoorbeeld wel handig wanneer er voldoende schoon ondergoed is in de ochtend) worden de meest belangrijke dingen altijd gedaan en vallen de klusjes met de minste prioriteit af wanneer er niet genoeg tijd is. En wanneer u leert om dit te laten gebeuren en te accepteren zal er veel minder druk en stress zijn en zullen de meest belangrijke dingen altijd wel gedaan zijn. Vast proberen te houden aan een strakke planning werkt lang niet zo goed en zal veel meer stress en druk opleveren.

Lichter leven door opruimen en wegdoen

Iets anders dat u kunt aanpakken om lichter te leven is een kritisch te kijken naar alle spullen die u bezit en die u om u heen heeft, spullen die uw energie en aandacht vergen en uw energie beïnvloeden. In het verre oosten hadden ze dit al eeuwen geleden door en zo ontwikkelde men daar Feng Shui. Wanneer u rondkijkt in uw huis zijn er allerlei spullen om u heen, voorwerpen die uw aandacht vragen. Spullen die schoongemaakt, opgeruimd of neergezet, opgeladen, gebruikt moeten worden, kortom spullen die uw aandacht vragen. De leer van Feng Shui geeft aan dat energie (Ch’i) stagneert in ruimten waar veel rommel is en die stagnerende energie kan uw leven zwaarder maken. Veel mensen kennen denk ik wel het gevoel op vakantie wanneer men met weinig spullen en zelfs vaak het meest noodzakelijke ineens loskomt van de stress en dat u rust ervaart en ineens toekomt aan alle leuke dingen die u wilt doen. Vaak is het.t dan zo dat wanneer u thuiskomt van uw vakantie u ineens weer de confrontatie heeft met alle spullen in huis en alles wat daarmee moet gebeuren en waarmee het gevoel van onrust en het altijd maar iets moeten doen binnen korte tijd weer de overhand neemt. Soms is het nodig om ook het huis op te ruimen om het leven lichter te maken, maar dat kan soms best moeilijk zijn, want wat moet er weg en wat “mag” blijven.

Ik zal eerste eens een paar voorbeelden geven hoe sommige dingen soms onbewust een negatieve invloed hebben terwijl u dit niet direct doorziet. Ik lees zelf heel graag boeken en wanneer ik een leuk boek tegenkom dan neem ik het ook mee. Soms lees ik meerdere boeken om en om tegelijk en staat er vaak een stapeltje boeken die ik aan het lezen ben of waar ik nog aan moet beginnen in mijn kamer. Ik dacht altijd dat dit “gezellig” stond maar pas later realiseerde ik me dat die stapel boeken mij een onrustig gevoel gaf omdat deze stapel ook telkens de confrontatie was dat ik niet genoeg tijd en energie had om ze allemaal te lezen. Het was dus telkens een confrontatie en toen ik me dat realiseerde ruimde ik de boeken die ik nog wilde lezen op (waar ik ze niet meer kon zien) en liet ik alleen het boek waar ik mee bezig was zichtbaar liggen. Dit ruimde te kamer wat op maar gaf vooral niet meer het moedeloze gevoel dat ik er geen tijd voor had waardoor ik uiteindelijk ook vaker aan dat ene boek toekwam en pas wanneer dat uit was een nieuw boek pakte. Meer overzicht, minder rommel en meer rust, lichter leven door een simpele verandering.

Een ander voorbeeld is voorwerpen die ik gekregen heb, zoals cadeautjes e.d. Ik bewaar alles en zet het als blijk van waardering ook neer, ondanks dat ik het na een tijd niet echt leuk meer vind. Die boekensteunen die ik in het begin erg mooi vond maar die ik nu te groot en aanwezig zijn, dat klokje dat kreeg en dat ik eigenlijk niet meer mooi vind, uit respect voor de persoon die het ooit gaf, bewaar ik het maar. Eigenlijk klopt dit niet, wanneer iets gegeven is dan is het de verantwoordelijkheid van de ontvanger, wanneer deze er geen plezier meer aan beleefd moet hij of zij het toch gewoon naar de kringloopwinkel kunnen brengen. Ik heb zo best een aantal dingen weggedaan en de herinnering blijft ook zonder het voorwerp wel bestaan, en het huis is weer wat leger en overzichtelijker geworden.

Toen ik begon had ik mij voorgenomen om zeker een derde van al mijn spullen weg te doen en volgens mij is dit goed gelukt. Wegdoen kan best moeilijk zijn, daar weet ik zelf alles van, dus hier zijn een aantal stelregels die u kunt toepassen bij het beslissen wat u wegdoet:

  • Regel 1, Opruimen of weggooien wat u niet meer mooi, leuk, of fijn vind. In de ideale situatie heeft u alleen maar dingen om u heen waar u blij, gelukkig of tevreden van wordt. Er zijn ook dinge n die een minder leuke herinnering oproepen of dingen die u bewaard heeft maar die u niet meer echt mooi vindt. Doe het gewoon maar weg, het is uw omgeving en uw leven. Zorg dat alle spullen om u heen u een goed gevoel geven. Regel 2: Opruimen of weggooien wat u echt niet meer gebruikt.
  • Deze regel was voor mij wel zwaar, ik bewaar veel met het idee dat het ooit wel weer eens van pas zal komen. Neem als regel dat wanneer u het meer dan twee jaar niet gebruikt heeft, dan kan het echt weg. Uitzonderingen zijn de spullen die u nog steeds een goed gevoel geven, deze zijn dus nog wel nuttig. De meest van deze spullen kunt u zo weer aanschaffen wanneer u het weer echt nodig heeft. Deze regel kost wat moeite mar zal uiteindelijk ook erg opluchten.
  • Regel 3: Opruimen of weggooien van dingen die stuk zijn of niet af zijn. In uw omgeving zijn zeker dingen die stuk zijn maar die u bewaard om het nog eens te maken, of spullen waar u ooit aan begonnen bent en die nu, als niet af, uw energie wegtrekken. Bekijk het nog eens goed, gaat u het echt repareren of kan het weg? Gaat u het echt nog eens afmaken (eerlijk zijn) anders is dit het moment om het weg te doen, of echt af te maken. Kijk ook hier of het voorwerp u nog een goed gevoel geeft of niet.
  • Regel 4: Opruimen of weggooien wat u tolereert of accepteert. Dit klink wat raar maar wanneer u goed om u heen kijkt ziet u zeker een paar dingen die bijvoorbeeld zo versleten zijn dat ze nodig aan vervanging toe zijn zoals een oude badjas, een mat voor de deur, een loshangend plintje, een vieze wc borstel, allemaal dingen waar u in het dagelijkse leven overheen hebt leren kijken maar die onderbewust wel aanwezig zijn. Maak het, of doe het weg en vervang het door iets wat wel een goed gevoel geeft.
  • Regel 5: Opruimen of weggooien wat ongeorganiseerd is. Wanneer ik mijn kasten opendeed dan zag ik heel veel spullen die ik nog eens wilde uitzoeken, zoals een doos met foto’s, een stapel ontvangen brieven waarvan ik dacht dat ik ze moest bewaren, oude kleren die ik waarschijnlijk nooit meer zal dragen die mijn kledingkast laten uitpuilen. Ruim het op en gooi vooral weg, dingen die u toch wilt bewaren zoals in mijn geval de schoolspullen van de kinderen, kunt u sorteren en uitzoeken en in plastic zakken doen en ergens uit zicht (bij mij op zolder) bewaren in een doos. Zorg dat u niet meer een confrontatie heeft met ongeorganiseerde spullen die u “ooit” nog eens wilt gaan ordenen. Nu is de kans om het te sorteren en op te ruimen of weg te doen.

Het mooie is dat wanneer u eenmaal in het weggooi ritme zit het ook steeds makkelijke is om dit te doen, daarom is het handig om het in één grote keer te doen, dan heeft u niet de tijd om weer te gaan twijfelen. Doe eens net alsof u net verhuist bent en alle spullen opnieuw beoordeeld of ze mogen blijven of dat u er afscheid van wilt nemen in uw nieuwe huis. En wanneer het weg is zult u merken dat het een opluchting geeft en dat u het gevoel heeft dat u dit veel eerder had moeten doen. Ik heb gemerkt dat deze opruim en weggooi actie mijn leven weer een stuk lichter gemaakt heeft.

Tevreden zijn als levenshouding

Als moderne mensen zijn we geneigd te denken dat tevredenheid het resultaat is van krijgen wat we willen en helaas is dat is niet zo. Tevredenheid komt voort uit ons vermogen te bemiddelen tussen onze verlangens en “wat er is”. Een belangrijke basis van spiritualiteit is dat we leren te accepteren “wat er is” in plaats van te proberen wanhopig het leven een bepaalde richting uit te duwen. Veel mensen voelen zich ongelukkig omdat ze denken dat hun leven niet perfect is en voor al deze mensen heb ik een simpele boodschap, een perfect leven is onmogelijk. Asl belangrijk onderdeel van lichter leven wil ik het hier hebben over tevreden zijn als levenshouding.

tevreden zijn met wat je hebt Ik herinner me nog een show van Paul van Vliet waarin hij sprak over een “broodje ontevredenheid” dat nergens naar smaakte dat was een mooi vergelijk. Het lijkt soms een probleem van deze tijd, we leven in bijna elk opzicht in één van de rijkste landen op deze wereld, we hebben het echt goed hier en toch zijn zoveel mensen ongelukkig, ontevreden en zelfs depressief. Eigenlijk is het ook niet zo raar want ongelukkig en ontevreden zijn is zo eenvoudig, het enige wat u hoeft te doen is ontevreden zijn over uw uiterlijk, over wat u hebt bereikt, over de mensen om u heen, over uw werk, over uw collega’s, over uw bankrekening, over uw gezondheid, over het weer, over de politiek, over de jeugd van tegenwoordig, de lijst is bijna onuitputtelijk. Door ontevredenheid kunt u erg ongelukkig worden, het maakt uw leven vaak onnodig ingewikkeld en soms kan het zelfs tot een negatieve spiraal leiden met een depressie als gevolg.

Wat mensen vaak niet (willen) inzien is dat de oplossing voor al deze problemen erg simpel is, om uw leven te veranderen hoeft er namelijk maar een ding aan uzelf te passen, de wijze waarop u zelf tegen dingen aankijkt. Het eenvoudige van deze oplossing is dat niet de hele wereld hoeft te veranderen of alle mensen om u heen, dat niet de economie bijgesteld moet worden maar dat u dit helemaal alleen in u eentje kunt bewerkstelligen. Tevredenheid is dus een eenvoudige sleutel naar een gelukkiger leven door op een andere manier naar je leven te kijken, minder kritisch te zijn, minder snel te oordelen en meer aandacht te hebben voor de dingen die goed zijn.

Veel mensen voelen zich ongelukkig omdat ze denken dat hun leven niet perfect is. Voor al deze mensen heb ik een simpele boodschap, een perfect leven is onmogelijk, dus mensen die dit nastreven zullen hun hele leven lang ongelukkig blijven. Deze mensen zullen blijven denk dat iets meer perfectie hen iets gelukkiger zal maken. Maar bij elke nieuwe glimmende telefoon, elke vetrol minder of iets meer geld of status blijkt dit keer op keer dat dit niet het geval is. Bezit men eindelijk het ene dan begint het verlangen naar het volgende al, het zal nooit genoeg zijn. Maar ook mensen die ontevreden zijn met hun uiterlijk en eindelijk via een operatie of andere moeilijke weg hun uiterlijk aangepast hebben, vinden onmiddellijk weer een volgend ding in hun uiterlijk waar alle ongeluk weer aan gekoppeld kan worden. Een bekend plastische chirurg zei ooit dat de meeste mensen die bij hem onder het mes gingen beter af zouden zijn bij een psychiater. Helaas is het zo dat veel ontevredenheid met het uiterlijk echt alleen maar “tussen de oren zit”.

De grote kunst is om u tevreden te voelen met wat u bezit, uzelf te accepteren zoals u bent met al uw ’tekortkomingen’ en dankbaar te zijn voor het leven. Dat wil niet zeggen dat u maar alles moet accepteren en we moet relativeren, u kunt uzelf altijd verbeteren en nieuwe vaardigheden leren. Maar dingen die u niet kunt veranderen zijn een feit en die kunt u het beste loslaten en uw leven niet meer laten beïnvloeden. Soms kan spiritualiteit (ook in de vorm van een religie) helpen om meer inzicht te verwerven in tevredenheid en de ervaring van geluk.

In vele religies komt tevreden zijn met het lot voor, zowel in de Bijbel als de Koran. Veel Christelijke mensen geloven dat God beschikt over hun lot en dat de mens tevreden moet zijn met wat God beschikt. Maar ook in de tien geboden komen we de afkeuring begeerte en vooral het onrechtvaardig begeren wat uw naaste toebehoort tegen. Het geloof stuurt dus aan op berusting en tevreden zijn met het lot en wat u toebedeeld is in dit leven. Ook komt er in bijna elke religie het geloof in een beter leven na de dood in het hiernamaals voor. Gelovige mensen berusten in hun lot en zijn meer tevreden omdat ze weten dat dit beloond zal worden met eeuwig geluk in het hiernamaals.

Maar er zijn ook meer kleine en eenvoudige oefeningen waarmee u meer tevredenheid kunt leren ervaren. Schrijf eens op waar u tevreden over bent en waar u dankbaar voor bent en bespreek eens met een vriend of vriendin welke dingen er allemaal goed zijn in het leven. Probeer eens heel aandachtig te genieten van iets heel simpels zoals een kop koffie of thee in een lekker zonnetje. Denk eens na over uw positieve en sterke kanten en uw talenten en bedenk wat u hiermee allemaal kunt doen. Probeer te accepteren dat alles gewoon goed is zoals het is, zowel de mooie en fijne dingen maar ook de minder mooie en minder fijne dingen. Probeer te accepteren dat het leven een reis is waar u meer een klein beetje invloed op heeft (ik bestrijd dat de mens helemaal geen invloed heeft) en dat alles gebeurt met een reden. Het beste wat u dus kunt doen is vooral rustig te genieten van uw levensreis. Accepteer het leven en versla uw ontevredenheid!

Meer levensbeschouwing pagina’s

Maakbaarheid van geluk

kies voor geluk De meeste mensen kunnen redelijk gelukkig zijn ondanks alle hindernissen die het leven soms opwerpt en ik heb persoonlijk mensen gekend die meervoudig gehandicapt waren met amper kansen in het leven die toch zeer gelukkig waren. Het gevoel van geluk lijkt dus vaak niet in alle externe omstandigheden te liggen maar juist in de wijze hoe de mens er zelf naar kijkt. Men kan zichzelf dus trainen in meer geluksgevoel door te leren om anders tegen dingen aan te kijken maar ook door middel van het eigen gedrag (wat ook weer invloed heeft op de mensen om u heen) gevoelens van geluk bevorderen in plaats van het eigen ongeluk te creëren. Desondanks is geluk ook afhankelijk van externe factoren waar men amper of geen invloed op heeft. Daarentegen zijn er ook mensen die onder barre omstandigheden toch gelukkig kunnen zijn.

Op de inhoud van deze pagina rust copyright © Hein Pragt.

De maakbaarheid van ongeluk

Voordat ik ga schrijven over de maakbaarheid van geluk wil ik eerst de maakbaarheid van ongeluk behandelen. Vaak voeren tegenstanders van de maakbaarheid van geluk aan dat het oneerlijk is om te stellen dat mensen die ongelukkig zijn dit aan zichzelf te danken zouden hebben. Dit is ook een bizarre gedachte, ik geloof zeker niet dat mensen per definitie hun eigen leed organiseren en ik vind het erg hard om mensen de schuld te geven van alles wat hen overkomt. Maar sommige dingen zijn niet omkeerbaar, men kan wel invloed uitoefenen op het eigen geluk of ongeluk maar het omgekeerde is niet waar, dat geluk of ongeluk altijd afhankelijk zijn van het eigen gedrag. Er zijn genoeg externe omstandigheden waar men geen invloed op heeft die het geluksgevoel kunnen beïnvloeden. Maar ik zal proberen een voorbeeld te geven.

Een man is door allerlei invloeden buiten zijn bereik werkeloos geworden waardoor hij nu diep in de schulden zit. Het leven ziet er even vrij troosteloos en hopeloos uit. De man wikt en weegt en besluit om een overval te gaan plegen en zo zijn financiële problemen op te lossen. Hij wordt echter gepakt en beland in nog veel meer ellende dan voorheen. Is deze nieuwe ellende nu het gevolg van de beslissingen en het handelen van deze man zelf of kan hij dit afwentelen op de maatschappij die hem in deze positie gebracht heeft. Tegenwoordig zijn we vaak geneigd om het tweede te doen maar de beslissing om de overval te plegen was toch de beslissing van de man zelf en hij heeft daarmee zelf invloed gehad op zijn eigen ongeluk.

Nog een voorbeeld, een vrouw heeft haar hele leven al een hartsvriendin waar ze lief en leed mee kan delen. Op een dag doet haar hartsvriendin iets wat ze moeilijk kan verkroppen en besluit ze om de vriendschap te verbreken. Jarenlang blijft ze rondlopen met het ongelukkige gevoel bedrogen te zijn door haar beste vriendin en mist ze de vriendschap heel erg. Is dit ongeluk alleen maar veroorzaakt door het gedrag van deze vriendin of heeft deze vrouw door niet uit te praten en te vergeven zelf een vriendschap opgegeven en een vriendin in een vijand veranderd. Kunnen we ongelukkige gevoelens dus over onszelf afroepen door onze eigen daden?

Deze voorbeelden geven aan dat het ongeluk wat deze mensen overkwam door het eigen handelen veroorzaakt zijn ondanks dat er ook externe invloeden meespeelden. Nog even een extreem voorbeeld, wanneer ik uitgedost in een roze pak voor een demonstratie van rechts extremisten ga staan en “lang leve alle homo’s” roep dan ben ik bang dat er zeer onprettige dingen met mij zullen gebeuren. Wat ik wel kan stellen is dat ik dit dan ook overduidelijk over mijzelf afgeroepen heb. Ongeluk is dus maakbaar maar dat betekent niet dat mensen die ongelukkig zijn daar per definitie zelf verantwoordelijk voor zijn, maar in een aantal gevallen is ongeluk wel te herleiden naar eigen handelen en denken. De mens kan dus duidelijk wel invloed uitoefenen op het eigen ongeluk.

Er bestaat helaas ook zoiets als toevalsongeluk, dit is ongeluk dat u overkomt waar u geen enkele invloed op heeft. Wanneer u aangereden wordt terwijl u zich goed aan de verkeersregels hield, wanneer u ouders gaan scheiden of een ouder komt te overlijden dan gebeurt dit zonder dat u daar zelf invloed op had. Dit is toevalsongeluk wat nooit te voorkomen zou zijn door het eigen handelen.

Filosofen en psychologen over de maakbaarheid geluk

Door de eeuwen heen is de manier van kijken naar geluk steeds veranderd en de maakbaarheid van geluk is lang niet altijd vanzelfsprekend geweest. In een boek van Herodotus uit de vijfde eeuw voor Christus staat de mythe van de rijke koning Croesus die het idee heeft dat hij de gelukkigste man op aarde is. Om dit te controleren vraagt hij een wijze man die hem zegt dat niet hij de de gelukkigste man op aarde is maar een man uit Athene die in de kracht van zijn leven stierf op het slagveld en daarbij zijn vrouw en zonen achterliet. Deze man had een goed en eervol leven gehad en was eervol op het slagveld omgekomen. Volgens deze wijze kon het geluk pas bepaald worden op het moment dat men dood ging en tot die tijd kon alles nog verstoord worden door de goden. Geluk was in die tijd dus vooral een kwestie van toeval omdat het door het noodlot en door de goden bepaald werd. Veel oude volkeren dachten dat ze zelf weinig te zeggen hadden over hun geluk en daarom gingen ze uit van het slechtste en hoopten ze op het beste.

Met het toenemen van de welvaart en een (democratisch) maatschappelijk systeem kreeg de gewone mens steeds meer invloed op zijn eigen leven. Bekende filosofen uit de tijd voor Christus zoals Zeno, Epicurus, Plato en Aristoteles gaven hun visie op de maakbaarheid van geluk. Maar hoe men dat kon doen verschilde nogal, de één vond men zijn heil moest zoeken in de wijsheid, deugd, beheersing van de zinnen en innerlijke rust van de ziel, anderen vonden dat geluk te bereiken was door toe te geven aan alle vormen van genot (hedonisme).

Met de komst van het christendom kwam er er een enorme ommekeer in het beeld van geluk. Door pijn en lijden te accepteren zou men in de toekomst (na de dood) de beloning van eeuwigdurend geluk ontvangen. Met de komst van het christendom veranderde dus de visie op de maakbaarheid van geluk, men kon zijn eigen hemelse geluk verdienen door te leven volgens de christelijke regels. Iedere mens was per definitie kansloos voor geluk doordat hij belast was met de erfzonde, God beslist over het leven en het geluk, maakbaar geluk was daardoor niet meer aan de orde maar lag in de handen van een hogere macht.

In de vijftiende en zestiende eeuw na Christus kwam er door de humanisten een nieuwe blik op de wereld en geluk. Men ging zich meer richten op aards geluk en men had het idee dat men daar ook zelf invloed op kon uitoefenen, de maakbaarheid van geluk stond daarmee weer in de belangstelling. Ook door de Reformatie binnen de kerk groeide de interesse in geluk op aarde weer meer, Luther en Calvijn brachten de godsdienstige verantwoordelijkheid weer bij het persoonlijke geweten. Volgens Luther moest men genieten van alles wat God gegeven had en gelukkig zijn en vreugde voelen stond gelijk aan het plagen van de duivel.

Hierna kwam de periode van de verlichting en de romantiek waarbij veel filosofen zich bogen over geluk en de maakbaarheid van geluk. Veel van deze stukken zijn sterk terug te voeren op het leven in deze periode en afhankelijk van de organisatie van de maatschappij en de welvaart van die periode. Terwijl tijdens de romantiek het christendom meer invloed kreeg, nam dit daarna weer geleidelijk af. Volgens de bekende psychiater en grondlegger van de psychoanalyse Sigmund Freud (1856- 1939) bestond God niet en was religie een illusie. Maar ook was geluk een soort waanidee want het menselijke verlangen was onverzadigbaar en veroorzaakte continue strijd. Gelukkig worden, zat er volgens de eeuwige pessimist Freud, voor de mens ook gewoonweg niet in want de mens is een lijdend wezen die wanhopig probeert te ontkomen aan zijn lijden wat hem dus niet lukt. Hoewel Freud er in veel opzichten wat extreme ideeën op na hield, die na zijn dood ook wel weerlegd zijn, is hij van grote invloed geweest op vele psychiaters en filosofen die na hem leefden.

Tegenwoordig is er een soort van lawine ontstaan van psychologen en filosofen maar ook “coaches” die allemaal een menig hebben over geluk en de maakbaarheid van geluk dat vaak door simpelweg hun regels en methodes te volgen bereikt kan worden. De reeks boeken die geschreven is over de maakbaarheid van geluk is zeer groot, net als het aantal geluksgoeroes.

Is geluk maakbaar?

Ik denk dat geluk niet maakbaar is, het is hoogstens te beïnvloeden door de wijze waarop men zelf tegen dingen aankijkt en door het eigen handelen. Want de eeuwenoude wijsheid dat wie goed doet ook goed terug krijgt gaat nog steeds op. Wanneer u zelf integer en behulpzaam in het leven staat wil dit niet zeggen dat er nooit iemand misbruik van u zal maken, maar wanneer u dat ook incalculeert valt het u ook niet zo tegen. Geluk is dus op twee manieren te beïnvloeden, ten eerste kan men leren om positief tegen het leven aan te kijken en leren om op een positieve wijze om te gaan met de niet te voorkomen tegenslagen. Door mensenkennis op te doen en vooral zelfkennis te ontwikkelen kan men een vorm van innerlijke rust bereiken waardoor men zich eenvoudiger gelukkig kan voelen. Hierbij kunnen boeken met levenslessen en levenswijsheden zeker van dienst zijn, zolang u maar niet klakkeloos alles aanneemt maar wel kritisch blijft kijken of iets wel strookt met uw eigen overtuiging.

Aangezien ons geluk ook afhankelijk is van mensen om ons heen (tenzij we een kluizenaar zijn) is dus de omgang met deze mensen ook een factor in ons eigen geluk. Het is dus belangrijk om vaardigheden te leren om goed om te gaan met mensen om u heen waarbij u hopelijk dat wat u uitzend ook weer terug mag ontvangen. Een grote waarheid is nog steeds “wat u niet wilt dat u geschied, doe dat ook een ander niet!”. Mijn dochter van vijf zei laatst “als iemand boos tegen mij doet dan zeg ik dat ik haar de liefste van de hele wereld vind en dan vindt ze mij ook weer lief.” Ze had dus door dat ze een stemmingskerende handeling kon doen om een onplezierig conflict eenvoudig op te lossen. Dit zijn sociale vaardigheden waarmee mensen conflicten en dus vervelende situaties kunnen leren oplossen en voorkomen zonder zichzelf te kort te doen. Dit soort vaardigheden zijn ook op latere leeftijd nog aan te leren en kunnen er voor zorgen dat men meer plezier, rust en geluk kan vinden in de omgang met andere mensen.

Toevalsongeluk en tegenslagen zijn niet te voorkomen maar u kunt wel leren om hier goed mee om te gaan en er het beste van de maken en soms kunt u zelfs een tegenslag gebruiken om u leven te herzien en een nieuwe weg in te slaan en het zo ombuigen naar iets positiefs. U kunt dus zelf invloed uitoefenen op uw eigen geluk maar de maakbaarheid van geluk en succes door het simpelweg volgen van een boek als “The secret” daar geloof ik zeker niet in. Het kan echter geen kwaad om deze boeken te lezen en er een deel uit te halen dat u wel aanspreekt en wat u wel kunt gebruiken. Mijn mening is dat de mens in staat is door het leren van inzichten, wijsheden en sociale vaardigheden om zijn eigen geluksbeleving op een positieve wijze te beïnvloeden.

Meer levensbeschouwing pagina’s

Onbevangenheid en spontaniteit

De betekenis van het woord onbevangen is: zonder vooroordeel, onpartijdig, vrijmoedig, geen schroom hebben. De betekenis van het woord spontaan is: zonder dwang, uit eigen beweging, niet van tevoren bedacht, geneigd zijn opwellingen direct te uiten, vanzelf optredend. Wanneer we deze betekenissen naast elkaar leggen zien we onmiddellijk dat ze met elkaar te maken hebben. Kinderen zijn meestal vrij onbevangen, nog niet bezoedeld met allerlei oordelen en vooroordelen, kinderen zijn nog vrij spontaan en zien nog niet overal gevaar en regels van normen en waarden. Dit geeft kinderen ook de mogelijkheid om nog spontaan en speels te zijn, om onbevangen te kunnen genieten. In een van mijn favoriete nummers “Goodby to a river” zit de volgende tekst die ik hier vrij vertaald heb: “We leven ons leven zo goed en kwaad als het is, en verliezen beetje bij beetje onze verwondering en onbevangenheid. We leggen ons er bij neer en uiteindelijk verliezen we onze bezieling.”. Dit klinkt nogal zwaarmoedig maar ik heb het zelf ervaren en zie het vaker om mij heen dan mij lief is. Deze pagina gaat over onbevangenheid en spontaniteit. Vriendelijke groet, Hein Pragt

Op de inhoud van deze pagina rust copyright © Hein Pragt.

Onbevangenheid

onbevangen en spontaan Als kind worden we meestal onbevangen, naïef en spontaan geboren en de eerste levensjaren vinden we dit meestal lief en schattig. Maar dan begint toch de opvoeding en leert het kind wat mag en niet mag, maar vaak ook de normen en waarden en levenslessen van de ouders en de omgeving. Maar ook is het met regelmaat zo dat de impulsiviteit en spontaniteit van kinderen afgeleerd wordt door ouders die na een drukke werkdag ook graag rust en orde willen. Hoe dan ook, we leren kinderen, met vaak de beste bedoelingen, graag het onbevangen en spontaan zijn af. In de puberteit zien we vaak een opleving van de onbevangenheid en spontaniteit, tot grote zorgen en ergernis van de meeste ouders, omdat het deel van de hersenen dat impulsen onderdrukt in deze levensfase niet goed werkt. Maar de meeste mensen laten zich uiteindelijk toch temmen en worden verantwoordelijke volwassenen met een baan, een huis, een relatie en kinderen. Alles goed gepland en volgens de regels die men denk dat “normale” maatschappij ze oplegt. Men geniet nog wel eens en doet ook nog wel eens iets bijzonders maar dan meestal goed vooraf gepland, zoals geplande feestjes, vakanties, nieuwe kleren, nieuwe spullen e.d. Niet voor niets vragen veel mensen zich dan na een paar jaar af: “is dit alles?”.

Na een paar jaar hebben veel mensen het gevoel: “ik heb alles al eens meegemaakt” en slaat de verveling toe. Wanneer ik zie hoeveel mensen alcohol en drugs gebruiken om even te ontsnappen aan deze wereld, denk ik vaak: “dit zegt ook iets over onze wereld!”. Het feit dat zoveel mensen vinden dat ze even moeten ontsnappen geeft volgens mij aan dat we doorgeslagen zijn met regeltjes en beteugelen van ongewenst gedrag zoals impulsiviteit, spontaniteit en speelsheid. Vroeger kenden we alleen de bekende midlifecrisis waarbij men zich vragen ging stellen zoals “is dit alles?” en men zich realiseerde dat men het spontaan en speels genieten helemaal kwijt was. Tegenwoordig kennen we zelfs een quarterlifecrisis. De vraag is eigenlijk, is een wereld met alleen maar getemde, keurig nette, verantwoordelijke, zelfbewust en assertieve volwassenen die zich keurig aan alle geschreven en ongeschreven regels houdt en elkaar er ook op afrekent met alle oordelen en veroordelen, wel echt zo gezellig?

Als ik terugkijk naar mijn puberteit en mijn jong volwassen leven, was liefde en seksualiteit een spannend en van beide kanten speelse zaak waarbij alles nog open stond en er weinig belemmeringen waren. Ook ging we wel eens iets mis, maar voor het gevoel hoorde dat er ook bij. Ik was zelf in die tijd erg onbevangen en kon vrij onbevangen genieten van alles wat op mijn pad kwam. Ik heb in deze periode met een redelijk aantal meisjes en vrouwen het bed gedeeld en veel van de dingen die op de gemiddelde bucket-list staat gedaan. Maar gaandeweg het leven raken we vaak deze spontaniteit kwijt en ook het vermogen om nog echt te genieten. Vaak zie je mensen dan de “standaard” geplande oplossingen proberen om er toch nog iets van spanning en opwinding in te brengen, maar als de oprechte onbevangenheid en speelsheid weg is, kun je dit vaak niet acteren. Ik denk persoonlijk ook dat veel mannen en vrouwen belangstelling hebben voor jonge minnaars omdat ze onbewust terugverlangen naar een tijd die meer onbevangen en spontaan was.

De hele “meetoo” beweging heeft ook de spontaniteit behoorlijk de kop in gedrukt. Even voor de goede orde voor mij moeten alle verhoudingen tussen mannen en vrouwen gelijkwaardig en wederkerig zijn en moet seks en intimiteit niets met macht of ongelijkwaardigheid te maken hebben. Maar wanneer ik een onschuldige maar ondeugende opmerking maak naar een vrouwelijk collega die ik al jaren ken en waarvan ik weet dat deze dat wel kan waarderen en een azijnpisser die dit hoort gelijk begint met “melding maken van seksueel ongepast gedrag op de werkvloer”, dan vind ik dat we doorslaan. Dan krijgen de keurig nette azijnpissers een mogelijkheid om klappen uit te delen aan alle mensen die wel wat ongedwongen, onbevangen en spontaan met elkaar om willen gaan. Maar ook bij het uitgaan en daten speelt dit mee, ondanks dat we zo geëmancipeerd zijn verwachten de meeste vrouwen toch nog dat de man initiatief neemt. Maar dat kan voor een man ook steeds gevaarlijker worden en ook dit drukt de onbevangenheid en spontaniteit aardig de kop in. Bovendien merk ik dat met het stijgen van de leeftijd, de partnerkeuze ook steeds rationeler gebeurd, wat ook de speelsheid en spontaniteit niet echt ten goede komt.

Toch vinden de meeste mensen onbevangenheid, spontaniteit en speelsheid nog steeds leuk en bewonderen ze mensen als acteurs, kunstenaars, cabaretiers en artiesten die een soort surrogaat leven lijden voor hun bewonderaars. Wat lezen mensen graag en roddelblad om te lezen wat andere mensen nou weer doen, dingen die ze vaak zelf niet meer durven of nooit gedurfd hebben. Er zijn ook genoeg mensen die ik soms azijnpissers noem, die er niet echt gelukkig uitzien en vaak alleen nog plezier halen uit het oordelen, veroordelen en aanspreken van anderen die wat losser leven. Vroeger trok ik me dit vaak aan, tegenwoordig voel ik meestal alleen maar medelijden met deze mensen, ook zij hebben het niet makkelijk.

Een van mijn favoriete spreuken is: “We stoppen niet met spelen omdat we oud worden, we worden oud omdat ze stoppen met spelen!”. Ik heb mijn hele leven moeite gehad met regeltjes en gezag, macht en machtsmisbruik en emotionele manipulatie om mij te laten doen wat de ander goed en leuk vindt. Ik heb in mijn leven de nodige klappen gehad, ben meer dan eens bijna alles kwijt geweest maar op momenten dat ik alles kwijt was, was ik ook vrij. “Freedom is just another word for nothing left to lose” is ook erg waar. Hoe meer spullen men heeft, hoe meer men te verliezen heeft, hoe minder vrij men is. Dit heeft mij veel geleerd, maar ook he lezen over onze hersenen en de discussie of vrije wil bestaat, ideeën over spirituele verlichting en nondualiteit hebben mij overtuigd dat de maatschappij die wij gemaakt hebben eigenlijk een grote grap is, waarbij de grootste grap is dat veel mensen zeer serieus denken dat alles klopt zoals het hoort.

Ik bepaal steeds meer wat ik wel en niet accepteer, ik doe mee met dingen waar ik geen kwaad voor mijzelf in zie of die goed zijn voor mij en probeer weg te blijven van dingen die beklemmen en stress veroorzaken. Ik wil geen beklemmende of beperkend relaties meer, ik wil dingen die mijn leven leuker maken en mijn leven verrijken. Ik leef geen bandeloos leven, maar ik bepaal zelf wel aan welke regels ik mij wil houden en vooral aan welke niet. Hoewel ik genoeg tegenslagen en klappen in dit leven gehad heb, probeer ik dit niet mijn leven te laten belemmeren en probeer ik onbevangen te zijn zonder oordelen en vooroordelen en zoek ik ook onbevangenheid, spontaniteit en speelsheid in de mensen waarmee ik omga. Nog een mooie zin in het nummer “The rose” is: “het is het hart dat bang is om te sterven, dat nooit leert om echt te leven!”.

Meer levensbeschouwing pagina’s

Oordelen, vooroordelen, veroordelen

wijzen naar elkaar We doen het bijna allemaal wel in meer of mindere mate, oordelen, vooroordelen hebben en veroordelen. Voor u kunt begrijpen wat voor effect dit heeft op uw leven moeten we eerst weten wat het precies inhoudt. In de basis is een oordeel een mening over hoe iemand is, denkt of doet en hierbij vergelijkt u de ander meestal met uzelf waarbij u zich als de norm beschouwd. Een oordeel zegt dus meestal ook veel over de persoon die het geeft. Een vooroordeel is een oordeel dat niet eens op feiten is gebaseerd is maar op generaliseren. Dit betekent dat u een menig heeft over iemand of een groep op basis van bijvoorbeeld één kenmerk van een stereotype. Een vooroordeel zal vaak best wel opgaan voor een deel van de groep waar men een vooroordeel over heeft, maar meestal niet voor de gehele groep. Vooroordelen kunnen ook geleerd worden door de krachtige meningen van anderen, zo kan men (soms onbewust) een vooroordeel hebben als men maar vaak genoeg gehoord heeft dat een groep mensen altijd crimineel is, of bijvoorbeeld altijd vrouwen lastig valt. Vooroordelen gaan vaker over negatieve zaken dan positieve zaken. Zowel oordelen als veroordelen zorgen er voor dat men niet verder kijkt, men heeft een oordeel of vooroordeel en men is klaar,. Wanneer men echter echt wil zien wat er is, dan is het oordeel of vooroordeel te vermijden of op zijn minst uit te stellen. Veroordelen is het onherroepelijk schuldig vinden van iemand aan bepaald handelen (of een mening) waarbij men hier zelfs een straf aan hangt. Rechters doen dit dagelijks na zorgvuldig afwegen van alle feiten en bewijzen, maar veel mensen doen dit op basis van een oordeel, vooroordeel of zelfs een gevoel. Men speelt dan zogenaamd voor eigen rechter en ik weet uit ervaring dat dit veel schade kan aanrichten bij zowel de persoon die een oordeel velt als de persoon die de veroordeling treft. Aangezien dveel mensen vaak bij voorbaat de eigen mening en overtuiging in bescherming nemen door een andere mening of tegenspraak uit de weg te gaan kan er tunnelvisie ontstaan. De eigen mening of overtuiging zal alleen maar versterkt worden omdat men alleen maar wil luisteren naar datgene wat de eigen mening of overtuiging bevestigt. Tunnelvisie heeft in de laatste jaren bijvoorbeeld geleid tot enkele onterechte veroordelingen waarbij mensen ten onrechte soms jaren in de cel hebben gezeten. Maar ook binnen het gewone leven kan tunnelvisie tot grote persoonlijke misstanden leiden. In het algemeen heb ik geleerd dat oordelen, vooroordelen hebben en veroordelen het leven niet eenvoudiger en makkelijker maakt, integendeel wanneer men lichter wil leven is het goed om ook te kijken naar uw eigen oordelen, vooroordelen hebben en veroordelen. Met vriendelijke groet, Hein Pragt

Op de inhoud van deze pagina rust copyright © Hein Pragt.

Oordelen

Een oordeel is een mening over hoe iemand is, denkt of handelt en een oordeel is gebaseerd op een vergelijking waarbij de gever van het oordeel zich als bron van redelijke normen beschouwt. We oordelen vaak wel elke dag, we oordelen bijvoorbeeld dat het gedrag van de buren die tot vijf uur in de ochtend een luidruchtig feest geven vrij asociaal is. Het is ook bijna onmogelijk een krant of nieuwsartikel te lezen zonder oordeel, vrijwel alles wat er in staat, is erop gericht u een oordeel te ontlokken. Een oordeel zegt niet alleen iets over de ander, het zegt ook iets over uzelf omdat u door het oordeel aangeeft dat u zich als bron van redelijke normen beschouwt en dat u dit oordeel meestal op uzelf niet van toepassing vindt. We worden met oordelen opgevoed, thuis, op school, door vrienden en vriendinnen, sport, kranten, televisie, internet, social media, alles leert ons wat de norm is en wat er van afwijkt. Maar in feite is normaal het gemiddelde van alle afwijkingen en is normaal ook erg tijdgebonden. Wat men nu soms normaal vindt zou vijftig jaar geleden onmogelijk zijn geweest. Toch vormt men meestal op basis van wat men hoort, ziet en leest een wereldbeeld dat veilig en vertrouwd lijkt. Dit maakt het ook makkelijker omdat dat men uiteindelijk niet verder hoeft te kijken dan het eigen oordeel (mening) en zo makkelijk de wereld kan verdelen in goed en fout, vriend en vijand, veilig en onveilig enz.

Een oordeel betekent dus dat u een mening over iets of iemand heeft, waarvan u denkt dat het de enige waarheid is. Een oordeel is gebaseerd op een vergelijking waarbij u vindt dat u de redelijke waarden en normen hebt en de waarheid kent. Wanneer de ander dom is, dan vindt u zichzelf dus slimmer, wanneer de ander lelijk is vindt u zichzelf dus mooier, wanneer de ander iets fout dan doet u het goed of weet u hoe het wel moet. Op zijn minst vindt u zichzelf normaal en de ander niet normaal of afwijkend van de norm. En daarom levert oordelen ook vaak een conflict op, de ander waarover u een oordeel velt zal het er niet altijd mee eens zijn en dit kan conflicten tot gevolg hebben, bovendien kijkt u niet naar wat er echt is waardoor u belangrijke zaken over het hoofd kunt zien. Ook kunt u op basis van uw oordeel beslissingen nemen die grote gevolgen kunnen hebben waar u later mee geconfronteerd kunt worden. Maar oordelen kan ook de andere kant op werken, wanneer u niet aan de positieve kan van het oordeel zit maar u een negatief oordeel over uzelf velt. Veel mensen die bijvoorbeeld depressief zijn hebben vaak een negatief zelfbeeld, ze beoordelen zichzelf vaak als minder dan de ander en minder dan de norm. Alles staat en valt dus met uw visie op normen en waarden en wat normaal is en dat is aangeleerd en soms weer moeilijk af te leren. Maar ook is het afleren van het continue vergelijken (oordelen) soms moeilijker dan u denkt, ook ik probeer zo weinig mogelijk een oordeel te hebben en toch word ik er door mijn kinderen wel eens op betrapt. Het moeilijkste is het loslaten van de norm en goed en fout en het inzicht dat goed en fout eigenlijk helemaal niet bestaan maar door mensen bedacht zijn. Wanneer u kunt accepteren dat alles is wat het is en gaat zoals het gaat dan is het oordeel overbodig.

Vooroordeel

Een vooroordeel is een mening die niet op feiten is gebaseerd en een vooroordeel is vaak een mening over iemand of een groep mensen. Een paar voorbeelden van een vooroordeel zijn dat dikke mensen gezellig zijn, dat migranten allemaal gelukszoekers zijn of alle ambtenaren lui zijn. Vooroordelen zijn een middel van het menselijke brein om een grote stroom aan informatie te verwerken waarbij het vaak onmogelijk is om alle informatie gedetailleerd te verwerken en werkt het vooroordeel als een soort algemeen filter. Vooroordelen kunnen zeer hardnekkig zijn en soms ook niet bewust. Wanneer een bepaalde groep of individu eenmaal een etiket heeft gekregen dan is het vaak moeilijk dit te veranderen. Om dit wel te veranderen moet men eerst open te staan voor kennis en andere meningen (het vooroordeel onderdrukken) waardoor duidelijk kan worden dat het vooroordeel op onjuiste veronderstellingen gebaseerd is. Discriminatie is ook vaak gebaseerd op een vooroordeel. Vooroordelen zijn makkelijk, we hoeven niet de enorme stroom van feiten en kennis tot ons te nemen om een gedegen oordeel te vormen maar kunnen ons er snel afmaken door een vooroordeel te vellen en klaar is het.

Vooroordelen kunnen ook verbinden, wanneer een groep mensen hetzelfde vooroordeel heeft dan u, dan hoort u bij de groep. Vaak leidt het ene vooroordeel dan ook weer to het volgende vooroordeel omdat vooroordelen soms heel logisch lijken en ook vaak goed in ons straatje passen. In de politiek maakt men hier ook graag gebruik van, vooral in slechte tijden zoekt men naar een gemeenschappelijke vijand. In de tweede wereldoorlog hebben we aan de lijve kunnen ondervinden wat de gevolgen hiervan kunnen zijn. Desondanks werkt het nog steeds om mensen van een vooroordeel te voorzien, zeker wanneer de juiste retoriek gebruikt wordt. Het mechanisme van vooroordelen is niet geheel fout, het is een natuurlijk mechanisme om ons te beschermen, om snel vriend en vijand te kunnen bepalen en wanneer het om vijand gaat is het voordeliger om voorzichtig te zijn met het oordeel vriend en sommige mensen dus onterecht als vijand te beschouwen. Om te overleven is dit een goede strategie en is het vooroordeel dus in ons voordeel. Maar het vooroordeel zorgt er ook voor dat we niet verder kijken en ons ook niet verder ontwikkelen. Vooroordelen kunnen ook heel vermoeiend zijn omdat ze ook uw angst, onzekerheid en gevoel van onveiligheid kunnen bevestigen zonder dat u verder kijkt en bijvoorbeeld zou kunnen zien dat dit helemaal niet nodig is.

Veroordelen

vceroordelen Een veroordeling kan het gevolg van een oordeel zijn, wanneer iemand iets gedaan heeft wat tegen de wetten, regels of normen en waarden inging, kan er een vonnis of bestraffing volgen. Een rechter moet eerst oordelen (zich met inzicht over iets uitspreken) en daarna pas kan hij veroordelen (vonnis uitspreken en eventuele bestraffing). Maar ook in het gewone leven doen we aan oordelen en veroordelen, veel mensen vinden dat ze het recht hebben om te oordelen en daarna een gepaste straf uit te delen. We vinden dat de buurman de auto slordig geparkeerd heeft, we oordelen dat hij dit gedaan heeft en veroordelen en bestraffen hem door onze auto er zo dicht tegenaan te zetten dat hij niet meer in kan stappen. Veel mensen vinden dat ze het recht tot veroordelen hebben en maar al te vaak is dit op basis van een vooroordeel of een verkeerd oordeel. Bij het veroordelen speelt ook vaak macht mee, het gevoel een straf uit te mogen of kunnen delen is een vorm van machtsgevoel. Dit kan zelfs extreme vormen aannemen wanneer mensen bijvoorbeeld homo’s in elkaar slaan omdat ze hand in hand lopen, puur gebaseerd op hun oordeel en vooroordeel over homo’s en het machtsgevoel dat ze deze mensen kunnen veroordelen tot een lijfstraf. Maar ook in huiselijke kring veroordelen we soms, wanneer een kind zich niet aan de afspraken (vaak onze afspraken) houdt dan volgt er een (ons onze ogen) gepaste straf. In foute liefdesrelatie gebeurt vaak hetzelfde, op ongewenst gedrag van de ander volgt een snelle veroordeling en straf.

Maar ook hier gaat eigenlijk op dat het recht (wat goed en fout is) de mening is van de helft van de bevolking plus één of zelfs de mening is van een kleine groep uit eigenbelang kan zijn. Een rechter zal in Nederland ook alle feiten en bewijzen vanuit redelijkheid en billijkheid bekijken. Pas daarna zal hij een veroordeling en een strafmaat bepalen. Wanneer we echter door de eeuwen heen kijken wat de norm van goed en fout is en was en de mate van straf die er op staat of stond dan zien we dat waar een paar eeuwen geleden hier nog de doodstraf op kon staan, tegenwoordig heel normaal is. Ook wanneer we kijken naar de norm van goed en slecht in verschillende culturen zien we grote verschillen. Toch veroordelen we vaak andere culturen omdat we onze eigen cultuur en waarden als enige norm en waarheid bestempelen. Wraak is in mijn ogen de ultieme vorm van oordelen en veroordelen, men wil de ander in deze kwetsen of onrecht aandoen als men zelf ervaren heeft, als een vorm van genoegdoening. Dit levert vaak alleen nog maar meer ellende op en het gevoel van genoegdoening duurt vaak ook maar zeer kort. Wanneer wraak voorkomt uit een onrecht gevoel of verkeerde veronderstelling kan het tot (soms bijna) onomkeerbare schade voor beide partijen leiden. Een mooie uitspraak die mij altijd bij is gebleven komt uit de bijbel, waar Jezus tegen de menigte roept die op het punt staat een vrouw te stenigen, “wie zonder zonde is, werpt de eerste steen!”. Denk voor u iemand veroordeeld eens goed na wat u het recht geeft om te veroordelen.

Mijn ervaring

Ik dacht zelf altijd dat ik niet zoveel oordelen en vooroordelen had, dat ik een open mens was, nieuwsgierig en vaak buiten de gebaande wegen dacht. Ik denk dat dit ook wel gedeeltelijk waar was, in vergelijking met veel mensen om mij heen. Pas toen ik mij bezig ging houden met spirituele verlichting ontdekte ik dat ik best veel meningen (lees oordelen en vooroordelen) had. Ook zag ik in hoe deze oordelen mijn bepaalden, dat ik minder open stond voor andere mensen en andere meningen dan ik zelf dacht, dat ik merkte dat mijn mening ook vaak gebaseerd was op vrij algemene vooroordelen. Als voorbeeld wil ik noemen dat ik een collega had die mijn verzoeken nooit helemaal goed uitvoerde, er best lang over deed en traag reageerde op mijn email. Na een tijdje had ik mijn oordeel wel klaar, deze collega (die ik niet persoonlijk kende) was in mijn ogen lui, traag en slordig.

Tot ik hem eens persoonlijk opzocht en ik merkte dat zijn afdeling onder grote werkdruk zat, dat er een afrekencultuur heerste en veel mensen hierdoor slecht gingen presteren. Hij deed zijn best maar kon het werk niet aan en probeerde dan maar te doen wat mogelijk was. Mijn oordeel was totaal onterecht, ik had niet verder gekeken en mij niet verdiept in de werkelijkheid. Ik had mij best boos gemaakt op deze afdeling en deze collega, het had mij best veel negatieve energie gekost en dat was eigenlijk niet nodige geweest. Toen we in gesprek raakten vroeg ik hem wat ik kon doen om zijn werk makkelijker te maken en te zorgen dat hij mijn verzoek beter kon verwerken en hij gaf me een aantal tips waarmee ik wat kon. Wanneer ik dit eerder gedaan had, had ik minder ergernis gehad en was het al met al ook sneller gegaan. Het leermoment was dus, niet zo snel oordelen maar eerst verder kijken.

Vanuit de spirituele verlichting leerde ik dat goed en kwaad eigenlijk hele relatieve begrippen zijn en dat alles eigenlijk relatief is en door mensen bedacht. Ik leerde dat alles is wat het is en dat het gaat zoals het gaat, net als mijn moeder altijd tegen mij zei. Ik heb nog steeds sterke meningen, ik ben nog steeds voorvechter van sociaal en menselijk beleid, maar heb wel geleerd om mijn strijd wat zorgvuldiger te kiezen. Ik heb nog steeds oordelen (meningen) ik probeer zo wieling mogelijk vooroordelen te hebben en probeer ook zo weinig mogelijk te veroordelen, Nog elke dag leer ik nieuwe inzichten, momenteel door het concept van omdenken, en ik doe mijn best om verder te kijken dan een oordeel. Soms kom ik na enorm veel verder gekeken te hebben dat ik er toch een oordeel (mening) over mag hebben. Ik probeer ook mijn oordeel uit te stellen, eerst verder kijken, eerst relativeren, eerste omdenken en in de meeste gevallen blijft een oordeel achterwege.

Door minder te oordelen werd het leven een stuk lichter, ik wind me niet meer op over de meeste dingen of mensen, ik accepteer dat dingen en mensen zijn zoals ze zijn en ik daar niet zoveel aan veranderen kan, dat ik een goed voorbeeld kan geven en gebruik kan maken van hun tegengestelde gedrag. Minder oordelen, minder meningen hebben, leren inzien dat ik vooroordelen heb en dat ik de laatste bent (gezien de fouten die ik zelf gemaakt heb) om te te mogen veroordelen. Ik denk vaak aan “wie zonder zonden is werpt de eerste steen”. Ik vind nog steeds bepaalde dingen mooi en sommige dingen niet mooi, ik ben soms blij en soms verdrietige en elke andere emotie is mij ook niet vreemd, maar ik laat het over mij heen komen, het is goed en het gaat weer over. Minder oordelen is ook leren loslaten en bij mijzelf blijven. Ik heb geleerd dat democratie de dictatuur van de helft plus één is en dat regels en normen en waarden ook door mensen bedacht zijn en aan tijd en cultuur onderhevig zijn. Minder oordelen, vooroordelen hebben en veroordelen is mijn inziens een goede stap naar een lichter en gelukkiger leven.

Meer levensbeschouwing pagina’s