Overleven

overleven

De laatste tijd lees ik steeds vaker in het nieuws dat één van de artiesten of mensen die een belangrijke rol hebben gespeeld in de tijd van mijn leven, overleden zijn. Op zich is dat niet raar maar bij het overlijden van bijvoorbeeld een artiest die je bewonderd hebt, is er ineens ook een tijdperk echt voorbij. Het is alsof het overlijden van deze artiest ook een stukje uit mijn leven weghaalt. Iets van, nu is een tijdperk echt voorbij.

Maar ook in mijn omgeving vallen steeds meer mensen weg, afgelopen jaar nog een paar collega’s en mijn vriend en buurman. Wanneer ik het goed bekijk zijn best veel mensen die ik echte vrienden heb genoemd al overleden. Al deze mensen heb ik als het ware overleefd. Ook bij deze mensen heb ik vaak het gevoel dat ook een tijdperk in mijn leven definitief is afgesloten. Niet dat ik er dagelijks om treur, maar op dat moment is het gevoel er even.

Ik weet nog goed, toen ik zeventien was leken mensen van boven de veertig voor mij allemaal erg oud en ik kon mijzelf niet voorstellen dat ik ooit zo oud als hen zou zijn. Toen ik eenmaal veertig was voelde ik me nog een jonge god, ik was voor mijn gevoel nog in de beste jaren van mijn leven. Ook toen ik zestig werd voelde ik me nog jong, maar het lijf begon al iets meer tegen te stribbelen. Nu kan ik me niet voorstellen dat ik ooit boven de zeventig zal zijn. Het leven schuift gewoon op en ik blijf me gelukkig altijd jong van geest voelen en ik verzorg mijzelf goed en zie er ook vele jaren jonger uit.

Na mijn vijftigste begon het gevoel van overleven bij het overlijden van oude vrienden, kennissen en collega’s. Steeds meer werd ik me er van bewust dat ik blij moest zijn met een goede gezondheid maar dat het leven ook vergankelijk is. Mijn buurman was altijd erg zuinig op zijn spullen en verzorgde het goed, na zijn overlijden werd bijna alles door een kringloopbedrijf in een vrachtwagen “gesmeten” en dat bevestigde voor mij nog eens dat ik mijn spullen voor mijzelf heb en dat ik niet moet nadenken over wat er mee gaat gebeuren na mijn dood. Ik ben ook zo tegen al mijn spullen aan gaan kijken, zo van, hoe belangrijk is het eigenlijk. Ik ga mij voor mijn dood er geen zorgen om maken en na mijn dood ben ik me nergens meer van bewust en doet men maar wat men wil, ik heb er geen last meer van.

Dit realiseren dat het leven vergankelijk is maar ook al je aardse bezittingen en je nalatenschap voor je zelf niet meer uitmaakt, maakt het leven wel makkelijker. Na mij de zondvloed, natuurlijk ga ik niemand met schulden achterlaten, maar wat men met de rest van mijn nalatenschap doet, daar zal ik geen zorgen of last van hebben na mijn dood. Alles wat ik NU dat doe ik omdat het NU goed voelt, alles wat ik bezit dat is omdat ik er NU plezier van heb, dat leven in het NU is, en voelt prima. Het is een soort van gelaten geruststelling dat veel van wat we op deze aarde zo belangrijk vinden soms best relatief is. Steve Jobs (de oprichter van Apple computers) is nu de rijkste man op het kerkhof, hij zal er zelf niets meer van merken. De les hier is dat je moet (be)leven wanneer je nog leeft.  Pluk de dag, leef in het NU.

Tot schrijfs, Hein Pragt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *