De laatste week was ik ziek, erg ziek, ik had een virus infectie en meerdere nachten koorts tot over de veertig graden, wat redelijk eng is, want bij 41,7 is het afgelopen. Ik sliep dus amper, had de hele dag rond 37 á 38 graden koorts wat in de avond nog meer opliep. Toen het ziek zijn begon, bood een goede vriendin aan om me te vertroetelen en te verzorgen maar ik sloeg dit af omdat ik altijd alleen wil zijn wanneer ik ziek ben. Ik kan er niet tegen wanneer iemand mij wil verzorgen of vertroetelen wanneer ik ziek ben, ik kan er niet tegen om afhankelijk te zijn, ik kan er op dat moment ook zelfs niet tegen om aangeraakt te worden. Het fijnst voel ik me veilig alleen onder de dekens in mijn bed in een stille, donkere kamer. Raar?
Ik ben nu zestig jaar oud en kan ook vrij goed bij mijn gevoelens komen en ik heb genoeg tijd gehad om hier over na te denken. Waarom zit ik zo in elkaar, waarom ben ik bang voor iets dat de meeste mannen alleen maar verwelkomen: verzorgd, vertroeteld en betutteld worden. Waarom ervaar ik daar zo’n weerstand? Dit heeft met mijn demonen te maken. Demonen noem ik sterke gevoelens en emoties die vanuit traumatische ervaringen zijn ontstaan en die sterke gevoelens en emoties kunnen oproepen wanneer ze “getriggerd” worden. Ik heb ze ook wel eens “emotionele duiveltjes” genoemd in één van de onderwerp pagina’s op mijn site. Na zestig jaar in dit leven ken ik mijn demonen heel goed.
Mijn hele leven heb ik meerdere keren per jaar een dag lang migraine, waarbij ik tot zo’n 16 jaar geleden geen medicatie had en dus een dag echt ziek was, misselijk, overgeven, helse pijn, geen licht en geluid kunnen verdragen enz. Als kind kan ik herinneren dat mijn moeder dan naast me kwam zitten en haar koele hand op mijn warme voorhoofd legde en me zachtjes geruststelde. Als kind vond ik dit heerlijk en het verzachte ook mijn pijn. Echter vanaf mijn achttiende woonde ik jarenlang alleen en moest ik in mijn ééntje de migraine dagen door zien te komen. Mijn huwelijk blonk niet uit in wederkerigheid (eufemisme) en ook in al die jaren heb ik alleen in een donkere kamer met helse pijn moeten doorbrengen. Wanneer iemand anders ziek was dan was ik juist de zorgzame persoon, dit gebrek aan wederkerigheid heeft zo zijn demon gecreëerd.
Ik leerde door alle jaren dat wanneer ik ziek was, ik “on my own” was, tot op het punt dat wanneer iemand mij wel aandacht gaf, het zo onnatuurlijk voelde, dat het niet fijn was. Dit is geen levensbedreigend trauma, het is hoogstens erg vervelend voor iemand die nu wel wederkerig wil zijn. Mijn vriendin snapt mijn demon en met de bevestiging dat ik weet dat ik het aanbod oprecht is, sluit ik mij toch alleen op. Mensen die vervelende of traumatische ervaringen hebben gekend in hun jeugd, zoeken later vaak een partner waarbij ze in dezelfde vervelende of traumatische situatie terechtkomen. De verklaring hiervoor is dat deze vervelende of traumatische situatie “vertrouwd” is.
Voor mij voelt het vertrouwd dat wanneer ik ziek ben ik alleen ben en het zelf in mijn eentje oplos, zonder iemand ermee lastig te vallen. Wanneer een vriendin dit begrijpt, kan ze me los laten, wetende dat ik mij in mijn (oer) hol terugtrek en weer terugkom wanneer ik opgeknapt ben. Wanneer het echt mis dreigt te gaan zal ik wel roepen vanuit mijn hol. Wanneer ik terug ben uit mijn hol dan ben ik ook weer heel goed in staat om zelf wel te verzorgen en te koesteren, dat is nooit verdwenen. Deze demon gaat waarschijnlijk (hopelijk over vele jaren) met mijn het graf in. Het is wel fijn wanneer mensen je demonen een beetje begrijpen en respecteren. En dat je zelf je demonen kent en ze laat zijn wat ze zijn, oude, soms wat lastige demonen, die op een of andere wijze “vertrouwd” geworden zijn.
Tot schrijfs, Hein Pragt