Denkwerk

Waarom zoveel vakken?

Waarom leren we zoveel onnodige vakken op de middelbare school?

hersenen Veel mensen vragen zich af waarom we tegenwoordig zoveel onnodige vakken moeten leren op de middelbare school. Vaak hoor ik dingen als, denk je dat ik die wiskunde ooit nog nodig zal hebben in mijn leven, waarom moet ik dat dan allemaal leren. Op zich klinkt dit logisch, ook ik heb op de middelbare school veel vakken gehad waar ik niet echt goed in was en waar ik me ook wel van afvroeg of ik dit echt nodig had voor de rest van mijn leven. Ik ben eens op zoek gegaan naar het antwoord op deze vraag en het antwoord was eigenlijk best logisch maar ook wat verrassend.

De menselijke hersenen ontwikkelen zich ongeveer tot een leeftijd van vierentwintig jaar. Daarna ligt de structuur redelijk vast voor de rest van het leven. Tijdens de middelbare schooltijd worden grote delen van de structuur van de hersenen opgebouwd. Waarom is het dan zo goed om die lastige vakken zoals wiskunde te leren? Dit is eigenlijk heel goed omdat men leert om een probleem op een bepaalde wijze op te lossen. Dit vormt structuren in de hersenen die helpen bij het oplossen van dit soort problemen. Nu zal men later in het leven misschien niet dezelfde wiskundige problemen moeten oplossen, maar het leven heeft veel meer andere problemen in het vooruitzicht en een aantal van dit soort problemen kun je oplossen met de structuren die er in de middelbare schooltijd zijn ontstaan in de hersenen.

Het gaat dus niet zozeer om het exacte gebruik van de kennis om bepaalde vraagstukken en problemen op te lossen, maar om de structuren in de hersenen die je gevormd hebt in de middelbare schooltijd bij deze ?onnodige? vakken. Men zal deze kennis misschien niet meer gebruiken, maar de ?tools? die het kunnen oplossen van dit soort problemen in onze hersenen, zullen zeer behulpzaam zijn in de rest van het leven. Denk hier nog eens aan wanneer je weer eens zucht onder de druk van zo’n zogenaamd “onnodig vak”.

Meer pagina’s over denkwerk

Stroop-taak

Waarom is de stroop-taak met kleuren zo lastig?

psychologie vragen Vaak zien we op social media een afbeelding met daarin de namen van kleuren die in een andere kleur zijn afgedrukt. De uitdaging is dan de kleuren op te noemen, wat meestal niet goed zal lukken Deze test heet de Stroop-taak en deze is in 1935 door de student John Ridley Stroop bedacht om tegenstrijdige reacties te onderzoeken. De test bestond uit de woorden rood en groen die in de kleuren groen als rood en door elkaar afgebeeld werden, en de opdracht luidt zo snel mogelijk de kleur te benoemen. Het blijkt nu dat de reacties veel trager zijn als de kleur niet overeenstemt met de inhoud van het woordje. Maar waarom is dit juist zo moeilijk voor onze hersenen?

psychologie vragen

De oorzaak ligt er in dat kleur wordt geregistreerd in ??n hersendeel en woorden in een ander deel en dat zorgt voor een conflict. De moeilijkheid bij de Stroop-taak is dat lezen automatisch gaat, terwijl het benoemen van een kleur niet automatisch gaat en een zekere verwerkingstijd nodig geeft. Omdat het dus meer tijd kost om een kleur te benoemen dan tekst te lezen en te begrijpen ontstaat er een conflict waardoor we fouten gaan maken.

Onderzoek heeft ook aangetoond dat een gebied in het voorste deel van de hersenen, de cortex cingularis anterior actief is in situaties waarbij er sprake is van dit soort tegenstrijdigheid. Ouderen en mensen of mensen met een hersenbeschadigingen doen langer over de Stroop-taak en lager opgeleiden zijn meestal trager dan hoger opgeleiden. Het lijkt er op dat een automatische neiging onderdrukken een vorm van intelligent gedrag is. Net als bij de meeste testen kan men deze test trainen door te leren de tekst te negeren.

Meer pagina’s over denkwerk

ADHD of ADD en relaties

Wie ooit eens een relatie heeft gehad, of momenteel een relatie heeft met een partner die ADHD of ADD heeft weet dat dit soms niet eenvoudig is. Mensen met ADD en ADHD zijn vaak hele leuke, spontane en impulsieve personen en dat kan in de verliefdheidsfase geweldig zijn. Het impulsieve gedrag kan zeer opwindend en uitdagen zijn, zeker in de verliefde fase, maar ook daarna kunnen spontane acties vaak als zeer romantisch ervaren worden. Het leven met een partner die ADD of ADHD heeft is zelden saai te noemen maar kent ook wel enkele uitdagingen en valkuilen. Het is niet vreemd dat er zo veel musici, kunstenaars en schrijvers met ADHD zijn, dit is vaak het gevolg van spontaniteit in combinatie met creativiteit wat op zich een heel positieve, leuke en soms handige eigenschap is. Op deze pagina ga ik in op het (soms enig gevoelige) onderwerp ADHD of ADD en relaties. Het is zeker niet de bedoeling van deze artikelen om een ADD of ADHD partner in een slecht daglicht te stellen. Ik heb deze pagina dan ook met de hulp van een aantal mensen met ADD of ADHD een aantal keren herschreven. Het is belangrijk in een relatie dat partners elkaar begrijpen en daarvoor is het vaak nodig dat men problemen vanuit beide standpunten bekijkt. Ik hoop met deze artikelen iets aan wederzijds begrip bij te dragen. Ik heb zelf geen ADD of ADHD maar heb persoonlijk ervaring met partners met zowel ADD als ADHD. Vriendelijke groet, Hein Pragt

Op de inhoud van deze pagina rust copyright © Hein Pragt.

Partner met ADHD of ADD

adhd Het volgende artikel kan prikkelend of zelfs zeer storend overkomen bij mensen met ADHD of ADD, het gaat namelijk over de invloed van ADHD od ADD in relaties, maar dan vanuit de visie van de partner. Vaak worden zaken die met ADD of ADHD te maken hebben geschreven vanuit de persoon met ADD of ADHD, deze pagina probeert ook de andere kant te belichten. Ik ben geen psycholoog en geen deskundige op het gebied van ADHD of ADD behalve dat ik in het verleden zelf ervaringen heb gehad in relaties met zowel ADD als ADHD en ik ervaringen heb uitgewisseld met andere partners van mensen met ADHD en ADD. Daarnaast heb ik zelf enkele boeken gelezen over ADHD en in het bijzonder “samenleven met AD(H)D”, een boekje dat ik iedereen aan kan raden (zie boekenlijst). Ik zou zelf dit boekje graag eerder gelezen willen hebben. Vanuit deze ervaringen is het volgende artikel geschreven, niet om de persoon met ADHD of ADD als een verschrikkelijk persoon neer te zetten maar om een aantal veel voorkomende problemen binnen een relatie met een partner met ADHD of ADD te beschrijven en van commentaar te voorzien. De inhoud van dit artikel is bedoeld om ervaringen te delen en niet om als argument in een discussie met iemand met ADD of ADHD als munitie gebruikt te worden.

Zoals ik al aangaf kan een partner met ADD of ADHD erg innemend zijn door hun spontaniteit en impulsiviteit. Vooral in het begin van een relatie wanneer beide partners nog een roze bril ophebben barsten beide partners vaak nog van de energie en verblinden alle pretstofjes de ook soms negatieve eigenschappen van de andere partner, dit gebeurt in bijna elke relaties. Elk relatie kent na de verliefdheidsperiode een periode dat men ook de wat minder leuke kanten van de partner gaat zien en dan kunnen zaken die in het begin zo leuk waren minder leuk gaan worden. Bijna elke relatie begint met de positieve kwaliteiten van twee mensen en deze vormen de basis voor de verdere relatie. Waarom viel (en wie weet val) ik op een partner die ADD en ADHD had. Ik denk dat de spontaniteit en de impulsiviteit samen met vaak iets gedurfd gedrag mij aanspreekt omdat dit de eigenschappen zijn die ik vaak in mijzelf wat mis. Ik ben te overdenkend, ik doe wel leuke dingen maar meestal goed gepland en ik ben iemand die zichzelf altijd onder controle wil houden en zich dus niet zo snel laat gaan. Iemand met ADD of ADHD kan dit wel losmaken in mij en mij meetrekken tot op zekere hoogte. Partners met ADD of ADHD ervaren vaak rust en stabiliteit bij mij, maar voor mij is vertrouwen erg belangrijk en dit ontbrak nog wel eens in deze relaties. Dit is mijn persoonlijke achtergrond.

Het is voor mensen met ADD of ADHD heel goed mogelijk om een evenwichtige en stabiele relatie op te bouwen, toch kennen deze relaties vaak enkele valkuilen. Als eerste zal het van de partner die geen ADD of ADHD heeft nodig zijn om zich in ieder geval in ADD of ADHD te verdiepen en zo enkele uitdagingen en valkuilen te begrijpen. Mijn eigen ervaring die ik ook bij anderen terug hoor komen is dat van de partner redelijk wat meer verwacht zal worden in de zin van proberen structuur aan te brengen in het huishouden en bijvoorbeeld het verzorgen van de kinderen en klusjes in huis. Veel mensen met ADD of ADHD hebben namelijk problemen met het gestructureerd werken en worden door zoveel dingen afgeleid dat vaak de partners de steekjes die er vallen moeten oppakken. Wanneer de partner hier niet genoeg tegenwicht geeft kan dit zelfs behoorlijk uit de hand lopen.

Het tegenovergestelde kan ook voorkomen, dat de partner met ADD of ADHD doorslaat met het opleggen van structuur aan zichzelf (en vaak ook de partner) om alles maar in de hand te houden, dat ze nog verder overlopen omdat ze het idee hebben dat ze alles zelf moeten doen. Dit kan ook weer tot conflicten leiden wanneer de (niet ADD of ADHD) partner tegenstribbelt tegen de hem of haar opgelegde structuur. Dit komt niet voort uit het willen overheersen maar vanuit een vaak wanhopige poging om alles om zich heen te structureren om zelf te kunnen overleven. Voor de andere partner kan dit erg dominerend en overheersend overkomen en dit kan snel een bron van conflicten zijn die alleen maar olie op het vuur zal zijn.

Mijn eigen ervaring is dat in het begin van de relatie partners nog proberen door discussie en vaak overleg woordenwisselingen tot een eerlijke taakverdeling te komen, maar vaak besluiten partners na vele pogingen, discussies en ruzies om toch de taken waar partner met ADD of ADHD moeite mee heeft erbij te doen. Ik hoor regelmatig van partners dat ze het gevoel hebben dat in hun gezin nooit iets op een normale manier kan gaan. Dingen die organisatie vergen of verstoring van de normale structuur zijn zoals uitstapjes lopen vaak uit de hand en niet zelfden eindigen ze in heftige conflicten of discussies.

Ik heb zelf ervaren, en een ander huwelijk stuk zien lopen op, de impulsiviteit van het (vaak zonder overleg met de partner) beginnen van een verbouwing, of dat de kamer ineens (voor de helft al) een andere kleur heeft, of het behang al vast voor de helft van de muur is gehaald zodat er geen weg terug is. Een van de mannen die ik kende had de badkamer al een maand in puin liggen en begon toen ook maar zonder enig overleg vast aan de keuken zonder het andere eerste af te maken. In veel gevallen is er ook niet de tijd en de middelen om het snel af te maken en zit men vaak maanden in een niet geplande verbouwing. Vaak maakt de partner dan alsnog de klus af of moet er een vakman ingehuurd worden, maar heeft het wel de nodige frustratie veroorzaakt bij beide partners. Dit is mijzelf ook meerdere keren overkomen.

Nog een bekende valkuil is de behoeft om impulsief te reageren op prikkels waardoor mensen met ADD of ADHD soms vanuit hun impulsiviteit niet goed met geld om kunnen gaan. Ze kunnen impulsief dingen aanschaffen zonder dit met de partner te overleggen en te kijken of het financieel wel haalbaar is omdat ze vaak de gevolgen niet goed kunnen inschatten of overzien. Er kan een mooie dure spijkerbroek in de aanbieding gekocht worden zonder te zien dat het er niets meer over is om de rest van de maand eten te kopen. Doordat bijvoorbeeld via Internet ook op afbetaling gekocht kan worden kunnen schulden oplopen omdat men de gevolgen niet goed kan inschatten. Nog een berucht probleem is bekeuringen vergeten en zelfs aanmaningen weg te leggen voor later waardoor deze (mede doordat het CJIB absurd hoge verhogingen kent) erg kunnen oplopen. Ook hier gaat het er om dat men vaak de gevolgen niet goed kan inschatten. Wanneer dit meerdere keren voorkomt en er deurwaarder brieven in de bus vallen voor je het ontdekt kun je als partner behoorlijk radeloos raken.

Wat ik ook regelmatig heb zien voorkomen is dingen als spontaan een nieuwe hobby nemen, ineens een ander vak willen leren of een eigen bedrijf willen beginnen of zomaar ontslag nemen zonder na te denken over de financiële gevolgen. Wanneer de partner probeert toch hier te corrigeren komt dit bij de partner met ADD of ADHD over als betutteling en inperken van de vrijheid en kan dit tot behoorlijke conflicten leiden. Dit is ook begrijpelijk want ook de partner met ADD of ADHD wil niet als klein kind behandeld worden maar de oplossing zal toch van beide kanten moeten komen. Overleggen met de partner blijft mijns inziens vaak wel een moeilijk issue in een relatie met een partner met ADD of ADHD.

Ook een gevoelig onderwerp is helaas dat ik gemerkt heb dat veel mensen met ADD of ADHD door hun impulsieve gedrag en drang naar prikkels vaker gevoelig voor flirten en zelfs overspel. Flirten kan voor de andere partner best kwetsend zijn en deze partner onzeker maken maar vaak wordt deze partner als zeurpiet of spelbreker bestempeld. Ik kende eens een ADHD man die in het bijzin van zijn vrouw bij het uitgaan meer aandacht besteedde aan bijna elke aantrekkelijk vrouw in zijn omgeving dan aan zijn eigen partner. Die was ondertussen gewend aan het gedrag van haar man, stond redelijk stevig in haar schoenen en greep alleen in als het naar haar mening iets te ver ging. Niet elke partner staat zo sterk in de schoenen en ik heb een aantal relaties door overspel zien stranden. Dit hoeft niet in elke relatie te spelen en het komt ook voor in andere relaties maar in mijn eigen ervaringen is het een vaker voorkomende valkuil in AD(H)D relaties. Door dit vanuit het aspect van ADHD of ADD bespreekbaar te maken en hier goede afspraken over te maken kan veel leed voorkomen worden, zoals in het geval dat ik hierboven beschreef.

Wat ik zelf vaak meegemaakt heb is dat mensen met ADD of ADHD iemand onderbreken in zijn of haar verhaal en moeite hebben om iemand uit te laten praten. Een van mijn partners gaf zelf aan dat dit kwam door de korte aandachtsspanne en de impulsiviteit die hen bijna dwingt te reageren op een verhaal. Ook speelt de angst om te vergeten wat men wilde zeggen mee omdat even later de hersenen van de partner met ADD of ADHD al weer veel verder zijn. Het kan verstandig zijn om voor het gesprek een verboden te onderbreken regel af te spreken. Dit gaat zeker niet altijd werken omdat de onderbreek drang soms te sterk is. Wat ook voorkomt en wat ik zelf vaker meegemaakt heb is dat mensen met ADD of ADHD soms volledig in beslag genomen worden door een onderwerp waardoor de buitenwereld soms even helemaal verdwijnt en een gesprek een niet te onderbreken monoloog gaat worden. Vaak speelt hier ook de angst mee om het onderwerp kwijt te raken als de ander weer een reactie geeft. Ook kunnen mensen met ADD of ADHD doordat ze impulsief reageren soms bot overkomen zonder dat dit echter de bedoeling was, ze spraken even sneller dan ze dachten. Wanneer een gesprek dreigt te escaleren is het verstandig even een time-out te nemen zodat beide partners even rustiger kunnen worden en hun gedachten weer iets kunnen ordenen en de focus weer te kunnen herstellen. Mijn ervaring was wel dat ik vaak het idee had dat we na een uur praten nog niet van de startstreep waren vertrokken omdat het gesprek alle kanten opging behalve in de richting een oplossing.

Ik las ook een voor mij heel herkenbaar stukje met de naam “de grote verdwijntruc”. Wanneer u een partner met ADD of ADHD heeft kan het voorkomen dat ze door nieuwe impulsen of een gedachtesprongetje afspraken en beloften soms vergeten en dat ze ineens verdwenen zijn. Even naar de winkel gaan voor een kleine boodschap, of even wat vragen bij de buren kan uitlopen op zeker uren weg zijn omdat er ineens iets gebeurde waardoor ze het oorspronkelijke doel uit het oog verloren zijn. In hun enthousiasme vergeten ze even dat de ander bezorgd thuis zit te wachtten. Dit is meestal niet uit gemeenheid maar meestal uit onvermogen de consequenties goed te overzien maar het kan voor de partner wel heel vervelend zijn. Het kan dan soms verstandig zijn om de bereikbaarheid te vergoten door bijvoorbeeld altijd een mobiele telefoon mee te nemen.

Het is wel belangrijk om te realiseren dat iemand ADD of ADHD heeft en niet dat hij of zij dat is. Ik hoorde eens een meisje eens zeggen dat ze ADD was en dat was ook hoe ze het zelf zag, ze had het niet maar ze was het. Dit is natuurlijk niet het geval, ADD en ADHD mag trouwens in mijn visie ook niet een excuus worden voor niet aan ADD of ADHD gerelateerd gedrag, dus geen excuus voor alles wat er maar mis kan gaan. De boeken die ik op deze pagina aanbeveel bevatten veel positieve handvatten en begrip voor de problemen die ik op deze pagina schets. Ik realiseer me dat wanneer ik een opsomming maak van deze problemen het kan overkomen dat het een en al ellende is in een relatie met iemand met ADD of ADHD. Dit is zeker niet het geval en daarom wil ik ook graag en iets luchtiger eindigen met een deel van een uitgebreide reactie vanuit de visie van iemand met ADHD die ik ontving als reactie op deze pagina. De volledige reactie kunt u op de reactie pagina lezen.

Gebruiksaanwijzing ADHD partner

Is jouw partner gediagnosticeerd met ADHD? Gefeliciteerd! Je hebt een bijzonder exemplaar aan de haak geslagen! Wees er op voorbereid dat het leven met een partner met ADHD over het algemeen allesbehalve saai is. Spontane invallen, creativiteit en kinderlijk enthousiasme zullen jouw deel zijn. Om hiervan optimaal te kunnen genieten, vind je hieronder een gebruiksaanwijzing voor partners met ADHD.

Benader je partner met humor. Humor is in elke relatie een belangrijke pijler, dus ook in een relatie waarin sprake is van ADHD. Komt je partner thuis met bioscoopkaartjes, omdat hij/zij vergeten is dat jouw ouders zouden komen eten? Tref je bij thuiskomst een woning aan die eruitziet alsof er een bom is ontploft? Haal diep adem en lach. Maak een goede taakverdeling. Het voordeel van een relatie is dat je gebruik kunt maken van elkaars sterke punten en kwaliteiten. Bij een partner met ADHD zullen die waarschijnlijk NIET liggen op het vlak van orde, netheid en gestructureerd werken. Verwacht dit dan ook niet van je partner, want verwachting is de moeder van de teleurstelling. Zie de pluspunten van je partner, en benut deze. Juist mensen met ADHD zijn bij uitstek capabel om deadlines en onverwachte situaties in goede banen te leiden. Vraag hem/haar dus niet om de koffers in te pakken als je over drie weken op vakantie gaat, maar wel als je morgen vertrekt en er is haast bij. Besteed, meer nog dan in “reguliere” relaties, aandacht aan positieve feedback, aanmoediging en complimentjes. Veel mensen met ADHD zijn onzeker over zichzelf en hun kunnen en voelen zich snel onbegrepen.

Schaf een whiteboard aan. ADHD’ers zijn over het algemeen geen meesters in plannen: ze leven in het hier en nu. Door op het whiteboard te schrijven welke klussen er gedaan moeten worden en welke deadline hieraan hangt (vrijwel iedere ADHD’er lijdt aan chronisch uitstelgedrag), help je je partner om enige structuur in jullie leven aan te brengen. Laat je conventionele gedachten los. Wanneer iets niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan. Mensen met ADHD zijn beroemd (en berucht!) om hun vermogen om “out of the box” te denken. Hier kan je relatie veel profijt van hebben, maar alleen wanneer je zelf bereid bent om “anders dan anders” toe te laten. Voorkom dat je in een hulpverlener-cliënt relatie terechtkomt. Jezelf superieur voelen aan je partner helpt iedere relatie om zeep, dus ook de ADHD-relatie. Laat je partner in zijn/haar waarde en onthoud je van de neiging om iemand te “heropvoeden” gelijkwaardigheid is het devies. Gebruik ADHD niet als excuus, en sta ook niet toe dat je partner het als excuus gebruikt. Ook een ADHD’er pur sang is nog steeds 100% verantwoordelijk voor zijn/haar daden. ADHD mag in geen enkele relatie een reden zijn voor ontrouw, lichamelijk geweld en verbale vernederingen.

Stel je in op stemmingswisselingen. Een ADHD’er kan zich dolenthousiast verliezen in een nieuw project, tot aan het obsessieve toe. Dit wordt hyperfocus genoemd. Wanneer de eerste tegenslagen zich aandienen en/of de uitdaging er af is, wordt hetzelfde project argeloos in een hoek geworpen en kijkt de ADHD’er er niet meer naar om. Dit is een ADHD-trekje dat eenvoudigweg niet af te leren is: probeer dit dus ook niet. Weet wanneer je wel of niet op de rem moet trappen. Wilde plannen maken om de tuin aan te pakken, het halve tuincentrum leegkopen en vervolgens de plantjes ongepot laten verpieteren is tot daar aan toe. Overweegt je ADHD-partner om zijn/haar goedbetaalde baan aan de wilgen te hangen om gebruikte autobanden te gaan verkopen in Alaska, dan is het misschien tijd om hem/haar fijntjes de weg terug naar de realiteit te wijzen. (HAHAHAHAHA)

Blijf communiceren, iemand met ADHD is geen patiënt, dus behandel hem / haar ook niet zo.

Nuttige boeken over ADD en ADHD


Verschillen tussen ADD en ADHD

ADD staat voor Attention Deficit Disorder (veel mensen zien het als ADHD zonder het hyperactieve) is een aangeboren aandoening die wordt veroorzaakt door een afwijking in de werking van de neurotransmitters in bepaalde gebieden van de hersenen. Mensen met ADD hebben vaak moeite om hun aandacht ergens op te richten, hebben moeite met plannen en organiseren en kunnen hoofd- en bijzaken niet zo goed onderscheiden. Vaak hebben ze problemen met taakgericht werken wat al op school begint en hebben ze vaak problemen in de omgang met leeftijdsgenoten. In samenhang met ADD kunnen ook depressie, angststoornissen voorkomen, gedragsproblemen uiten zich vaak minder. Onderzoek toont aan dat ADHD of ADD voorkomt bij 1 tot 4% van alle kinderen en dat zeker een derde deel er ook als volwassene nog last van ondervindt. Ook komt ADD en ADHD voor bij mensen van alle opleidingsniveaus. Link voor meer informatie over ADD: wikipedia.org/add

ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. Voor iemand met ADHD is het niet goed mogelijk om de aandacht bij één ding tegelijk te houden (concentratiegebrek). Iemand met ADHD wordt snel afgeleid en hyperactiviteit kan zich uiten door lichamelijke onrust, maar ook door innerlijke onrust en impulsiviteit. Bij hyperactiviteit kan er ook sprake zijn van overmatige beweeglijkheid. Ook hebben ze vaak last van impulsiviteit doordat te veel indrukken worden gevolgd door bijbehorend handelen waarbij de handelingen direct moeten gebeuren en niet kunnen wachtten. Ook kunnen ze vaak minder goed onderscheid maken tussen belangrijke en minder belangrijke zaken. Het voortdurend reageren op de omgeving en gevolg geven aan impulsen veroorzaakt het kenmerkende drukke gedrag van personen met ADHD. In de volksmond heet de afkorting dan ook wel “Alle Dagen Heel Druk”.
Link voor meer informatie over ADHD: wikipedia.org/adhd of

Meer pagina’s over denkwerk

Borderline

borderline of BPS Borderline persoonlijkheidsstoornis (ook wel kortweg BPS of borderline genoemd) kenmerkt zich door sterke wisselingen in stemmingen, gedachten en gedrag. Mensen met borderline zijn erg impulsief, denken vaak zwart-wit en reageren soms zeer extreem. Een relaties met iemand die een borderline persoonlijkheidsstoornis heeft kan vrij extreem en verrassend zijn maar soms ook heel moeilijk. Over borderline zelf is al meer geschreven op Internet, deze pagina wil zich concentreren op het thema borderline en de gevolgen voor een liefdesrelatie. Het is zeker niet de bedoeling van deze pagina en het forum om alleen maar kritiek en commentaar te hebben op mensen met borderline (BPS), het is vooral de bedoeling om duidelijk te maken waar men soms tegenaan kan lopen in een relatie met een partner met borderline (BPS) en hoe beide partners een weg kunnen vinden om hier mee om te gaan. Een relatie met een partner met borderline (BPS) kent vaak de nodige problemen maar ik heb ook verhalen gelezen van partners die hier in hun weg gevonden hebben en een fijne relatie hebben kunnen opbouwen. Het begint met het gedrag van de ander te leren (her)kennen en te leren hoe men hier het beste mee om kan gaan, van beide kanten. Het forum gedeelte richt zich op zowel (ex) partners van mensen met borderline (BPS) als mensen met borderline (BPS) die hier hun ervaringen kunnen uitwisselen. Alle berichten op dit forum worden (gezien de soms heftige problematiek) pas na goedkeuring van de beheerder geplaatst, dit kan een paar uur duren. Dit is echter bedoeld om mensen in een beschermde omgeving te laten schrijven, voor zichzelf en voor anderen. Op deze pagina staan onderaan de meest recente berichten op dit forum. Ik heb zelf geen borderline (BPS) maar ben over dit onderwerp gaan schrijven door ervaringen met BPS in mijn omgeving. Vriendelijke groet, Hein Pragt

Op de inhoud van deze pagina rust copyright © Hein Pragt.

Wat is borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS)

Borderline, feels like I’m goin’ to lose my mind
You just keep on pushin’ my love over the borderline
Borderline, feels like I’m goin’ to lose my mind
You just keep on pushin’ my love over the borderline

Borderline kan in mildere vorm maar ook in extremere vormen voorkomen, soms ook in combinatie met bijvoorbeeld ADD of ADHD. Aangezien er een overlap is in de verschijnselen kan borderline en ADD ook met elkaar verwisseld worden, maar vaak vullen de symptomen elkaar ook aan en heeft men bijvoorbeeld ADD met een milde vorm van borderline.

Enkele symptomen van een borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) zijn:

  • Uit alle macht proberen te voorkomen dat men in de steek gelaten wordt, deze angst kan echt zijn maar ook in de verbeelding voorkomen, voor de vaak heftige reactie maakt dat geen verschil;
  • Onevenwichtige en heftige relaties waarin de partner het ene moment geweldig is en een ander moment weer als waardeloos beschouwd wordt;
  • Vaak een tekort aan zelfbeheersing en impulsiviteit zoals geld verkwisten, grote risico’s nemen en experimenteren met seks, drugsgebruik en roekeloos autorijden;
  • Soms suïcidaal gedrag, dreigen met zelfmoord en zelfverminking;
  • Onevenwichtige stemmingen;
  • Zich chronisch “leeg” voelen;
  • Misplaatste en vaak hevige woede of het onvermogen gevoelens van boosheid te beheersen. bijvoorbeeld regelmatig terugkerende driftbuien, constante woede, vechtpartijen);
  • Soms waanachtige ideeën of ernstige dissociatieve symptomen;
  • Kortdurende psychotische verschijnselen zoals in de war zijn, sterke achterdocht en stemmen horen.

Lang niet iedereen met een borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) hoeft last te hebben van al de genoemde symptomen of sommige symptomen wat ernstiger en sommige symptomen wat minder. We kunnen dan ook constateren dat “de Borderliner” waarover men vaak spreekt niet bestaat. Men moet ook oppassen om iemand met wat meer temperament dan de gemiddelde mens onmiddellijk als borderliner te bestempelen.

Mensen met borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) proberen voortdurend te vermijden dat ze in de steek gelaten worden, ze reageren dan ook vaak heftig op reële of denkbeeldige verlating met angst of woede. In de relatie met anderen hebben ze de neiging om snel om heel zwart-wit te denken en snel te kunnen switchen van mening. Iemand kan het ene moment geweldig zijn, het andere moment onbetrouwbaar en slecht, dit gebeurt vaak als ze het gevoel hebben dat de ander niet genoeg om hen geeft. Borderline persoonlijkheidsstoornis kan ook samen gaan met andere klachten zoals depressiviteit, angst, psychose of dissociatie. De diagnose borderline persoonlijkheidsstoornis wordt 3 keer zo vaak bij vrouwen dan bij mannen gesteld en naar schatting leidt 1 a 2 procent van de Nederlandse bevolking aan borderline persoonlijkheidsstoornis. De stoornis komt meestal in volle omvang tot uiting aan het begin van de volwassen leeftijd, tussen het zeventiende en vijfentwintigste levensjaar. Het is ook mogelijk dat er al in de kinderjaren voortekenen te herkennen zijn die gedeeltelijk lijken op de persoonlijkheidsstoornis op de volwassen leeftijd. Nadat de eerste verschijnselen zijn opgetreden volgen nogal eens diepe dalen met ernstige crises.

Oorzaken van borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS)

De oorzaken van een borderline persoonlijkheidsstoornis zijn niet goed bekend, bijna altijd gaat het om een combinatie van factoren, waarbij elke factor een bijdrage kan leveren aan het ontstaan van de borderline persoonlijkheidsstoornis.

Aanleg

Impulsiviteit en stemming stabiliteit zijn mogelijk in aanleg al aanwezig. Bij de gevallen die ik zelf meegemaakt heb zat de aanleg voor een borderline persoonlijkheidsstoornis in de familie, dit wilde niet zeggen dat elk lid van de familie borderline persoonlijkheidsstoornis had maar dat de kans om het te ontwikkelen groter was dan in andere families.

Psychologische factoren

In de levensgeschiedenis van veel borderlinepatiënten komen ingrijpende ervaringen voor die in combinatie met de aanleg het ontstaan van een borderline persoonlijkheidsstoornis tot gevolg had. Deze ervaringen kunnen bijvoorbeeld een instabiele ouderlijke gezinssituatie, emotionele verwaarlozing, agressie of seksueel misbruik zijn. Mede hierdoor hebben veel mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis moeite met het aangaan van een (langdurige) band met andere mensen. Er is aan de ene kant een sterke behoefte aan contact met anderen, maar tegelijk ook het wegduwen van deze contacten uit (vaak ingebeelde) angst voor het in de steek laten worden.

Maatschappelijke omstandigheden

Sommige deskundigen menen dat het wegvallen van maatschappelijke zekerheden ook van belang is. Mensen voelen zich eenzaam, meer op zichzelf teruggeworpen en minder veilig. Dit gaat natuurlijk voor veel meer mensen op en niet alleen voor mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis, het kan echter wel de stoornis triggeren.

Bij het ontstaan van de borderlindestoornis is er bijna altijd sprake van meerdere van de bovenstaande factoren die op elkaar inwerkend als oorzaak. Omdat er in de levensloop en levensomstandigheden zoveel instabiliteit te vinden is, is meestal één van de hoofddoelen in de behandeling het vinden van stabiliteit.

Noot: Een paar jaar geleden was ik getuige van een kennis die een relatie kreeg met een zeer extraverte en uitdagende dame. Hun liefdesrelatie begon zeer onstuimig en was vrij snel heel intens en hij was tot over zijn oren verliefd op deze knappe dame. Tot ze een paar weken later woedend met een bijl voor zijn deur stond en hij er achter kwam dat ze een ernstige vorm van borderline persoonlijkheidsstoornis had.

Samenleven met iemand met een borderline persoonlijkheidsstoornis

Samenleven met iemand met een borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) kan erg ingewikkeld zijn, mensen die een ernstige vorm van borderline hebben drijven de mensen in hun omgeving vaak tot wanhoop met hun grillige stemmingswisselingen en extreme gedrag. Er zijn in Nederland naar schatting 175.000 mensen met borderlindestoornis (BPS) maar daaronder zijn zowel lichtere als zwaardere vormen. Borderline (BPS) staat voor het grensgebied van de psychose en de neurose en het meest kenmerkende van borderline is de instabiliteit in denken, voelen en handelen. De verschijnselen kunnen buitenproportionele reacties zijn maar ook depressie, angsten, verwardheid, zelfverwonding, zelfmoordneigingen, overmatig drank of drugsgebruik, eetproblemen, roekeloos omspringen geld en seks, onverantwoord gedrag in het verkeer, ruziemaken, agressief gedrag, vaak wisselen van baan en de ene relatie na de ander.

Aan sommigen mensen met borderline (BPS) is het aan de buitenkant niet snel iets te merken omdat ze bijvoorbeeld gewoon als extraverte en spontane mensen overkomen. Impulsief reageren is een belangrijk onderdeel van de borderlindestoornis (BPS) en missen de stabiliteit en zelfcontrole die de meeste andere mensen wel hebben waardoor hun leven snel chaotisch dreigt te worden. Daarbij komt dan ook nog dat de stemming bij een borderliner binnen een paar uur kan omslaan van dag naar nacht wat het leven voor de borderliner zelf maar ook voor zijn omgeving erg lastig kan maken. Met therapie kunnen mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis leren om hun zwakte om te buigen tot hun kracht. Bij de meeste borderline (BPS) patiënten neemt de hevigheid van de stoornis af rond het dertigste tot veertigste levensjaar waarbij levenservaring, steun van anderen en zelf betere sociale vaardigheden aanleren dit proces versnellen.

Veel mensen met borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) hebben problemen met hechten en onthechten. Ze hebben een grote behoefte aan intimiteit en willen zich graag aan iemand binden maar ze zijn ook op zoek naar relaties en impulsen van buiten. Maar die partner mag niet te dichtbij komen want dat ziet de borderliner snel als bedreiging. Een relatie met een borderline bestaat dus heel erg uit aantrekken en weer wegduwen. De borderlinepatiënt wil graag hechting maar dat veroorzaakt tegelijk een enorme angst om weer verlaten te worden. Mensen met borderline gaan wel snel heel intense relaties aan die vaak ook seksueel uitbundige zijn waarbij ze heel hard van stapel lopen. Deze uitbundigheid kan voor sommige mensen zeer aantrekkend werken en de borderline is ook in staat om de nieuwe liefde snel enorm aan zich te binden om na een tijd ineens af te stoten of extreem jaloers, woedend of extreem emotioneel te reageren.

Wanneer de partner van iemand met een borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) het niet meer aankan, dan kan het verbreken van de relatie ook zeer moeilijk zijn. Wanneer de partner aangeeft de relatie te willen verbreken zullen de meest mensen met borderline ineens heel overdreven de liefde proberen te herstellen en zich ineens heel erg inzetten om maar niet verlaten te worden. Dit kan heel heftige emoties losmaken en ook kan de partner met een borderline persoonlijkheidsstoornis gaan dreigen met zelfmoord en andere ernstige gevolgen. Dit maakt het dat het voor een partner van iemand met een borderline persoonlijkheidsstoornis vaak heel moeilijk om de relatie te verbreken en zo modderen deze partners soms jarenlang door.

Relativeren

Uit eigen ervaring weet ik dat samenleven met iemand die een persoonlijkheidsstoornis heeft (zoals borderline) of iemand met psychologische problemen uiteindelijk erg destructief kan werken. Toch heb ik in mijn eigen omgeving meegemaakt dat iemand met een redelijk ernstige persoonlijkheidsstoornis uiteindelijk een partner vond die hier blijkbaar mee om kon gaan. Deze partner stond sterk in zijn schoenen, had een redelijk overwicht en wist duidelijk grenzen te stellen. Ondanks de stoornis van de een, wist de ander hier mee om te gaan en konden ze uiteindelijk een goede langdurige relatie opbouwen. Wat ik hiermee wil aangeven is dat voor veel mensen het leven met een persoon met een borderline persoonlijkheidsstoornis heel moeilijk kan zijn en zelfs destructief. Een relatie is echter altijd een samenspel van twee mensen en twee persoonlijkheden en soms passen deze wel bij elkaar, ondanks een moeilijke persoonlijkheid van een van beide partners.

Ik wil hiermee echt niet borderline gedrag goedpraten, veel mensen zullen hier niet mee om kunnen gaan, maar enkelen lukt het wonderbaarlijk wel. Toen ik ooit eens in een diepe crisis zat, zei een hulpverlener alleen maar dat ik eerst een week over mijn eigen aandeel moest nadenken. Ik was heel boos, want alles wat mij overkomen was, dat was mij aangedaan door anderen. Later, tijdens een aantal cognitieve sessies, leerde ik inzien dat ik ook een aandeel had gehad. Ook leerde ik dat ik anders met mensen en situaties had kunnen omgaan, mijn grenzen duidelijker had moeten stellen en dat ik dus ook invloed (lees een aandeel) had op de problemen. Ik heb veel begrip voor (ex) partners van mensen met een borderline gedragsstoornis maar wil toch wel vragen om soms ook eens te relativeren.

Goede korte film over BPS (Engels)

Een mooie korte film op youtube die de kern van een borderline persoonlijkheidsstoornis heel goed weergeeft. Deze film is helaas wel in het Engels.

Meer pagina’s over denkwerk

Denken over denken

denken over denken Op deze pagina ga ik niet zozeer in op de fysieke werking van de hersenen maar probeer ik een beschrijving te geven van de verschillende manieren van denken zoals natuurlijke denken, logisch denken, wiskundig denken en in het bijzonder lateraal denken. Ook ga ik nader in op een aantal grote denkers en wat zij ons kunnen leren over het denkproces. Als kind had ik al belangstelling hoe de menselijke hersenen werken vanuit dezelfde nieuwsgierigheid had ik ook een fascinatie om weten hoe computers werkten. Als jongen van 8 spaarde ik weken lang om de eerste elektronische rekenmachine te kunnen kopen, om die eenmaal thuis, tot afgrijzen van mijn ouders onmiddellijk uit elkaar te halen. Op dertienjarige leeftijd las ik ongeveer alles wat er toen over computers gepubliceerd werd en dat was toen helaas nog niet erg veel. Toen ik 17 jaar was kocht ik mijn eerste echte computer (TRS-80) die ik ook onmiddellijk uit elkaar haalde en aanpaste aan mijn eigen wensen. Ik wilde tot op het laatste bit niveau weten hoe het apparaat werkte en na een jaar wist ik dit. In dezelfde jaren had ik ook een grote belangstelling voor psychologie mede omdat ik vanuit een licht autisme het menselijke gedrag en sociale patronen erg ingewikkeld vond.

Vanaf die tijd ging ik me ook bezig houden met kunstmatige intelligentie, ik begon computer programma’s te schrijven voor kunstmatige intelligentie en las daar ook veel over. Een aantal jaren later moest ik bij Wolters Kluwer als software ontwikkelaar software schrijven voor het interpreteren van de bestaande opgeslagen uitgaven (meest wetgeving) waarvoor we complexe grammatica beschrijvingen maakten in combinatie met patroon herkenning. Mede door alle mislukkingen op dit vlak kreeg ik meer en meer ontzag voor de menselijke hersenen. Vanuit deze bewondering las ik ook het boek “Denken over denken” van Edward de Bono, en ik ontdekte dat ik zelf ook vrij lateraal dacht. In dit boek beschouwde de Bono de hersenen als een “black box” en probeerde hij de werking te verklaren door een model te maken van de schijnbare processen die zich in deze “black box” afspeelden. Deze vorm van abstractie sprak mij in die tijd heel erg aan. Vriendelijke groet, Hein Pragt

Op de inhoud van deze pagina rust copyright © Hein Pragt.

Verschillende soorten van denken.

In het boek “denken over denken” beschrijft de Bono een aantal verschillende soorten van denken die ik hier kort zal samenvatten.

Natuurlijke denken.

Dit zouden we ook het rauwe, eenvoudige of primitieve denken kunnen noemen. Natuurlijk denken lijkt veel op het denken in extremen, clichés en vooroordelen. Een waarneming heeft een vooraf bepaald gevolg. Het is denken in zeer rechte korte lijnen van oorzaak naar gevolg. Ook is het erg gevoelig voor herhalingen, iets lijkt meer juist als het meerdere keren gebeurt. Het natuurlijke denken is ook vatbaar voor dominantie in waarnemingen, een felle kleur maakt iets bijvoorbeeld meer belangrijk, en het mist ook het gevoel voor proportie. Als één Duitser toevallig dronken en vervelend is, zal het natuurlijke denken vaak tot de conclusie komen dat alle Duitsers dronkenlappen zijn. Wanneer één puber rebels is, zijn alle pubers rebels. Als bepaalde patronen zich gevormd hebben in het natuurlijk denken is het moeilijk deze nog te veranderen, aangezien het gedachten patroon enkel datgene volgt wat benadrukt wordt.

Er is weinig ruimte voor vaagheid of twijfel in het natuurlijk denken omdat een kleine dominantie van een opgeslagen patroon onmiddellijk de aandacht daarheen zal sturen. Ook sluit het gebrek aan gevoel voor proportie het herkennen van alternatieven uit, als eenmaal een patroon herkend is heeft het de volledig aandacht. Het natuurlijke denken maakt meer gebruik van extremen en uitersten omdat deze patronen zich gemakkelijker vestigen dan gemiddelde patronen. Kort samengevat kunnen we stellen dat het natuurlijke denken de natuurlijke manier is waarop het geheugenoppervlak zich van nature gedraagt. Het is onmiddellijk en direct maar is ook geneigd tot aanzienlijke vergissingen.

Logisch denken.

Het logische denken is een verbetering van het natuurlijke denken omdat het selectief een aantal banen van het natuurlijk denken blokkeert. Het logische denken blokkeert sommige banen van het natuurlijk denken door middel van een nee conditie, waardoor de stroom langs andere banen verder gaat. Logica kan men voorstellen door het gelijk zijn of niet gelijk zijn. Vaak is het eenvoudiger om de niet gelijk conditie te herkennen dan de complexere gelijk conditie omdat de eerste kleine ongelijkheid onmiddellijk een nee tot gevolg heeft. Niet gelijk aan kan ook staan voor fout, of een verkeerde combinatie, hiervoor worden tegenstrijdige patronen op het geheugenoppervlak gebruikt. Deze patronen ontstaan door eerdere ervaringen die gevoelens of emoties gekoppeld hebben aan bepaalde patronen. Deze emoties kunnen zowel fysieke gevoelens als pijn maar ook emotionele gevoelens als angst of verdriet zijn. Ook kunnen een groot aantal patronen gevormd zijn door beloning of bestraffing. Het logische denken is dus één stap verder dan het natuurlijke denken omdat het natuurlijke denken controleert en corrigeert door middel van nee condities.

Het natuurlijke denken geeft een aantal rechtlijnige reacties op een bepaalde gebeurtenis, het logische denken blokkeert een aantal van deze reacties en selecteert zo de beste reactie. We zouden kunnen stellen dat het natuurlijk denken onze eerste impulsieve gedachten zijn en het logische denken hier corrigerend werkt waardoor we gebruik maken van eerder opgeslagen patronen om dezelfde fouten niet meer te maken. Het logische denken kan de aandacht dus af leiden naar minder voor de hand liggende patronen. Logische denken is een grote verbetering ten opzichte van het natuurlijke denken maar kent nog steeds veel beperkingen. Het te vroeg blokkeren van banen door het te snel toekennen van een nee kan ook banen blokkeren die uiteindelijk nuttig hadden kunnen zijn. Logische denken beperkt het natuurlijke denken en zorgt er voor dat weinig gebruikte patronen in staat om gebruikt te worden. Bij succes zullen deze patronen dan ook sterker worden in het natuurlijke denken.

Wiskundig denken.

Wiskundig denken is het denken volgens een vooraf bepaald patroon of formule. Dit vooraf bepaald patroon is te vergelijken met een recept. Men voert de instructies van het recept uit op de ingrediënten waardoor een van tevoren bepaald doel, namelijk het gerecht bereikt zal worden. Het recept kan in dit geval gezien worden als een soort van wiskundige formule. Sommige formules bestaan uit gedetailleerde instructies, maar soms is het handiger om algemene regels te hebben die in verschillende combinaties toegepast kunnen worden. Een ander woord voor deze formules of recepten is algoritmen. Een algoritme is een vast patroon dat niet is afgeleid uit de aangeboden informatie, het patroon dient alleen om die informatie te controleren en te ordenen. Een algoritme kan een wiskundige techniek zijn, maar ook een woordpatroon of elk ander soort vooraf ingesteld patroon.

Binnen wiskundig denken gedraagt de informatie zich volgens de regels van het algoritme en niet volgens de regels van het geheugenoppervlak. Niet de informatie zelf zal de kanalen aanleggen, de kanalen worden deze op voorhand gegraven en de informatie moet deze ingestelde kanalen volgen. Op deze manier kunnen de meeste fouten en beperkingen van het natuurlijk en logisch denken vermeden worden. Het resultaat hiervan is een zeer doeltreffende methode om informatie te verwerken. Maar zelfs hier zijn er beperkingen, het volgende voorbeeld geeft dit heel duidelijk weer.

We nemen als voorbeeld het probleem van de twee fietsers, die op dertig kilometer afstand van elkaar vertrekken en naar elkaar toe rijden en daarbij een snelheid aanhoudend van vijftien kilometer per uur. Een vlieg vertrekt van de neus van de ene naar de neus van de andere fietser, en dan terug met een constante snelheid van vijftig kilometer per uur. Als de vlieg op deze manier heen en weer vliegt tot de fietsers elkaar ontmoeten, hoeveel kilometer zal de vlieg dan afgelegd hebben? Voor het gemak nemen we aan dat de pauze op de neus van de fietsers geen tijd in beslag zal nemen.

Dit probleem werd gegeven aan een bekende wiskundige, die er een tijdje over nadacht en toen aangaf dat het probleem opgelost kon worden met behulp van een nogal lastige, wiskundige techniek om met een afnemende reeks om te gaan. Hij deed er een tijdje over om het probleem uit te werken en gaf het juiste antwoord. Een student loste het probleem veel eenvoudiger op. Hij rekende uit dat de fietsers er een uur over zullen doen om elkaar te ontmoeten. Aangezien de vlieg vijftig kilometer per uur vliegt zal hij dan vijftig kilometer hebben afgelegd. Deze oplossing was het gevolg van een andere kijk op het probleem door niet naar de (voor de hand liggende) afstand, maar naar tijd te kijken. De wiskundige was niet op de eenvoudige oplossing gekomen omdat hij in staat was het probleem op moeilijke manier uit te werken. Het hierboven vermelde probleem geeft aan dat ook het wiskundig denken zijn beperkingen heeft.

Lateraal denken.

Als je enige gereedschap een hamer is, ziet elk probleem eruit als een spijker.

De bedoeling van het laterale denken is het ondervangen van de fouten als de beperkingen van het geheugenoppervlak. Zowel logisch als wiskundig denken kunnen niet volledig de beperkingen van het geheugenoppervlak ondervangen. Het natuurlijke denken selecteert een baan op basis van nadruk, het logische denken sluit banen af op basis van het herkennen van verkeerde combinaties en het wiskundige denken gebruikt de regels van een formule voor selectie. Meestal worden bekende patronen in onze hersenen alleen verbeterd door informatie die van buitenaf komt zoals nieuwe ervaringen of bevestiging van ervaringen. Het patroon zal aangevuld of aangepast worden. Het laterale denken is gebaseerd op het opnieuw ordenen van de bestaande informatie om zodoende nieuwe informatie te laten ontstaan. Het laterale denken is in staat de vertrouwde patronen aan te passen zonder invloeden van buitenaf. Het laterale denken is ook denken met veel verspilling, maar we hebben zoveel onbenutte capaciteit in onze hersenen dat we ons dit in ruime mate kunnen veroorloven.

Een probleem kent vaak een begin en een eindsituatie en het denkproces is het vinden van een weg van het begin naar de eindsituatie. Normaal is de mens geneigd om een zo recht mogelijke lijn te volgen van begin naar einde via beproefde methodes. Als ergens in deze lijn een onmogelijkheid of een schijnbare onmogelijkheid zit, gooien de meeste mensen onmiddellijk de hele oplossing weg om een nieuwe te zoeken. Iemand die lateraal denkt gaat verder met de ingeslagen weg met de gedachte van stel dat het wel mogelijk zou zijn. Dit geeft hem een middel om verder te kijken dan die positie waar het schijnbaar onmogelijk leek. Dit kan dan leiden tot geheel nieuwe inzichten. Bedenk eens hoe zou de wereld er uit zien als varkens konden vliegen. Dit is een voorbeeld van dit soort denken. De meeste mensen zouden denken dat varkens nooit kunnen vliegen en ook niet fantaseren wat de gevolgen zouden zijn als het wel kon. Iemand die dat wel doet kan tot inzichten komen die niets met vliegende varkens te maken hebben, maar wel heel nuttig kunnen zijn op een ander gebied.

Soms kan een probleem niet direct opgelost worden maar wel via een andere weg. Om deze weg te vinden is het nodig bepaalde vaste patronen te negeren en op een andere wijze naar het probleem te gaan kijken. In het voorbeeld bij wiskundig denken, wilde de wiskundige het probleem op een voor hem bekende wijze oplossen. Als hij ook de aandacht van afstand naar tijd had verschoven, had hij waarschijnlijk ook de veel simpelere oplossing gezien. Ook kan het soms handig zijn om het probleem vanuit de eindsituatie naar de beginsituatie te herleiden, of het probleem eens compleet om te draaien. Door middel van fantasie en humor kunnen nieuwe patronen ontstaan die tot nieuwe inzichten kunnen leiden.

Lateraal denken is soms denken via een zijweg of een omweg, als een omweg onmogelijk lijkt, maar het wel mogelijk zou zijn tot een goede oplossing zou leiden, is het handig om de aandacht eens te richten op het mogelijk maken van deze omweg. Lateraal denken houdt in dat u selectief de beperkingen van alle andere methodes van denken tijdelijk buiten werking zet. Als een pad niet logisch is kan het toch een perfecte oplossing zijn als u durft verder te denken voorbij de logische nee situatie. Lateraal denken maakt de andere vormen van denken niet overbodig, het heeft de andere vormen van denken nodig om nieuwe patronen te valideren. Als het lateraal denken een nieuw patroon gegenereerd heeft kan het bijvoorbeeld door positieve ervaringen tot een vorm van natuurlijk denken worden. Als lateraal denken een ruime hoeveelheid soms onzinnige oplossingen gegenereerd heeft kan het logisch denken weer een selectie uitvoeren om de beste oplossing te kiezen. Lateraal denken heeft veel met creativiteit te maken en het vermogen van mensen om zich los te maken van bestaande ideeën en patronen.

Wie is Edward de Bono.

Edward de Bono werd geboren in 1933 op Malta. Hij studeerde medicijnen aan de Universiteit van Malta en promoveerde in psychologie en fysiologie in Oxford. Zijn belangrijkste boek is The Use of Lateral Thinking. Hij is de goeroe van het creatieve denken en de uitvinder van het begrip lateraal denken. Hij is als goeroe groot geworden door één enkel idee steeds verder uit te melken, op basis van lateraal denken schreef hij inmiddels zo’n dertig boeken. Hij zegt van zichzelf: ‘Ik ben een van de weinige mensen in de geschiedenis die een belangrijke invloed heeft gehad op de manier waarop mensen denken’.

Uitspraken van Edward de Bono

A person who knows all the answers, has an opinion on everything, has a certainty backed up by rational argument, has very little possibility of further progress. Such a person is unlikely to walk away from a discussion with anything more than a reaffirmation of how right he or she has been all along
(Edward de Bono)


Creativity involves breaking out of established patterns
in order to look at things in a different way.
(Edward De Bono )


Humor is by far the most significant activity of the human brain.
(Edward De Bono)


Meer pagina’s over denkwerk

Denkfouten

denfouten Onze hersenen zijn een wonderbaar mooi en complex orgaan dat in staat is om een enorm aantal zintuigelijk waarnemingen te verwerken en om te zetten in acties en emoties. Deze vaardigheid hebben we niet met onze geboorte meegekregen, hoewel de begin opbouw van onze hersenen wel het uitgangspunt is voor ons karakter. Gaandeweg ons leven bouwen we een enorme bibliotheek op van waarnemingen en ervaringen en reacties daarop die voornamelijk bepaald worden door aanleg (wat we van onze ouders aan genen hebben meegekregen), omgeving (de omgeving waarin je opgroeit) en ervaringen (dingen die je meemaakt). Wanneer bepaalde dingen zich herhalen ontstaat er een soort van ingesleten patroon, net als een zandpad dat uitslijt en steeds duidelijker is. Deze ingesleten patronen zijn eigenlijk bedoeld om u te beschermen in de rest van uw leven, maar niet al deze ingesleten patronen zijn correct of goed voor uzelf en uw omgeving. Onze hersenen weten niet van nature wat goed en slecht is, dit is een aangeleerd proces. Bij deze lange ontwikkeling van baby naar volwassene kunnen er foute patronen inslijten. Patronen die niet goed zijn voor uzelf of uw omgeving (en dus indirect niet goed voor uzelf). Sommige ingesleten patronen zijn denkfouten die u het leven aardig zuur kunnen maken en die de oorzaak kunnen zijn van allerlei psychische problemen. Ik heb zelf veel geleerd over mijn eigen denkfouten tijdens cognitieve therapie en omdenken, en ik heb er mijn voordeel mee gedaan. Toch zijn sommige diep ingesleten patronen niet altijd zo makkelijk af te leren. Wat ik absoluut niet wil is de indruk wekken dat een depressie eenvoudig te behandelen is of de indruk wekken (wat sommige mensen wel doen) dat het de eigen schuld is. Mensen die depressief zijn kunnen niet zomaar even anders gaan denken, het is niet hun eigen schuld, ik kan dat niet genoeg duidelijk maken. Ook al mag het eenvoudig overkomen, ik weet hoe moeilijk het is om iemand met een negatief zelfbeeld duidelijk te maken dat dit een denkfout is. In haar visie staan haar ogen te dicht op elkaar, zijn haar borsten te klein, de vorm niet goed en zijn haar benen te kort. Het is vaak extreem moeilijk dit idee uit iemands hoofd te praten. En zelfs dan is één negatieve opmerking genoeg om alles terug te draaien. Iets zoals een negatief zelfbeeld is niet iets om te onderschatten. Ik ben geen psycholoog maar schrijf vanuit mijn eigen ervaringen. Deze pagina gaat over deze denkfouten, met vriendelijke groet, Hein Pragt

Op de inhoud van deze pagina rust copyright © Hein Pragt.

Denkfouten en therapie

Wanneer denkfouten tot psychische problemen leiden of uw leven op een negatieve wijze beïnvloeden, dan kan psychotherapie een oplossing zijn. Ik heb zelf, na een gelukkig korte depressie, cognitieve therapie gevolgd maar tegenwoordig hoor ik meer de term schematherapie. Ik heb zelf goede ervaringen met cognitieve therapie, die er vanuit gaat dat je inzicht krijgt in de, vaak onbewuste, foute denkpatronen, die vaak een foute denkwijze (handelen en emoties) tot gevolg hebben. Hierdoor kan het voorkomen dat niet een bepaalde gebeurtenis bepaald gedrag of een emotie veroorzaakt, maar dat we dingen zien en ervaren door een gekleurde bril van ingesleten patronen. Door deze foute gedachten om te buigen en te leren gebeurtenissen anders te zien komt er een andere kijk op de eigen gevoelens en waarnemingen, en kunnen negatieve gevoelens verdwijnen en ons gedrag veranderen. Voorbeelden hiervan zijn, geen nee kunnen zeggen, een negatief zelfbeeld hebben of angststoornissen. Tegenwoordig hoor ik vaker de term schematherapie vallen bij de behandeling van persoonlijkheidsstoornissen en depressies. Blijkbaar combineert deze therapie de theorie en technieken van bestaande therapieën waaronder cognitieve gedragstherapie.

In mijn eigen geval had ik bijvoorbeeld niet echt goed leren opkomen voor mijzelf, wilde ik het altijd voor iedereen goed doen en voelde ik mijzelf vaak tekort gedaan omdat ik het gevoel had dat ik amper iets terug kreeg. Mijn verkeerde patroon was ontwijken en vluchten uit probleemsituaties en me vaak in de steek gelaten voelen. Ook doorzag ik de slechte bedoelingen van sommige mensen niet goed en was ik te goed van vertrouwen. Er was mij ook wel het nodige aangedaan maar ik begreep niet dat ik daar zelf aan had meegewerkt. Dat ik mensen ook toeliet om mij zo te behandelen en dat ik het zelfs heel erg uit de hand had laten lopen. Ik leerde vooral dat ik vaker nee moest zeggen en dat ik dingen niet moest accepteren en dat ik dit duidelijker kenbaar moest maken. Ik leerde het gedrag van anderen beter begrijpen maar vooral mijn eigen denkpatronen en gedrag. Mijn persoonlijkheid was wat het was maar door zelf anders te reageren kon ik ook anders met bepaalde situaties omgaan en het een andere wending geven. Toen later hier nog omdenken bijkwam leerde ik steeds meer over mijn eigen ingesleten patronen en hoe dit mijn interactie met andere mensen bepaalde. Deze inzichten hebben me zeker gelukkiger gemaakt en het leven voor makkelijker, toch is de basis van mijn karakter niet echt veranderd.

Dit zelfinzicht is een doorlopen proces, het is niet even met een paar maanden therapie genezen, er zijn zoveel verschillende ingesleten patronen, zoveel verschillende situaties en verschillende interacties met andere mensen, dat het eigenlijk een levenslange leerschool is. Maar wanneer men telkens weer een klein beetje verbetering en positief resultaat ziet, is dat een aansporing om telkens weer door te gaan. Het hoeft dus geen levenslange therapie te zijn, therapie kan heel nuttig zijn om u weer op het goed spoor te zetten. Medicatie ben ik zelf niet zo’n fan van, maar soms is een onderhoudsdosis nodig om de scherpe kantjes er een beetje af te halen, dit is niet iets om u voor te schamen. Er is een geweldig aanbod van zelfhulpboeken en bijvoorbeeld mindfulness cursussen, maar ook yoga en meditatie kunnen heel heilzaam werken. Als mens bent u nooit helemaal af of perfect, probeer ook niet perfect te worden want ook dat is een fout denkpatroon. Leren hoe het proces van foute denkpatronen werkt is waarschijnlijk het beste inzicht dat therapie te bieden heeft, daarna kunt u met deze nieuwe gereedschappen zelf aan het werk.

Denkfouten en omdenken

In 2014 ontdekte ik de boeken van Berthold Gunster die mij aanbevolen werden door een bevriend psychotherapeut. Het eerste boek met de titel “Ik ben oke, jij bent een sukkel” was voor mij weer een bron van inspiratie en het legde precies de vinger op de zere plek. In mijn geval ging het om een collega die een totaal tegengesteld karakter had dan ik en dat botste zo erg dat we beiden bij onze leidinggevende aan weerszijde van de tafel zaten met de boodschap “of hij uit het project, of ik”. Maar aangezien we beiden vrij onmisbaar waren voor het project, werd er een extra teamlid toegevoegd die de taak had om tussen ons in te zitten en zo de spanning er uit te halen. Dit werkte maar de spanning tussen mij en mijn collega bleven. Tot ik “Ik ben oke, jij bent een sukkel” las en ineens begreep dat mijn aanpak niet altijd werkte en omgekeerd de aanpak van mijn collega ook niet. Maar vaak werkte zijn “redelijk doortastende en soms zelfs botte” wijze van werken prima als mijn wijze van “oplossen met technische kennis en redelijkheid” niet werkte. Ik begon te begrijpen dat wanneer ik tegen een “botte afwijzing” aanliep, ik mijn collega moest vragen om mij te helpen, waarna hij het wel even regelde. Omgekeerd begon hij mij in te zetten wanneer iemand hem met allerlei technische argumenten tegenwerkte. We begonnen beiden in te zien dat onze verschillen juist onze kracht was en dat in sommige gevallen zijn aanpak veel beter was en in andere gevallen mijn aanpak. Uiteindelijk zijn we zelfs een prima team geworden.

De conflicten die ik met mijn collega had was mijn denkfout dat ik vond dat mijn aanpak de beste was en dat hij gewoon een hele arrogante lul was. Mijn grootste denkfout was dat ik verwachtte dat hij net als ik zou denken en zou reageren en toen hij dit niet deed ontstond er bij mij verzet. Dit verzet escaleerde wederzijds alleen maar waardoor de situatie steeds meer uit de hand liep. Pas toen ik inzicht kreeg in mijn foute denkproces, was ik in staat om hier goed mee om te gaan en er zelfs mijn voordeel mee te doen. De methode die Berthold Gunster toepast is noemt hij “omdenken” en in grote lijnen komt omdenken er op neer dat u leert om problemen om te zetten in mogelijkheden. Hij beschrijft ook de term vastdenken wanneer uw oplossing het probleem niet oplost maar erger maakt, dit is vergelijkbaar met wanneer u met uw auto vastzit en u merkt dat meer gas geven de wielen alleen maar meer ingraaft en u toch denkt dat u met nog meer gas geven het probleem kunt oplossen.

Het omdenken is niet alleen in het werk handig maar kan men ook toepassen op het hele leven, of het nu om buren, ouders, familie, kinderen, vrienden, kortom om alle mensen om u heel gaat, maar ook op de wijze waarop u tegen alles (vooral problemen) in het leven aankijkt, omdenken is bijna overal toepasbaar. Door omdenken kunt u het leven een stuk aangenamer en eenvoudiger maken, waarbij u de wereld om u heen niet veranderd, maar zelf de vaardigheid van het omdenken gebruikt om zelf anders met dingen om te gaan. Natuurlijk is de techniek van omdenken niet compleet nieuw, veel van de dingen die ik las kende ik al vanuit “denken over denken” (lateraal denken) en vanuit de provocatieve therapie, in zijn boeken weet Berthold Gunster het wel heel praktisch toepasbaar te maken. Omdenken doet u in twee stappen, de eerste stap is van het probleem een feit te maken (deconstructie) en daarna in stap twee van het feit naar een mogelijkheid werken (constructie). Dit heeft alles te maken met leren accepteren dat het is wat het is, leren om geen energie te steken in dingen die u toch niet kunt veranderen, uw blik te verleggen naar wat er wel goed gaat, het tegenovergestelde van uw eerste oplossing eens te onderzoeken. Wat ook belangrijk is om te leren is dat “Ja maar” eigenlijk ook een vorm van “nee” is.

Een andere methode die hij beschrijft is het spiegelen. Spiegelen is hetzelfde gedrag aannemen als de ander, bijvoorbeeld door zijn of haar houding, volume en spreeksnelheid over te nemen. Dit spiegelen moet wel gebaseerd zijn op de behoefte aan werkelijk contact, u moet het niet doen om de ander te veranderen, of een steek onder water uit te delen. U doet het juist om het “willen veranderen” van de ander los te laten, u accepteert de persoon helemaal zoals hij of zij is waardoor u een goede kans heeft om vastgelopen patronen te doorbreken. Zeurt de ander dan gaat u lekker mee zeuren, klaagt de ander, klaag dan lekker mee, is de ander kort van stof, wees dan ook kort en bondig. Nog een stapje verder is het “omspiegelen” en hierbij gaat u nog een stapje verder dan het spiegelen, u spiegelt in het kwadraat. Het grappige is dat u met dit omdenken en spiegelen in de eerste plaats uw eigen gedrag aanpast om juist de ander tegemoet te komen en zo een situatie die vastzit los kunt trekken.

Eenvoudig voorbeeld

Dit voorbeeld gebruik ik zelf ook nog wel eens om mijzelf even weer op de plaats te zetten

Meer pagina’s over denkwerk

Depressie

afbeelding depressie Iedereen is wel eens somber of lusteloos, dit zijn vrij normale gevoelens die bijna iedereen wel eens heeft, het leven kent nu eenmaal ook tegenvallers en problemen. Wanneer deze gevoelens echter langere tijd het grootste deel van de dag bestaan en u zich niet meer over de somberheid heen kunt zetten, kan er sprake zijn van een depressie. Een depressie is een ziekte, die helaas best wel vaak voorkomt, zeker tien procent van de mannen en twintig procent van de vrouwen maken in hun leven wel eens een depressie door. Toch wordt er vaak over gezwegen, wanneer men in onze maakbare maatschappij met al onze welvaart en alle mogelijkheden niet gelukkig is, ervaren veel mensen dit als het eigen falen. Veel mensen die bemoedigende woorden spreken, bevestigen dit hierdoor eigen alleen maar. Iemand die echt depressief is komt er niet met een paar bemoedigende woorden weer bovenop. Helaas is na hart- en vaatziekte, een depressie de tweede volksziekte geworden, maar onbegrip en schaamte en angst voor de reacties van de omgeving zijn vaak grote obstakels die ervoor zorgen dat een depressie nog steeds niet echt geaccepteerd is. Veel mensen zeggen dan maar dat ze een burn-out hebben, want dat komt door hard werken en uw best doen en heeft zodoende een positiever imago. Mensen kennen mij als een ras optimist maar ook ik ben vele jaren geleden een korte tijd zeer depressief geweest en ben er nog steeds gevoelig voor wanneer ik mijn grenzen niet goed bewaak. Ook ben ik binnen mijn omgeving een aantal keren met depressie geconfronteerd, zelfs een keer met fatale afloop. Het kan de sterkste persoon overkomen en het is niet iets om u voor te schamen, het zo snel mogelijk onderkennen en hulp zoeken kan heel belangrijk zijn. Aan het einde van deze pagina staan ook een aantal boeken over depressie, het boek “ik kan weer lachen” van de bekende psycholoog Jeffrey Wijnberg, beschrijft heel goed wat een depressie is omdat hij zelf vanuit eigen ervaring kan spreken. Vriendelijke groet, Hein Pragt

Op de inhoud van deze pagina rust copyright © Hein Pragt.

Wat is een depressie?

Een depressie niet aan een bepaalde leeftijd verbonden, het kan op alle leeftijden voorkomen. Vaak merkt u dat u het vermogen om plezier te kunnen beleven kwijt raakt. Ook uit een depressie zich in slaapproblemen, verlies van interesse en concentratiestoornissen. Een depressie kan zich ook uiten in lichamelijke klachten zoals oververmoeid voelen, slechte eetlust, verminderde seksuele gevoelens. Door een depressie kunt u in een negatieve spiraal terechtkomen. Negatief denken en handelen lokt meer negatieve ervaringen uit en versterkt het negatieve patroon waar u in bent terecht gekomen. Uiteindelijk kan de wens ontstaan om het leven achter zich te laten en een depressie is helaas een belangrijke oorzaak van zelfmoordpogingen en zelfmoord. Maar zelfs de gedachte “als ik morgen niet meer wakker word, zal ik er niet rouwig om zijn” is al een sterke indicatie. Daarom kan herkenning en behandeling van de depressie letterlijk van levensbelang zijn. Bij een depressie legt het brein het lichaam eigenlijk stil en neemt het de macht over om u tot rust te dwingen, als overlevingsmechanisme.

Vaak is het niet mogelijk om ??n oorzaak aan te geven van een depressie, het gaat vaak om een combinatie van een aantal factoren. De kans om een depressie te krijgen is voor een deel biologisch bepaald. Sommige mensen hebben een erfelijk bepaald verstoord evenwicht tussen stoffen die nodig zijn voor de werking van het zenuwstelsel. Met antidepressieve medicijnen kan het evenwicht worden hersteld. Persoonlijke sociale vaardigheden spelen vaak ook een grote rol bij depressies, vaak zal een behandeling zich dan ook richten op het verbeteren van deze sociale vaardigheden en een vaardigheden om anders met problemen om te gaan. Hulp en steun van de naaste omgeving kunnen vragen (en ook krijgen), zijn daarbij van belang. Vaak is de aanleiding voor een depressie toch een aantal negatieve gebeurtenissen die de aanzet tot een depressie kunnen geven zoals relatieconflicten of een echtscheiding, familieproblemen, ziekte of dood in de naaste kring of het niet goed om kunnen gaan met stress en spanningen op het werk. Vaak dient de depressie zich niet ineens aan, het is vaak een geleidelijk proces van steeds somberder worden en steeds meer uitgeblust raken.

Wanneer u denkt dat u een depressie heeft of denkt dat iemand in uw naaste omgeving depressief is, neem dan als eerste contact op met uw huisarts. Deze kan u helpen met medicijnen of/en u doorverwijzen naar specifieke hulpverlening zoals een psycholoog of het GGZ. U hoeft zich niet te schamen, zelfs de sterkste persoon kan door voldoende tegenslagen en stress depressief worden, dit weet ik helaas uit eigen ervaring. Het is geen teken van zwakte, zoals men dit wel vaak voelt, u bent geen uitzondering, het kan iedereen overkomen. De hulpverlening is er, dus maak er gebruik van, het leven is te mooi om door een depressie te laten verzieken. U kunt een depressie overwinnen, het kost alleen helaas wel tijd, tijd die u zich wel moet gunnen. Het is heel goed mogelijk om na een depressie weer voldoening en geluk in het leven te ervaren, ook dat weet ik uit eigen ervaring. Soms is een kleine onderhoudsdosis medicatie noodzakelijk, ook dit is niets om u voor te schamen, depressie is een ziekte en soms moeten mensen met een ziekte medicijnen blijven slikken als preventie.

Antidepressiva en therapie

Antidepressiva (dit is het meervoud, het enkelvoud is antidepressivum) zijn medicijnen die de symptomen van een depressie tegengaan. Hoewel de exacte werking van sommige antidepressiva wetenschappelijk nog niet helemaal duidelijk is, denkt men dat deze medicijnen bij ernstige depressies de natuurlijke balans tussen bepaalde stoffen in de hersenen herstellen, waardoor een nieuw chemisch evenwicht ontstaat en de klachten meestal stabiliseren. De meeste patiënten worden na een paar weken al minder somber en krijgen weer een beetje plezier en belangstelling voor de dingen om zich heen. Meestal gaan de medicijnen pas na twee tot vier weken werken en werken ze pas na zes weken optimaal.

Deze medicijnen onderdrukken alleen de symptomen maar herstellen meestal niet de oorzaak, ik zie ze dan ook als een soms noodzakelijke ondersteuning. Het komt voor dat na een tijd gebruiken van anticonceptiva het lichaam went aan het nieuwe chemische evenwicht en dat er langzaam afgebouwd moet worden omdat men anders last van ontwenningsverschijnselen kan krijgen. Naast medicatie (en rust) is het voor de behandeling van die depressie net zo belangrijk om die oorzaak aan te pakken met therapie. In Nederland worden steeds vaker antidepressiva voorgeschreven, in 2007 werden er in totaal 6,7 miljoen recepten tegen depressie voorgeschreven.

Antidepressiva worden naast depressies ook voorgeschreven voor angststoornissen, boulimia nervosa en PMDD (een stemmingsstoornis die verband houdt met de menstruatiecyclus). Antidepressiva beïnvloeden de overdracht van prikkels tussen zenuwcellen door neurotransmitters, de meeste antidepressiva beïnvloeden de beschikbaarheid van serotonine en / of noradrenaline in de hersenen. De meeste antidepressiva hebben ook de nodige bijwerkingen zoals droge mond, angst, maag en darmklachten, gejaagdheid en veranderingen in het slaappatroon. Ook kunnen deze medicijnen het libido verminderen, een vriendin van mij noemde deze medicijnen dan ook vaak de anti seks pillen. Deze bijwerkingen kunnen soms aanleiding zijn om vroegtijdig met het middel te stoppen, maar er zijn vele soorten antidepressiva en vaak kunt u in overleg met de arts zoeken naar een middel dat het beste werkt en de minste vervelende bijwerkingen heeft. De laatste keer dat ik depressief was kreeg ik medicatie die mijn concentratievermogen heel erg aantasten waardoor ik zelfs geen boek meet kon lezen en me ook niet goed kon concentreren op de behandeling. Na het overschakelen op een ander middel uit dezelfde familie, waren de bijverschijnselen weg en kon ik me weer concentreren terwijl het middel ook de stemming goed reguleerde. Overleg vooral met uw arts over de werking en de bijwerkingen en stop nooit op eigen initiatief.

Wanneer deze Antidepressiva succes hebben moet men meestal nog enkele maanden (vaak zelfs een half jaar) doorgaan om dan langzaam af te bouwen omdat anders de kans bestaat dat de klachten weer terugkomen. Bij mensen die al eerder depressief waren wordt vaak aangeraden om veel langer door te gaan met het gebruik. Ook het afbouwen is erg belangrijk, ik ben zelf na mijn eerste depressie van de ene dag op de andere gestopt (met Seroxat) en heb toen wel weken lang veel last gehad van lichamelijk ontwenningsverschijnselen zoals onwillekeurige samentrekking van spieren en trillen.

Meestal worden antidepressiva voorgeschreven in combinatie met een vorm van psychotherapie, de antidepressiva worden dan dus gebruikt om de depressieve persoon weer enigszins op de been te helpen en te stabiliseren, om daarna de oorzaak vast te stellen en door middel van psychotherapie te proberen de depressie te verhelpen en te voorkomen dat deze weer gaat optreden. Bij de behandeling van depressies kunnen verschillende methoden worden toegepast. Als eerste kan men kiezen voor geen behandeling maar het aanbieden van trainingen en cursussen voor het veranderen van de levensstijl zoals bijvoorbeeld Mindfulness trainingen en het beter voor uzelf leren opkomen, dit kan ook zeer succesvol zijn. Er kan ook gekozen worden voor een therapie met een steunend en begeleidend karakter maar ook “echte” psychotherapie. Rationeel Emotieve Therapie (RET) wordt vaak toegepast bij de behandeling van depressies. Dit is een kortdurende vorm van cognitieve gedragstherapie die gebaseerd is op het bewerkstelligen van gedragsveranderingen waarbij irrationele opvattingen door rationele gedachten vervangen worden. Maar het kan ook belangrijk zijn om bijvoorbeeld naar voeding en voedingssupplementen, verandering van bezigheden, lichaamsbeweging en rust te kijken.

Persoonlijke ervaring met depressie en therapie

Rond de eeuwwisseling kwam ik er achter dat zelfs de sterkste persoon te breken zijn door een aaneengesloten reeks negatieve en emotionele gebeurtenissen. Ik bleef maanden volhouden maar uiteindelijk brak ik en kwam ik in een depressie van een paar maanden terecht. Toen ik hulp zocht en in een eerste gesprek alle ellende van de laatste maanden vertelde aan een psycholoog was na een uur zijn reactie nogal verbazend. Ik mocht gaan en een paar dagen nadenken over wat mijn rol geweest was in alle ellende die me overkomen was. Ik was boos, wat voor hulpverlener had ik nu weer, ik heb boos een paar dagen zitten mokken en ben toen toch gaan nadenken. Ik had geprobeerd de sterke boom te zijn die zich verzette tegen de sterke wind van tegenslagen en uiteindelijk verloor omdat ik om knakte. Ik had het riet moeten zijn dat mee boog met de wind en weer terug veerde en zo altijd overeind bleef staan. Toen ik eenmaal realiseerde dat veel van datgene wat voor mij een bron van ellende was ook gedeeltelijk het gevolg was van hoe ik, met de beste bedoelingen, tegen zaken aankeek en hierop reageerde had ik een eerste stap genomen.

Ik werd weer sterker en besloot heel bewust dat ik een tijdje cognitieve therapie wilde hebben om mijzelf beter te wapenen tegen tegenslagen in de toekomst. Hoewel ik alles met de beste bedoelingen deed zaten er toch een paar patronen in mijn denkwijze en gedrag die misschien voor anderen prima waren maar voor mijzelf niet altijd. Tijdens deze cognitieve sessies die vaak erg confronterend waren heb ik veel over mijzelf geleerd. Mijn therapeut heeft meerder keren gezegd “en? voel je jezelf nu niet een enorme lul” en ik moest het gelukkig met een lach wel toegeven. Ik ben hier veel sterker uitgekomen en heb geleerd iets meer voor mijzelf op te komen en vooral dat veel van mijn emoties voortkomen uit patronen die gebaseerd zijn op alle ervaringen uit het verleden die in mijn hoofd zitten. Deze patronen zijn niet altijd de juiste of gekoppeld aan negatieve of verkeerde gevoelens terwijl ze ook gekoppeld kunnen zijn aan positieve of meer realistische emoties. Mijn eigen gezonde verstand is in staat om dit soort conclusies te trekken en deze denkpatronen bij te stellen. Door deze kennis en zelfkennis ben ik in staat om weer een optimist te zijn en heel positief in het leven te staan. Dit wil niet zeggen dat het nooit meer mis gaat, ik ben nog steeds een mens met al zijn emoties maar ik heb nu wel het gereedschap om mijzelf bij te stellen waar nodig en het meeste weer een positieve wending te geven.

Depressie en autisme

Helaas werd mijn autisme niet herkent in deze therapie, maar hoogfuncionerend autisme is ook vaak lastig te herkennen omdat de persoon met hoogfunctionerend autisme heel goed geleerd heeft om het autisme te maskeren en te verhullen. Lees meer hierover op mijn pagina over hoogfunctioneren autisme. Pas 20 jaar later diende zich weer een depressie aan, deze keer als gevolg van een burn-out. Langzaam gleed ik weer af werd ik extreem somber en bleven oude herinneringen terugkomen in mijn hoofd en op een zeker moment ben ik toch met de huisarts gaan praten, voordat het te ernstige vormen aannam. Gelukkig herkende de huisarts de symptomen en schreef hij mij medicatie voor en gaf hij mij een doorverwijzing voor de GGZ. Bij deze depressie speelden weer veel zaken op die de eerste depressie ook veroorzaakt hadden, maar deze keer speelde ook duidelijk het niet goed grenzen kunnen stellen een rol en het niet goed begrijpen en om kunnen gaan met mensen met minder goede bedoelingen door mijn autisme. Hier spitste de therapie zich ook op toe en nu is een onderhoudsdosis medicatie een goede preventie en geloof ik ook dit veilig en nodig is.

Een half jaar later ging het weer heel goed, ik begon weer te werken en had weer veel plezier in mijn leven. Wel heb ik gebroken met een paar mensen die mijn leven niet echt prettiger maakten en dat was een enorme opluchting. Ik merkte dat ik tijdens mijn depressie me weer dingen aangetrokken had die ik eigenlijk al lang achter me gelaten had, maar tijdens de depressie was mijn mentale weerstand zo laag dat de oude gevoelens weer naar boven kwamen. Ik dank mijn therapeute, ze heeft me goed geholpen als was het maar om weer alles op een rijtje te krijgen en weer een paar extra ?tools? te hebben. Ik ben er uiteindelijk weer sterker en met meer levenslust uitgekomen, hoewel ik nog wel een antidepressivum slik in lichte dosis. Ik merk dat dit ook een gunstige uitwerking heeft op mijn dagelijkse functioneren en daarom wil ik niet te snel afbouwen.

Ik lees nu dat mensen met autisme ook gevoeliger zijn voor een depressie, dit heeft meerdere oorzaken, in mijn geval ben ik in veel opzichten niet goed in mijn grenzen bewaken en wil ik om maar mee te tellen graag mijn grenzen verleggen. Ook ben ik zelf altijd compleet eerlijk en loyaal en ik kan teleurgesteld zijn wanneer mensen dat niet terug zijn. En omdat ik altijd vrolijk, vriendelijk en aardig ben maken sommige mensen hier gebruik van door totaal niet wederkerig te zijn. Inmiddels kan ik daar beter mee omgaan maar er is een druppel die bij mij de emmer laat overlopen. Ook ben ik vaak, tegen beter weten in, te loyaal en kan ik slecht tegen conflicten, zeker niet als ze op onwaarheden gebaseerd zijn. Ik heb geleerd om hier mee om te gaan, net als alle andere sociale vaardigheden die ik mijzelf aangeleerd heb, maar onderbewust blijft mijn brein wel autistisch. Maar door steeds beter aan te geven wat ik voel en hoe ik dingen ervaar, zonder aan te vallen maar een beroep te doen op begrip voor mijn autisme, lukt het me steeds beter.

Een depressie is slecht voor uw hersenen.

Een depressie kan zo’n zware invloed op u hebben dat uw hersencellen erdoor beschadigd raken. Dat zegt tenminste psychiater Owen Wolkowitz, die dit onlangs onderzocht heeft. Volgens Wolkowitz die onderzoeker is aan de University of California, lopen mensen die een zware depressie achter de rug hebben een verhoogde kans op vergeetachtigheid, hersenbloedingen en dementie. Ook vergroot een depressie de kans op aandoeningen als suikerziekte en hart- en vaatproblemen. Waarschijnlijk versnelt depressie het verouderingsproces in het hele lichaam. Hierbij moetje u dan denken aan allerlei beschadigende processen in lichaams- en hersencellen, zoals ontstekingen en oxidatie. Bovendien lijkt het verdedigingsmechanisme van de cellen aangetast. Volgens de onderzoeker moet nog worden uitgezocht of de vervelende gevolgen van persoon tot persoon verschillen en of ze zijn te voorkomen.
(Depression and Anxiety, apr 2010)

Meer pagina’s over denkwerk

Hoogbegaafd

hersenen hoogbegaafd Wanneer men intelligentie meet met behulp van een gestandaardiseerde IQ-test dan spreekt men meestal van hoogbegaafdheid bij een IQ vanaf 130 (getest volgens David Wechsler en 136 of 140 andere testen). Ongeveer 2% van de bevolking is volgens deze norm hoogbegaafd maar volgens critici is hoogbegaafdheid op deze wijze niet zuiver vast te stelen. Bovendien is een hoog IQ geen garantie voor bovengemiddelde prestaties. Naast een hoog IQ zijn blijkbaar ook creativiteit en doorzettingsvermogen nodig om ergens in uit te kunnen blinken. Daarnaast hangt hoogbegaafdheid ook vaak samen met een verhoogde responsiviteit van het centrale zenuwstelsel op prikkels en is overprikkeling een bekende kwetsbaarheid van hoogbegaafde mensen. Maar ook op sociaal emotioneel vlak scoren de meeste hoogbegaafde mensen niet zo goed. Erfelijkheid is blijkbaar een belangrijke component van hoogbegaafdheid en hoogbegaafdheid is een combinatie van een uitzonderlijke intelligentie, creativiteit en doorzettingsvermogen. De gemiddelde hoogbegaafde mens is nieuwsgierig, sensitief en emotioneel, een snelle en slimme denker die complexe zaken kan doorgronden.

Ook is hij of zij vaak erg autonoom, gedreven van aard en intens levend en vaak zeer creatief. Toch is hoogbegaafdheid meestal geen zegen omdat het ook veel valkuilen kent, zeker in omgang met andere mensen omdat het gedrag en het taalgebruik van hoogbegaafde mensen vaak verkeerd begrepen wordt. Zo wordt hoogbegaafdheid bij kinderen vaak ten onrechte aangezien voor een van de vormen van een autistische stoornis. Het trieste hiervan is dat er hoogbegaafde kinderen ten onrechte behandeld worden (en soms medicatie moeten slikken) voor een totaal verkeerd gediagnosticeerde stoornis. Maar ook volwassenen kunnen tegen veel problemen aanlopen door hoogbegaafdheid, het herkennen hiervan en het bespreekbaar maken kan hier veel problemen voorkomen. De IQ testen die ik in mijn leven gemaakt hebben vielen ook altijd hoog uit en sinds kort weet ik dat ik zelf ook hoogbegaafd ben met waarschijnlijk ook een performaal / verbaal kloof. Veel van de kenmerken gaan zeker voor mijzelf op en veel zaken die ik op deze pagina beschrijf zijn gevonden in diverse publicaties met aanvulling vanuit eigen ervaringen. Ook de ervaringen van dochter met een (P/V kloof) spelen hierbij mee en wanneer ik terugkijk ook ervaringen met mijn oudere kinderen. Vriendelijke groet, Hein Pragt.

Op de inhoud van deze pagina rust copyright © Hein Pragt.

Kenmerken hoogbegaafdheid volwassenen

Een volwassen hoogbegaafd mens is meestal een snelle en slimme denker, die complexe zaken kan bevatten en doorzien, die vrij autonoom is, nieuwsgierig, gedreven, sensitief en emotioneel, intens levend en vaak heel creatief. Helaas blinken de meeste hoogbegaafde mensen niet uit in sociale vaardigheden. U kunt op Internet veel lijstjes vinden met kenmerken van hoogbegaafdheid en meestal voldoet geen enkele hoogbegaafde aan alle kenmerken. Dit is ook vaak het geval bij diverse psychische stoornissen (DSM) en daar gaat dan meestal op dat wanneer men een bijvoorbeeld zeven van de tien kenmerken voldoet, de diagnose positief is. Wanneer u zich kunt herkennen in een groot aantal van de hier onder beschreven kenmerken dan is de kans groot dat u ook hoogbegaafd bent. Het eerste kenmerk is toch wel een vrij hoog IQ en wanneer u dat (globaal) wilt testen kun u hiervoor de online test van Vereniging Mensa Nederland gebruiken. Deze test kunt u hier vinden.

Deze lijst bevat een aantal kenmerken voor hoogbegaafde volwassenen, dit is geen “officiële” lijst maar een lijst die door mijzelf is samengesteld vanuit een aantal lijstjes die circuleren op het Internet:

  • U heeft zich altijd al anders gevoeld;
  • U voelt zich niet zo op uw gemak wanneer een gesprek in gezelschap alleen over koetjes en kalfjes gaat;
  • U heeft een zeer sterk rechtvaardigheidsgevoel;
  • U weet soms niet goed hoe u moet beginnen omdat er zoveel mogelijkheden zijn;
  • U bedenkt vaak creatieve oplossingen;
  • U bent in staat complexe zaken te doorgronden;
  • U bent vrij perfectionistisch maar vaak alleen in dat wat uw interesse heeft;
  • U heeft humor die vaak anders is dan die van de meeste mensen;
  • U bent gek op logica;
  • U bent een analytische denker;
  • U kunt niet goed echt even luieren en niets doen;
  • U praat soms veel en snel en wilt alles in details duidelijk maken;
  • U bent steeds op zoek naar nieuwe intellectuele prikkels;
  • U past vaak niet goed in een groep;
  • U bent vrij eigenzinnig;
  • U neemt niet ‘zomaar’ iets van een ander aan;
  • U heeft vaak moeite met autoriteit, zeker als deze alleen op macht gebaseerd is;
  • De reden ‘zo doen we dat hier nu eenmaal’ is voor u een slechte reden.

Ondanks dat niet alle hoogbegaafde mensen hetzelfde zijn, zijn er wel kenmerken die veel voorkomen. Enkele van deze kenmerken zijn vanuit de aanleg aanwezig, andere zijn ontstaan door ervaringen met de omgeving en aangeleerd gedrag. Hoogbegaafde mensen denken bijvoorbeeld vaak sneller dan de gemiddelde mens en maken soms veel gedachtesprongen en springen schijnbaar van de hak op de tak. Dit kan dus ook verward worden met AD(H)D. Ook gaat hoogbegaafdheid vaak samen met hoog gevoeligheid op verschillende vlakken en ook hier is het grote gevaar van zintuiglijke overprikkeling een bekende valkuil. Ook dit kan dus snel verward worden met AD(H)D. Veel hoogbegaafde mensen zijn ook vrij kwetsbaar en als kind worden ze ook vaak gepest. Hierdoor houden ze vaak mensen (emotioneel) op een afstand. Veel hoogbegaafde mensen voelen sterke emoties maar omdat het cognitieve denken zeer sterk is blijft de emotionele ontwikkeling vaak een beetje achter. Hoogbegaafde mensen hebben vaak moeite om gevoel en verstand te verbinden. Veel hoogbegaafde mensen voelden zich als kind al vaak eenzaam omdat de omgeving hen niet als hoogbegaafd herkende.

Hoogbegaafden mensen denken vaak anders dan normaal begaafde mensen, ze denken vaak globaler en met een sterker voorstellingsvermogen en kunnen snel patronen herkennen. Hierdoor zijn ze voor gemiddeld intelligente mensen vaak niet goed te volgen. De kan ook voor problemen zorgen in het reguliere onderwijs. Hoogbegaafden mensen zijn ook vaak vrij autonoom en non-conformistisch en vertonen hierdoor vaak gedrag wat door leerkrachten snel als ‘onaangepast gedrag’ gezien wordt. Het autonome en drang naar onafhankelijkheid komt vaak voort uit het niet goed om kunnen gaan met niet-democratische autoriteit, en het niet begrepen worden. Vaak hebben hoogbegaafde mensen te hoge verwachtingen van zichzelf maar ook van anderen waardoor ze vaak teleurgesteld zullen zijn zowel in zichzelf als in anderen. Mijn eigen ervaring is dat hoogbegaafde kinderen extreem trouw en loyaal kunnen zijn en ook hevig teleurgesteld kunnen zijn wanneer dit niet altijd wederzijds is. De leerstijl van een hoogbegaafde is vaak onderzoekend en aan leren van gewone rijtjes en dingen in hun hoofd stampen hebben ze vaak een enorme hekel. Ze zijn vaak extreem goed in dingen waar ze interesse in hebben maar soms zelfs ronduit slecht in zaken waarin ze niet geïnteresseerd zijn. Wanneer hoogbegaafdheid niet wordt onderkent kunnen hoogbegaafde kinderen soms de indruk krijgen dat ze dom zijn, angst krijgen om te falen en gaan onderpresteren.

Hoogbegaafden en werk

Als hoogbegaafde loopt men vaak tegen problemen in het werk aan. Veel problemen worden veroorzaakt door de vaak minder ontwikkelde sociale vaardigheden, problemen met niet democratische autoriteit, slecht kunnen omgaan met collega’s die in de “rat race” zitten en problemen met werken in een groep. Vaak ziet men veel conflicten met management en autoriteiten vanuit het grote rechtvaardigheidsgevoel van de hoogbegaafde medewerker. Vaak is de hoogbegaafde persoon niet zo goed in het luisteren naar anderen en worden zijn of haar idee?n vaak niet goed begrepen. Vaak doorzien ze listig gedrag van hun collega’s niet goed en kunnen ze zich soms ergeren dat dingen veel te langzaam gaan. Omdat ze veel interesses hebben en zich soms ook graag willen bewijzen nemen ze vaak te veel hooi op hun vork. Vaak zijn hoogbegaafde mensen snel afgeleid waardoor ze in een dynamische omgeving slecht gaan presteren.

Hoogbegaafde mensen die zich hier niet van bewust zijn ervaren collega’s soms als onkundig en onwillig. Bij een goede benadering kan een hoogbegaafde werknemer zeer goed functioneren, innovatieve ontwikkelingen doen en zeer hoogwaardig werk afleveren maar veel is afhankelijk van de stijl van leidinggeven, de werkomgeving en collega’s. Aangezien er dus veel afhankelijkheden zijn komt het vaak voor dat hoogbegaafde mensen zich niet zo gelukkig voelen in hun werksituatie. Aangezien veel hoogbegaafden mensen geneigd zijn rationeel te redeneren zijn ze vaak verbaasd of teleurgesteld wanneer ze ontdekken dat dit niet vanzelf leidt tot een goede aansluiting op het werk. Wanneer ik dit vanuit mijzelf bekijk voel ik ook de behoefte aan een “veilige” werkomgeving waar mensen met respect en vertrouwen met elkaar omgaan. In een omgeving waar veel “politiek” heerst kan ik zelf ook niet goed functioneren en raak ik gedemotiveerd.

Eigen ervaring met hoogbegaafdheid

Wanneer ik naar mijn eigen ontwikkeling kijk was ik op de lagere school ook het buitenbeentje. Ik had geen belangstelling voor sport, vechten, stoeien en typisch jongensgedrag maar was zeer leergierig en had al jong belangstelling voor alles. Ik was heel creatief, speelde graag alleen en ik verslond boeken over hoe en wat van techniek, elektronica, de aarde, biologie. Ik wilde al vrij jong “uitvinder” worden. Op school was ik een matige leerling en achteraf begrijp ik dat ik moeite had met ondemocratische autoriteit die in mijn jeugd nog heel gewoon was en dat ik dingen moest en wilde “begrijpen” in plaats van domweg uit het hoofd leren. Dit was helemaal moeilijk wanneer het vak mij niet zo interesseerde en er zoveel andere dingen veel interessanter waren. Ik had wel vriendjes en vriendinnetjes maar hoorde er nooit echt bij en werd ook wel vaak gepest op school.

Tot de eerste klas middelbare school deed ik echt mijn best om bij de groep te horen en geaccepteerd te worden, daarna besloot ik dat ik mijzelf wilde zijn en ging ik mijn eigen gang en accepteerde ik dat ik anders was. Ik probeerde ook de logica te vinden in psychologie en menselijk gedrag en begon ook hier veel over te lezen. Mijn schoolprestaties waren middelmatig, voor vakken die ik leuk vond haalde ik negens en voor vakken die ik niet zo leuk vond een matige vijf of zes. Ik slaagde met een wiskunde, natuurkunde en scheikunde pakket en ging naar de MTS. Ondertussen vond ik in mijn muziek wel waardering en acceptatie en toen ik achttien jaar oud was, greep ik de kans om van school te gaan en beroepsmusicus te worden, met twee handen aan. Ook ging ik op mijzelf wonen en ben ik zeer vaak op mijn neus gevallen, omdat ik eigenwijs was en mijn sociale vaardigheden veel te wensen over lieten, waardoor ik niet echt aansluiting vond bij een groep. Mijn vrienden en vriendinnen waren ook vaak mensen die niet helemaal “gewoon” waren.

Pas toen ik vierentwintig was en wilde stoppen als beroepsmusicus, deed ik een zogenaamde beroepskeuze test waarbij een intelligentie test ook een onderdeel was. Toen bleek dat ik een vrij hoog intelligentieniveau had maar wel op wisselende gebieden. Het was in ieder geval genoeg om een ICT opleiding te mogen volgen (wat toen al jaren mijn hobby was) en toen mijn gemiddelde cijfers tussen de negen en de tien lagen en mijn examen cijfers allemaal boven de negen lagen begon mij toch iets te dagen. Ik was blijkbaar ergens heel goed in en sindsdien heb ik ook een boeiende innovatieve ICT carrière achter de rug die mij in ieder geval financieel altijd redelijk onafhankelijk gemaakt heeft zodat ik mijzelf ook op andere gebieden kon ontwikkelen.

Mijn belangstelling voor psychologie en menselijk gedrag is ook altijd gebleven, maar puur vanuit theorie is dat geen garantie voor succes. Later kreeg ik ook veel belangstelling voor het spirituele en door veel levenservaring, veel falen en succes en veel zelfinzicht heb ik veel geleerd over mijzelf en mensen om mij heen. Desondanks blijf ik redelijk autonoom en non-conformistisch en mijn eigen eigenwijze weg te gaan en mij desondanks wel voldoende aan te passen om sociaal geaccepteerd te worden. Ik heb mijn weg gevonden en voel mijzelf meestal een gelukkig, optimistisch, vriendelijk en sociaal persoon die vaak toch net even anders is dan de rest. Dat ik hoogbegaafd ben met waarschijnlijk ook een disharmonisch profiel is mijzelf wel duidelijk, er over praten zien veel mensen toch helaas als opscheppen en zelfverheerlijking terwijl ik het zelf als handicap heb ervaren.

Pas na de ervaringen en problemen die ik bij mijn eigen kinderen zag, realiseer ik me dat hoogbegaafdheid ook erfelijk is en ben ik zelf ook weer op zelfonderzoek uit gegaan om mijn kinderen en de situatie waarin ze zich bevinden beter te kunnen begrijpen. Ook ben ik me meer in deze materie gaan verdiepen waarbij ik ook voor mijzelf nog enkele belangrijke dingen geleerd heb die ik weer kan doorgeven aan mijn kinderen.

P/V kloof en valkuilen

Bij een IQ test worden zowel het verbale als het performale IQ vastgesteld waarbij verbaal staat voor: woorden, woordbetekenis, redeneren in taal en taalsymbool, redeneren in rekenen, en performaal: praktisch handelen, oplossen van problemen en deelproblemen, bijvoorbeeld wiskunde. Een verbaal / performaal kloof is van invloed vanaf 12 punten verschil. Een verbaal hoog performaal laag (V/P) kloof komt zeven keer vaker voor dan een performaal hoog / verbaal laag kloof (P/V). Door P/V of een V/P kloof zijn beide onderdelen dus niet goed in balans. Helaas kan het gedrag van een dergelijk kind leiden tot de (verkeerde) diagnose ADHD, Asperger of dyslexie terwijl er ‘alleen maar’ sprake is van een P/V kloof. Wanneer een kind dan ook nog medicatie krijgt voor een autistische gedragsstoornis is het extra triest.

Kinderen en volwassenen met een P/V kloof zijn vaak heel creatieve en snelle denkers en ze denken vaak in concepten en kunnen een oplossing opeens voor zich zien. Het praktisch handelen ligt bij deze kinderen dus op een nog hoger niveau dan het handelen in taal. Kinderen met een P/V kloof hebben vaak problemen in het sociaal contact, omdat deze kinderen sterk het gevoel hebben dat ze het niet lukt over te dragen wat ze precies bedoelen. Dit kan tot diepe gefrustreerdheid en boosheid leiden, maar ook tot clownesk gedrag. Veel van deze kinderen hebben baat bij een creatieve en open onderwijsomgeving, waarin de leerstof niet perse alleen in taal aangeboden wordt maar ook visuele wijze, door voordoen of wanneer er veel voorbeelden en metaforen worden gebruikt. Het kind leert beter door samenhangen te zien in plaats van uit het hoofd leren. Veel hoogbegaafde kinderen zijn ook beelddenkers, mijn dochter gaf altijd aan dat ze alles opsloeg als een plaatje en dat haar hoofd ook vol zat met plaatjes die ze op kon roepen. Ik merk zelf dat ik in mijn werk in staat ben om hele complexe systemen in een overzichtelijk plaatje samen te vatten en dat ik ook complexe computersystemen in mijn hoofd als ??n geheel kan bevatten en doorzien. Ook moet ik dingen doorzien om ze te begrijpen en kan ik slecht dingen gewoon uit mijn hoofd leren.

Maar hoogbegaafdheid met een P/V kloof kent ook de nodige andere valkuilen, omdat de gegevensverwerking heel snel gaat is er een grote kans op overprikkeling in een drukke omgeving of een drukke schoolklas. Het hoofd kan dan een beetje op hol slaan en ik moet zelf dan altijd even een rustige plek zoeken om het hoofd weer even rustig te krijgen. Dit word later in het leven wat makkelijker omdat je jezelf beter leert afsluiten. Als kind is het vaak moeilijk om datgene wat voor jouw heel eenvoudig lijkt ook duidelijk te maken aan een ander waardoor er snel frustratie kan ontstaan. Ik heb zelf pas op latere leeftijd ontdekt dat ik ook wel in staan ben om dingen in Jip en Janneke taal begrijpelijk uit te leggen, (zie deze site) maar toch maken mijn collega’s graag een grapje dat ik redelijk breedsprakig ben en dingen altijd vrij uitgebreid uitleg. Dit is mijn drang om alles perfect over te brengen en alle details duidelijk te maken. Soms is echter een kort en bondige uitleg gewenst en dan schiet ik wel eens tekort. Gelukkig heb ik daar in mijn meeste werkomgevingen veel begrip voor ervaren.

Hoogbegaafden zijn ook vaak erg creatief en kunnen dingen maken op een geheel andere wijze dan gebruikelijk is. Mijn schriften stonden vroeger altijd vol met kleine tekeningen en droedels, dan was ik namelijk in staat om het beter te onthouden. Ook tekende ik heel erg graag. Dit zelfde gedrag zie ik bij mijn dochter terug, zeker in haar schiften. Op school ziet men dit toch helaas vaak als ongewenst gedrag. Een andere valkuil is een soms extreem rechtvaardigheidsgevoel en het niet snel doorzien van gedrag van andere mensen. Mijn ervaring is dat mensen die hoogbegaafd zijn vaak in sociaal opzicht enigszins na?ef zijn. Dit kan tot problemen leiden zeker in gedrag binnen een groep of met mensen met minder goede bedoelingen. Mijn ervaring is ook dat ze negatief gedrag van anderen ook niet snel doorzien waardoor ze vaker dan andere mensen / kinderen last hebben van manipulerend gedrag en pest gedrag. Veel hoogbegaafde mensen vallen meer dan eens in dezelfde valkuilen. Soms voelen kinderen ook de behoefte om zich even terug te trekken en ook dat kan verkeerd begrepen worden. Zo werd mijn dochter wel eens voor straf op de gang gezet om daar te werken en dat vond ze fijn want dan kon ze ongestoord verder werken.

Vaak wordt het gedrag van een hoogbegaafde met of zonder P/V kloof niet goed begrepen en vinden sommige mensen hen maar raar of vreemd. Of op zijn minst is er volgens hen sprake van een gedragsstoornis. Ik heb zelf in mijn jeugd ook veel onbegrip ervaren en dit zie ik ook bij mijn kinderen weer terug. Terwijl een beetje uitleg over hoogbegaafdheid en het gedrag wat daarbij hoort voor zoveel meer begrip kan zorgen waardoor de hoogbegaafde zich veel meer veilig en geaccepteerd kan voelen. Hoogbegaafdheid is niet alleen maar heel slim zijn maar kan juist door de sociaal emotionele problemen leiden tot onderpresteren door verveling of de behoefte om toch geaccepteerd te worden.

De keerzijde van een diagnose

Voor zover ik zelf onderzocht heb zijn de meeste psychologische testen voor jonge kinderen zeer onbetrouwbaar. De meeste (verstandige) psychiaters zullen dan ook geen eenduidige conclusie trekken maar voorzichtig aangeven dat er mogelijk sprake kan zijn van een bepaalde stoornis. Helaas is dit voor de meeste mensen (ook scholen maken deze fout) voldoende om een diagnose absoluut tot waarheid te promoveren. Het kind kan gelabeld worden en er kan een protocol met financiële vergoedingen en medicatie gestart worden. Ik las ergens in een recent onderzoek dat een groot deel van de kinderen in het psychiatrische circuit zeer onterecht tot dit circuit veroordeeld zijn en dat dit vaak ook grote gevolgen heeft voor de ontwikkeling van dit kind. Ook speelt de farmaceutische industrie hier een rol, men heeft ondertussen voor elke psychische stoornis of afwijking wel een medicijn, helaas zijn de gevolgen op langere termijn niet duidelijk en steeds meer psychiaters beginnen hier hun vraagtekens bij te stellen. Er is nauwelijks onderzoek mogelijk naar de gevolgen van dit soort zware medicijnen, die vaak zelfs onder de Opiumwet vallen, op het zich nog volop ontwikkelende kinderbrein. Dit lijkt op een tijdbom waarvan we over een tiental jaren de gevolgen pas zullen zien.

Nog een groot gevaar dat ik zelf constateer is dat veel kinderen uiteindelijk gaan voldoen aan de (vaak onterechte) diagnose die ze gekregen hebben. Dit heet halo-effect in de psychologie. Mensen hebben de neiging om meerdere, nog niet geconstateerde kenmerken die ook horen bij een bepaalde psychische stoornis, ook toe te passen op iemand wanneer een paar kenmerken wel duidelijk zijn. Wanneer iemand dus bepaalde gedrag vertoont dat bij een bepaalde psychische stoornis past, dan zijn de andere eigenschappen die bij deze stoornis horen ook snel op iemand te “plakken”. Elke gedrag is namelijk op zeer verschillende wijze te interpreteren en kan vaak net zo geïnterpreteerd worden als men zelf wil. Een voorlopige diagnose kan de vooringenomenheid bij een conclusie erg versterken waardoor het een soort “zelf vervullende profetie” gaat worden. Wanneer men kinderen aangeeft wat er zogenaamd mis is met ze en ook zo met ze omgaat, zullen ze zich hier ook naar gaan gedragen waardoor uiteindelijk het kind zal gaan voldoen aan zijn diagnose. Dit is helaas de omgekeerde wereld en in mijn ogen een groot gevaar van het op jonge leeftijd psychisch labelen van kinderen.

Wanneer we hier nog een toevoegen dat veel scholen financieel gebaat zijn bij kinderen met een psychische stoornis in het autistische spectrum, dan is de belangenverstrengeling wel duidelijk zichtbaar. Nederland is wereldwijd het land met de meeste kinderen met autistische stoornissen ter WERELD en dan hebben we het over gemiddeld vijf keer zoveel. Volgens mijn visie zijn veel van deze kinderen onterecht “veroordeeld” tot psychiatrische hulpverlening en medicatie. Dit toont in mijn ogen het belang aan van goed kijken naar alle mogelijkheden en voor zowel ouders als scholen met een open en onbevooroordeelde blik te blijven kijken naar “het belang van het kind!”.

Meer pagina’s over denkwerk

Denkwerk

hersenen en denken Een deel van deze website gaat over onze hersenen en over denken. Al vanaf jonge leeftijd had ik belangstelling voor de hersenen en hoe meer ik er over leerde hoe meer bewondering ik kraag voor dit fantastische orgaan. Ons bewustzijn, onze persoonlijkheid, onze gevoelens en al onze gedragingen ontstaan in onze hersenen. De laatste jaren heb ik een groot aantal boeken gelezen over onze hersenen, maar ook boeken over spirituele verlichting en vrije wil, autisme, hoogbegaafdheid en eigenlijk alles wat met onze hersenen, denken, bewustzijn, onderbewustzijn, ons zenuwstelsel te maken heeft. De werking van onze hersenen is te bekijken vanuit fysiek elektrochemische processen, maar ook vanuit de psychologie, vanuit de evolutie, vanuit andere “bedrading” zoals autisme, vanuit verschillen tussen mannen en vrouwen, het is een fascinerend geheel. En uiteindelijk past alles weer op een of andere wijze in en bij elkaar. Mijn belangstelling voor onze hersenen en hoe deze zouden werken kwam mede omdat ik de mensen om mij heen niet altijd begreep en dat wilde ik doorgronden. Als eerste bekeek ik de hersenen als black box, dus wat er ingaat en wat er uitgaat. Al snel kwam ik er achter dat logica hier ver te zoeken was. Ik begon mij te verdiepen in sociale psychologie en heb uiteindelijk hier ook een schriftelijke cursus in gedaan. Ik probeerde de mensen en hun handelen te verklaren maar nog steeds vanuit de visie van psychologie. Daarna begon ik, na het lezen van het boek “Denken of denken” van Edward de Bono, meer na te denken over de structuren in onze hersenen en de wijze waarop we denken. Ik ontdekte ook dat ik vaak lateraal dacht en dit was de eerste aanzet naar meer boeken over ons brein. Ik begon ook steeds meer na te denken hoe mijn eigen brein werkte. Ik heb de laatste tien jaar een groot aantal boeken gelezen zoals de boeken van Dick Swaab, maar ook over non dualisme en spirituele verlichting. Ik las veel boeken die allemaal een andere invalshoek hadden op hoe onze hersenen werken en ik probeerde dit allemaal samen te brengen. Vanuit deze belangstelling is deze sectie op mijn site ontstaan. Met vriendelijke groet, Hein Pragt.

Op de inhoud van deze pagina rust copyright © Hein Pragt.

Onze menselijke hersenen.

hersenen en denken Mede door de populaire boeken van bekende hersendeskundigen zoals Erik Scherder en Dick Swaab is het onderwerp “de menselijke hersenen” en alles wat daar in plaatsvindt veel toegankelijker geworden. En dat is niet onterecht, onze hersenen zijn ongetwijfeld de belangrijkste organen van ons menselijk lichaam. Naast het aansturen van alle processen in ons lichaam die er voor zorgen dat we kunnen leven bevat het ook ons bewustzijn, persoonlijkheid, gevoelens en al onze gedragingen en zijn onze hersenen letterlijk bedoeld om te kunnen overleven. Onze hersenen worden als we geboren worden niet kant en klaar afgeleverd zoals bij veel lagere diersoorten. De mens heeft na zijn geboorte een set basisvaardigheden (aanleg) maar moet daarna nog veel vaardigheden (ervaring) leren. Hiervoor is in onze hersenen dan ook enorm veel capaciteit beschikbaar. Een heel groot verschil tussen een computer geheugen en het menselijk geheugen is dat de computer alles exacte opslaat en de menselijke hersenen nogal last hebben van verstoringen en ruis. Het is zelfs zo dat menselijke hersenen compleet foute denkpatronen ontwikkelen en voor zichzelf en hun omgeving zelfs schadelijk gedrag kunnen vertonen. Onze hersenen zijn bij lange na niet perfect maar door onderzoek leren we steeds meer over onze hersenen en de processen die zich hier in afspelen. Ik vind dit persoonlijk en erg boeiend onderwerp.

Denken als Albert Einstein.

Albert Einstein was ongetwijfeld een van de grootste denkers van de afgelopen eeuw. Hij werd geboren op 14 maart 1879 in Ulm, Duitsland. Toen hij vijf jaar oud was kreeg hij zijn eerste kompas en op dat moment begon voor Einstein de zoektocht naar wetenschappelijke verklaringen. Hij liet zijn gedachten graag de vrije loop gaan en hij bedacht zijn briljante theorieën door uit het raam te staren met zijn voeten op het bureau. In 1905 loste Einstein het eeuwenlange mysterie van tijd en ruimt op met zijn relativiteitstheorie. Het toenmalig natuurkundig onderzoek zette hij met deze formule op zijn kop. De relativiteitstheorie van Einstein legde de basis voor de kernfysica. Dit deed hij niet als oude en wijze professor, maar een jonge medewerker van het Zwitserse Octrooibureau die natuurkunde er een beetje bij deed. Wat was het geheim van deze grote denker?

Einstein gaf zelf aan dat de kracht van denken zijn verbeelding was, dit loopt ook als rode draad door zijn biografie. Einstein kwam zelden in een laboratorium om te experimenteren, het enige wat hij gebruikte waren zijn hersens en een blaadje papier. De experimenten die Einstein deed waren gedachte experimenten waarbij hij een enorme verbeeldingskracht gebruikte. Volgens Einstein zelf was het belangrijkste dat hij nog als een kind naar de wereld kon kijken. Hij zei zelf: “Ik ben niet superslim, maar ik ben gewoon extreem nieuwsgierig.” Daarnaast durfde hij vastgeroeste denkbeelden ter discussie te stellen en nieuwe vragen te stellen.

Einstein omschreef het zogenaamde ‘gezond verstand’ als de verzameling vooroordelen die men op zijn achttiende jaar heeft opgedaan. Hij vond kennis dan ook niet zo belangrijk maar hamerde hij op het belang van fantasie. Tijdens zijn leven maakte Einstein zich grote zorgen over het afbrokkelen van de creativiteit. Hij vond dat mensen zich snel lieten hinderen door te veel kennis. Hierdoor ontstond volgens Einstein denkluiheid waarbij mensen niet meer buiten kaders durven te denken. Ook zag Einstein kunst, zoals muziek, toneel en tekenen, als een goede methode om creativiteit te trainen. Zelf vond hij vioolspelen een ontspannen manier om met andere regels en grenzen om te gaan. Einstein zei zelf: “Als ik geen natuurkundige was geworden, dan zou ik waarschijnlijk musicus geworden zijn.”

Het verschijnsel déjà vu

Veel mensen kennen het verschijnsel, men maakt iets mee of men ziet iets voor het eerste en toch heeft men de indruk dat men het al eerder heeft gezien of meegemaakt. Dit verschijnsel heet een déjà vu wat Frans is voor ‘eerder gezien’. Strikt genomen is een déjà vu in de wetenschap een onechte herinnering maar men is de term ook breder gaan gebruiken voor alles waarvan met het idee heeft dat men het eerder meegemaakt heeft of gezien heeft, terwijl men zich tegelijkertijd beseft dat dit onmogelijk is. Maar hoe werkt dit mechanisme van déjà vu dan in onze hersenen? Aangezien we nog lang niet alle processen in onze hersenen kunnen meten en verklaren bestaan er diverse aannemelijke verklaringen voor het fenomeen déjà vu. Een van de verklaringen is dat er een soort kortsluiting of foute routering in de hersenen plaatsvindt. Normaal zal een beeld eerst tijdelijke opgeslagen worden waarna men zich er bewust van zal worden en daarna zal het beeld samen met de bijbehorende emotie, geluiden, geur en andere context opgeslagen worden in een ander deel van de hersenen.

Bij deze ‘kortsluiting’ zal het beeld al opgeslagen zijn voordat men zich er bewust van is en wanneer men zich er bewust van wordt zal er al een (valse) ‘herinnering’ zijn. Een andere verklaring is dat onze hersenen bij alle waarneming een signaal afgeven van ‘vertrouwd’ of ‘al bekend’. Dit deel zit in de diepste basis van onze hersenen en de verklaring voor een déjà vu zou kunnen zijn dat er spontaan een verkeerd signaal wordt afgegeven waardoor men ten onrechte de indruk heeft dat men iets al eerder gezien heeft. Nog een verklaring is dat een droom een herinnering heeft gemaakt die later in de echte wereld een vals signaal van herkenning kan veroorzaken. Er zijn dus meerdere verklaringen voor het fenomeen déjà vu, maar allemaal hebben ze te maken met een ‘foutje’ in onze hersenen. Er bestaan ook spirituele en bovennatuurlijke verklaringen voor het fenomeen déjà vu, net als alles wat de mens niet logisch kan verklaren, maar aangezien deze pagina over onze hersenen gaat laat ik deze hier even buiten beschouwing.

Boeken over dit onderwerp

Meer pagina’s over denkwerk

Introvert

introvert Ik wist altijd al dat ik meer introvert dan extravert was maar sinds het lezen van een aantal goede boeken over introverte mensen ben ik meer en meer tot de overtuiging gekomen dat ik een zeer introvert persoon ben die geleerd heeft om zich soms wat extravert te gedragen om maar geaccepteerd te worden. Maar het extraverte deel is aangeleerd en afgekeken en komt niet vanuit de echte persoonlijkheid en kost derhalve ook erg veel energie. Omdat in de moderne wereld introverte mensen nog net niet als mensen met een persoonlijkheidsstoornis gezien worden is de trend wel om introverte kinderen zo snel mogelijk extravert te “maken” omdat ze het anders niet zouden redden in deze wereld. Dat introverte mensen ook hun kwaliteiten hebben en zelfs nodig zijn is iets waar men tegenwoordig behoorlijk aan voorbijgaat. Ik heb jarenlang gehoord dat ik me niet genoeg profileerde op mijn werk maar dat ik zeer waardevol werk deed. Men is inmiddels gestopt mij te veranderen, ik ben wie ik ben en ik kan goed overleven in een extraverte werkomgeving, maar het kost me wel veel energie. Introversie is binnen de psychologie een wetenschappelijk geaccepteerde pool van het menselijke persoonlijkheidsspectrum, waarbij aan de ene kant introversie staat en aan de andere kant extraversie. Introversie is dus geen persoonlijkheidsstoornis (hoewel het bijna zo gedefinieerd werd binnen DSM) maar een onderdeel van de persoonlijkheid. In Nederland gaat men er van uit dat ongeveer 30 procent van de bevolking introvert is, dat is een behoorlijk minderheid. Op dit deel van deze website wil ik een lans breken voor alle introverte mensen en alles wat ik er over geleerd heb en mijn ervaringen delen. Vriendelijk groet, Hein Pragt.

Op de inhoud van deze pagina rust copyright © Hein Pragt.

Kort introvert testje

Eenvoudig (niet officieel) introvert testje, beantwoorde de volgende stellingen met ja of nee:

  • de meeste mensen vinden mij over het algemeen vriendelijk;
  • Ik heb liever één op één gesprekken dan groepsactiviteiten;
  • Ik druk mijzelf meestal liever schriftelijk uit;
  • Ik vind het regelmatig prettig om alleen te zijn;
  • Ik lijk minder te geven om status, geld en bekendheid dan mijn leeftijdgenoten;
  • Mensen zeggen regelmatig dat ik goed kan luisteren;
  • Ik neem niet graag grote risico’s;
  • Ik hou van werk met een beetje inhoud waar ik zonder teveel onderbrekingen aan kan werken;
  • Ik vier mijn verjaardag liever men een paar goede vrienden dan een groot gezelschap;
  • Ik hou niet zo van kletsen maar meer van diepgaande gesprekken;
  • ik praat niet graag over mijn werk als het nog niet af is;
  • ik kan niet goed tegen ruzie of conflicten;
  • Ik functioneer het beste wanneer ik zelfstandig kan werken;
  • Ik denk meestal eerst na voor ik iets zeg;
  • Ik voel me vaak op als ik gezellig uit ben geweest met een groep;
  • ik heb liever een weekend helemaal niets dan een volgepland weekend;
  • ik hou er niet van om met meerdere dingen tegelijk bezig te zijn;
  • ik kan me meestal goed concentreren als ik me er op toeleg;
  • ik volg liever een mondelinge les dan een werkgroep;

Hoe meer stellingen u met ja heeft beantwoord, hoe introverter u waarschijnlijk bent, wanneer u meer nee antwoorden gaf bent u waarschijnlijk meer extravert.

Het ontstaan van de termen introvert en extravert

Csrl Jung Even een stukje geschiedenis over het ontstaat van de termen introvert en extravert. Het begon allemaal in 1921 bij de Zwitserse psychiater Carl Gustav Jung die de termen ‘introviert’ en ‘extraviert’ introduceerde in zijn boek Psychologische Typen, waarin hij de basistypen van de menselijke persoonlijkheid beschreef. Hij ging er van uit dat er vier psychologische functies waren: denken en voelen (rationele functies) en gewaarwording en intuïtie (irrationele functies). Daarnaast zag hij nog twee levenshoudingen: introversie en extraversie. Door de verschillende levenshoudingen en functies te combineren kwam hij tot acht typen van persoonlijkheden:

  • Het extraverte denktype;
  • Het introverte denktype;
  • Het extraverte gevoelstype;
  • Het introverte gevoelstype;
  • Het extraverte gewaarwordingstype;
  • Het introverte gewaarwordingstype;
  • Het extraverte intuïtieve type;
  • Het introverte intuïtieve type;

Iemand die introvert is legt volgens Carl Jung meer focus op de innerlijke belevingswereld, terwijl bij een extraverte levenshouding de focus meer ligt op de buitenwereld. Het denktype doet dingen meer op basis van het verstand, terwijl het gevoelstype meer dingen doet op basis van het hart. Het gewaarwordingstype laat zich meer leiden door zintuiglijke prikkels van buitenaf, terwijl het intuïtieve type zich meer laat leiden door gevoelens van binnenuit. Wanneer we dit lijstje bekijken kunnen we de verschillende typen zien als tegenpolen maar kunnen zowel introversie als extraversie gedragingen tegelijkertijd voorkomen bij een mens. Desondanks was er volgens Carl Jung wel één dominante persoonlijkheidsvorm. Men kon dus een introverte persoonlijkheid hebben maar daarbinnen ook extraverte eigenschappen hebben en andersom. Daarnaast gaf hij aan dat er ook nog een tussenvorm bestond, de ambivert. Zo werd lang geleden al een basis gelegd dat daarna binnen de gedragspsychologie steeds meer uitgewerkt werd.

Verschil tussen introvert en extravert

Wat is introvert en extravert dan eigenlijk, in tegenstelling tot wat men vaak denkt heeft introversie niets te maken met een gebrek aan sociale vaardigheden, het heeft te maken met een andere focus.

Iemand die extravert is richt zich meer op de buitenwereld en de mensen en dingen die daar gebeuren en baseert daar ook zijn of haar beslissingen op. Iemand die extravert is vindt ook dat hij of zij een duidelijk invloed heeft op de wereld om hen heen. Extraverte mensen staan het liefst in het middelpunt van de belangstelling, zijn meer naar buiten gericht, praten terwijl ze denken, zoeken prikkels juist vaak op, gaan graag om in groepen, praten graag, zijn reactief, profileren zich graag, omarmen veranderingen, zijn snel afgeleid en meestal snelle beslisser.

Iemand die introvert is richt zich meer op zijn of haar binnenwereld en de invloed van de buitenwereld op deze binnenwereld. Iemand die introvert is beschouwd de wereld om hem of haar heen en kijkt wat dit in hem of haar losmaakt en welke innerlijke reacties dit losmaakt. Bij introverte mensen komen de beslissingen meestal van binnenuit, vanuit de eigen belevingen en ervaringen en introverte mensen lijken meer te kijken naar welke invloed de wereld op hen heeft. Introverte mensen zijn meestal rustig, meer naar binnen gericht, denken eerst na voor ze praten, zijn vaak prikkelgevoelig, houden meer van één op één contact, luisteren graag, zijn reflectief, zijn meestal meer bescheiden, gaan wel mee maar vinden veranderingen niet echt leuk, kunnen zich goed concentreren en zijn meestal bedachtzaam.

Er zijn ook natuurlijk ook mensen die geen uitgesproken voorkeur hebben, deze mensen noemen we ambivert en deze zitten vrij stabiel en evenwichtig tussen beide typen in. Daarnaast zijn mensen meestal niet uitgesproken introvert of uitgesproken extravert, het is een glijdende schaal en soms kunnen mensen zelfs in één opzicht introvert gedrag vertonen en in een ander opzicht weer extravert gedrag vertonen. Maar meestal is één pool wel dominant, dit alles is gelukkig vrij normaal.

Extravert is wel de norm

Er van uitgaande dat c.a. 30 procent van de bevolking introvert is, kunnen we wel stellen dat extravert de norm is. Het feit dat extraverte mensen meestal meer opvallen dan introverte mensen versterkt dit beeld ook nog eens. Toch was Nederland begin van de vorige eeuw niet zo extreem extravert, wij waren een redelijk behoudend, serieus volk van normen en waarden. In de jaren zestig van de vorige eeuw vond men dat Nederlanders wel wat assertiever mochten worden en als ik nu om mij heen kijk vind ik soms dat we behoorlijk doorgeschoten zijn naar onbeschofte horken. Tel uit je winst, wanneer iedereen doet of zegt waar hij zin in heeft, wordt de samenleving er meestal niet prettiger op. Feit is dat we momenteel in een vrij extraverte tijd leven waarin men sterk naar buiten gericht is, het internet en sociale media dragen daar ook hun steentje aan bij. Als introvert zou ik zelf dan ook liever iets meer beheerst extravert gedrag zien. Al was het alleen maar omdat de wereld ook baat heeft bij wat meer rustige, beschouwende en bedachtzame mensen als tegenwicht voor de meer opdringerige mensen die snel resultaat willen zien. Wat mij opvalt binnen veel organisaties is dat extraverte mensen inderdaad vaker omhoogklimmen binnen een organisatie dan introverte mensen omdat ze zich meer en beter profileren. Toch zie ik daar ook het Peterprincipe toeslaan, ze blijven vaak in de middengroep steken, in de top van de meeste organisaties zitten toch meestal de wat meer behoudende introverte leiders.

Intraverte mensen en succes

Een bekend vooroordeel is dat introverte mensen meestal niet erg succesvol zijn, toch is dit niet helemaal waar. Een bekend voorbeeld van een zeer succesvol introvert persoon is Barack Obama, die het tot president van de Verenigde Staten schopte. Hij is zeer charmant en sociaal zeer vaardig, maar ook van de bedachtzame communicatie, hij schijnt een kleine vriendenkring te hebben en is vrij rustig en stabiel en vrij recht door zee zonder teveel politiek spelletjes. Als introvert wist hij toch met veel kennis van zaken en goede carri?re op te bouwen. Maar ook David Bowie was een echte introvert wat men door zijn vrij extravagante, creatieve, vernieuwende en kleurrijke leven niet zo snel zou denken. Hij verstopte zichzelf in het begin achter alter ego’s omdat optreden in vermomming makkelijker was. Het is een misverstand dat introverte mensen liever op de achtergrond blijven, ze kunnen best omgaan met aandacht en optreden in het openbaar maar het kost ze alleen veel meer energie dan extraverte mensen. Zo kunnen we ook Lady Gaga, Ed Sheeran , Tom Hanks, Julia Roberts, Bill Gates, Mark Zuckerberg, Angela Merkel, Vincent van Gogh, Mahatma Gandhi, Albert Einstein, Marilyn Monroe, Beyonc?, David Letterman, Bob Dylan, Steven Spielberg, Johnny Depp, Leonardo di Caprio en Angelina Jolie in het rijtje succesvolle introverten toevoegen. Toch wel iets om even over na te denken wanneer je denkt dat je als introvert toch de mindere bent.

Introvert versus extravert en hersenen

hersenen Of men een introvert of meer extravert mens zal worden is al in de baarmoeder bepaald, introversie of extraversie zijn dus aangeboren persoonlijkheidsvormen. De hersenen van introverte en extraverte mensen zijn volgens de wetenschap echt anders. Behalve dat de bedrading van de hersenen anders is, is er ook een verschil in de chemische processen in de hersenen. Binnen onze hersenen hebben we twee stofjes die dopamine en acetylcholine heten en die een grote invloed hebben op ons gedrag. Dopamine geeft ons onmiddellijk een intens lekker gevoel van geluk als we snel handelen, risico’s nemen en op zoek zijn naar nieuwe dingen. Acetylcholine beloont ons ook maar op een andere wijze, het maakt ons ontspannen en tevreden.

Een verklaring (gelezen in een artikel van Dr. Marti Olsen Laney) voor introversie versus extraversie zou zijn dat extraverte mensen minder gevoelig zijn voor dopamine en ze er dus meer van nodig om zich gelukkig te voelen. Hoe meer ze praten, bewegen en sociaal bezig zijn, hoe meer ze de aangename effecten van dopamine voelen. Introverte mensen kunnen door teveel dopamine juist over gestimuleerd worden, waardoor ze zich niet prettig voelen. Wanneer introverte mensen bijvoorbeeld lezen of zich ergens op concentreren zullen hun hersenen acetylcholine afgeven, wat hen een ontspannen en tevreden gevoel geeft. Extraverte mensen zijn ook minder gevoelig voor acetylcholine waardoor bij hen de effecten minimaal zullen zijn. Dit verklaart waarom extraverte mensen op zoek kunnen gaan naar nieuwe en opwindende situaties en ook naar sociale mogelijkheden, terwijl introverte mensen liever thuis blijven met een goed boek of met slechts één andere persoon omgaan.

Een ander verschil tussen introverte en extraverte mensen heeft te maken met het zenuwstelsel. Binnenkomende signalen en prikkels volgend een aantal routes in onze hersenen waarbij ze ook verschillende reacties tot gevolg hebben. Volgens onze oerprincipes kunnen er verschillende reacties ontstaan zoals bevriezen, vechten, schrikken en vluchten. Om te zorgen dat we niet instinctief overreageren op elke prikkel zit er in onze hersenen ook een soort rem ingebouwd die onze reacties afremmen en zelfs beteugelen. Wanneer we schrikken kunnen onze hersenen heel snel bepalen dat deze reactie niet relevant is en de reactie stoppen. Dit is maar goed ook anders zouden we in het verkeer elke keer als we een prikkel ontvangen boven op de rem kunnen gaan staan. Onze hersenen filteren de echt gevaarlijke situaties van de niet gevaarlijke situaties en onderdrukken dan de reactie.

Wanneer informatie van de buitenwereld het brein van een extraverte persoon binnenkomt, legt het vaak een kortere weg af en zal er een snelle response zijn. Bij introverte mensen is het pas vaak langer en passeert het ook een hersengebied dat wordt geassocieerd met empathie, zelfreflectie en emotionele betekenis. Dit is tevens ook het gebied van de hersenen dat fouten opmerkt. Hierdoor zullen de reacties van introverte mensen vaak trager verlopen en minder vaak intens of groot zijn. Ook lijkt het zo te zijn dat introverte mensen grotere, dikkere grijze materie hadden in hun prefrontale cortex. Dit is het gebied van de hersenen dat geassocieerd wordt met abstract denken en besluitvorming. Extraverte mensen hebben in dit gebied een dunnere grijze massa. Dit zou verklaren waarom introverte mensen meer abstracter denken, terwijl extraverte mensen meer de neiging hebben om in het moment te leven.

Mijn eigen ervaring als introvert

balans Wanneer ik naar mijzelf kijk ben ik introvert en licht (hoogfunctionerend) autistisch en deze twee overlappen elkaar soms een beetje. Soms zeggen mensen dan: “maar jij hebt meer dan dertig jaar op het podium gestaan als musicus en je uit jezelf via deze site wat best wel een beetje extravert lijkt”. Als musicus was ik de eerste jaren heel onzeker en zenuwachtig, maar ik keek naar de meeste muzikanten die wel extravert waren en kopieerde hun gedrag. Mijn gedrag op het podium was dus een aangeleerd kunstje dat ik uiteindelijk redelijk goed beheerste. Maar ik had extraverte collega’s nodig om een succesvolle band te hebben, ik liftte als het ware mee. Ook had ik op het podium mijn toetsen als veilige grens tussen mij en het publiek staan. Wat betreft mijn website gaat hetzelfde op, ik heb een brede kennis en deel dit graag, maar niet in een groep of rechtstreeks voor een groot publiek. Deze website is een buffer tussen mij en de lezers, er is een veilige afstand.

Soms vraag ik me wel af of iets in mijn karakter vanuit introversie of licht autisme voortkomt, soms kan het ook beide zijn. Maar het feit dat ik complete plaatjes van heel complexe grote zaken in mijn hoofd kan maken en begrijpen, is wel typisch iets dat vanuit autisme voortkomt. Ik heb veel aan coping gedrag gedaan om zo toch te leren omgaan met mensen om mij heen. Ik keek gedrag af van mensen die in mijn ogen succesvoller waren en probeerde er van te leren. Veel van mijn sociale gedrag is dan ook aangeleerd gedrag en daar is op zich niet mis mee als het resultaat hetzelfde is. Bij veel mensen komt het vanuit aangeboren empathie en bij mij is het meer aangeleerd. Ik heb geleerd wat andere mensen prettig vinden en probeer zo toch verbondenheid te vinden. Ik heb geleerd om iets meer voor mijzelf op te komen en gebruik te maken van een brede algemene kennis en op sommige gebieden iets meer kennis dan gemiddeld om mijzelf staande te houden.

Maar ik heb ook geleerd mijzelf niet te verloochenen door net te doen alsof ik ook extravert ben, ik kan soms extravert gedrag toneelspelen omdat ik dat geleerd heb, maar het kost me veel energie. Ik heb veel geleerd vanuit psychologie en sociale vaardigheden zoals “omdenken” en probeer dit met mate toe te passen om sociaal geaccepteerd te worden en mijn werk goed te kunnen doen. Ik heb, dankzij brede algemene kennis en wat specialistische kennis, een goede baan. Toch waarschuw ik collega’s om mij niet uit te nodigen voor politieke vergaderingen of (op een goede wijze) manipulatie om dingen voor elkaar te krijgen, omdat mijn eerlijkheid hen wel eens kan tegenwerken. De meeste collega’s kennen me ondertussen en maken goed gebruik van al mijn vaardigheden en houden rekening met mijn introverte handicap in een overwegend extraverte omgeving. Ik werk het liefst alleen of in een kleine groep, men weet dat ik teamuitjes en dergelijke probeer te ontwijken en vinden dit ondertussen best grappig. Soms proberen ze me te overtuigen om toch mee te gaan en dat gaat dan wel goed, maar het kost mij super veel energie.

Ik vind één op één gesprekken fijner dan groepsactiviteiten, ik druk mezelf vaak liever schriftelijk uit, ik vind het regelmatig prettig om alleen te zijn, ik geef minder om rijkdom en status dan mijn leeftijdgenoten, ik praat graag diepgaand over onderwerpen die ik belangrijk vind, ik krijg vaak te horen dat ik goed kan luisteren, ik neem niet vaak grote risico’s, ik heb maar een paar echte vrienden en vriendinnen, ik kan slecht tegen ruzie en conflicten, ik functioneer het best wanneer ik zelfstandig kan werken, ik denk meestal eerst na voor ik iets zeg, een avond op de bank met een boek vind ik fijner dan een druk feestje, ik leer liever in individuele vorm of hoorcolleges dan in groepsverband. Hiermee score ik vrij hoog in een introvert test.

Ik lees over veel onderwerpen waaronder introvert zijn en mijn laatste boek was “ik moet nog even kijken of ik kan” wat ik zelf een heerlijk boek vond. Ik leer nog steeds veel over mijzelf en dat vult het plaatje van hoe dingen soms verlopen zijn in mijn leven goed in. Ook ik heb in functioneringsgesprekken wel te horen gekregen dat ik minder service gericht moest zijn en mijzelf meer moest profileren, ik heb veel geleerd maar het blijft aangeleerd gedrag dat mij veel energie kost. Ik heb lang geleden geleerd om mijzelf te accepteren zoals ik ben en een balans te vinden tussen wat de maatschappij van mij verwacht en wat ik zelf wil in dit leven. Ik ben een redelijk slimme, licht autistische introvert die heel veel geleerd heeft in dit leven. Amen.

Boeken over dit onderwerp

Meer pagina’s over denkwerk