Voor mijn eenentwintigste levensjaar was ik niet echt monogaam, ik was musicus en had meerdere vriendinnen door heel Nederland en in Duitsland. Een vriendin was vaak gekoppeld aan een plaats waar we regelmatig optraden en elke vriendin wist ook dat het niet eeuwig was en dat er ook andere vriendinnen waren en ik wist dat wanneer ze een vriendje kregen, het voor mij voorbij was. Ik had er geen problemen mee en ook de jonge vrouwen niet, die zagen een muzikant vaak als leuk alternatief en de vrijblijvendheid was wederzijds. Ik was altijd eerlijk en ik heb geen spijt van deze periode en heb er zelfs op latere leeftijd nog leuke kennissen en vriendinnen aan overhouden.
Toen ik een paar jaar later ging trouwen had ik het idee dat dit voor altijd zou zijn en dat er nooit meer een andere liefde op mijn pad zou komen, dit was mijn oprechte naïeve idee. Ondanks vele verleidingen (ik was nog steeds musicus) ben ik altijd trouw gebleven, eerlijkheid en vertrouwen is wel een ding voor mij. Toen ik na veertien jaar mijn huwelijk los kon laten en ging scheiden vond ik zeer snel weer een innige liefde die helaas een rebound was en maar een half jaar duurde maar die wel weer een openbaring was. Ik was toen ondertussen veertig en relaties dienden zich met korte tussenpozen gewoon aan en ik was telkens monogaam en trouw. Om eerlijk te zijn heb ik van bijna geen enkele liefde spijt, soms liepen ze niet ze fijn af, maar uiteindelijk kan ik altijd na een tijd aan de leuke dingen terugdenken en ben ik niet voor niets verliefd geworden op iemand. Ik heb, op een enkeling na, met geen enkele ex partner een probleem, de liefde is wederzijds over maar er is vrede, dat is ook belangrijk voor mij.
Het naïeve idee van één liefde voor het leven zou ik erg mooi gevonden hebben, maar het zat er helaas niet in. Seriële monogamie is het geworden, met een redelijke aantal liefdespartners voor kortere of langere tijd, die ook na het verbreken nooit tot problemen geleid hebben. Dit is ook mijn karakter, ik geloof en doe mijn best voor harmonie in alle opzichten. Ik heb in alle relaties ook veel geleerd, over de ander maar vooral over mijzelf. Ik heb geleerd om voor mijzelf op te komen, ondanks mijn toch zorgzame karakter en ik heb vooral geleerd wat ik niet meer wil. Ik loop niet weg voor problemen maar wil nu een relatie zonder “moeilijk doen” en rare eisen en wensen. Een relatie waar je wederzijds blij bent met elkaar met de leuke en soms ook de minder leuke dingen. Ik wil samen genieten en saamhorigheid, zonder claimen en eisen en zonder dat je continue moet “werken aan je relatie”. Een relatie met wederzijdse lichamelijk aantrekkingskracht en intimiteit. Een relatie met iemand die, net als ik, niet-materiële zaken, mensen en relaties en genieten van kleine dingen belangrijker vindt dan carrière, status, luxe en geld. Tel daarbij een gezonde levenswijze zoals niet roken en tenger of slank bij, dan is de spoeling vrij dun aan het worden op mijn leeftijd.
Maar ik heb ook de instelling dat ik heel gelukkig ben zonder liefdespartner (hoewel met nog leuker is) en dat ik zeker niet voor een compromis ga, ook niet van de andere kant. Ik hoorde ooit iemand zeggen dat ze me heel leuk vond maar dat ze niet wist of ze verliefd op me kon worden. Daar begin ik niet eens aan, verliefdheid en lichamelijke aantrekkingskracht is er vanaf het begin of niet. Ik ga niet voor verliefdheid die moet groeien vanuit vriendschap, ik ben ook niet meer van het voorzichtig aftasten, nee, dat deed je ook niet toen je twintig was, je was op slag verliefd of niet. Ik wil een liefdespartner waarbij we vanaf het eerst moment dat we elkaar zien voelen dat het goed zit en waarbij er onmiddellijk een wederzijds verlangen is. En als dit er niet is kan er altijd een goede vriendschap ontstaan, maar voor een langdurige liefdespartner heb ik de lat dus hoger liggen.
En terwijl ik dit schrijf ben ik wel op zoek naar een nieuwe liefdespartner en merk ik de laatste jaren dat het op mijn leeftijd iets moeilijker is dan twintig jaar geleden. Maar één van de onderdelen van geluk is: “iets hebben om op te hopen” en ik heb volgens de Chinese definitie van geluk alle elementen. En ik heb geleerd dat het leven komt zoals het komt en gaat zoals het gaat, zoals mijn inmiddels overleden moeder altijd tegen me zei! Carpe Diem.
Tot schrijfs, Hein Pragt