Er is een bekende uitspraak: “Pas op met grootspraak, er kan iemand bijzitten die u als kind gekend heeft”. Maar deze uitspraak gaat nog wel iets verder. Ik zal eerste een verhaal vertellen om het duidelijk te maken. Een redelijk aantal jaren geleden werd ik verbaal aangevallen door een man die mij even duidelijk wilde maken dat ik een onbetrouwbare vent was omdat ik mijn eerste vrouw nogal vaak bedrogen zou hebben. Dit is een van de leugens die rondging tijdens mijn scheiding en ik maakt hem kort duidelijk dat dit absoluut niet waar was. Toch bleef hij dit bewerend en uiteindelijk ben ik met een glimlach weggelopen en heb hem de overwinning gegund. Ik ging niet in de tegenaanval omdat ik me realiseerde dat ik deze man een paar jaar daarvoor in een dronken bui had horen smeken aan zijn vrouw om, na een jaar, weer eens intiem met hem te zijn, waarbij hij te horen kreeg dat hij dit wel op zijn buik kon schrijven. Ik realiseerde me dat hij met zijn stoere gedrag en grote mond de eigen pijn in zijn hart zat te overschreeuwen.
Sindsdien ga ik (bijna) nooit meer in de tegenaanval, ik glimlach en laat het zijn wat het is. Ik realiseer me dat er best wel de nodige mensen zijn die met een grote mond en stoer gedrag de pijn in hun hart proberen te overschreeuwen. Deze mensen hebben hun eigen demonen en wie ben ik om die kennis te misbruiken of ze terug te kwetsen. Ik gun ze een kleine overwinning en bedenk me dat ik een overwinning op mijzelf heb gedaan. Ook ik heb mijn demonen maar ik heb ze zo klein gemaakt als mogelijk door ze aan te kijken en ze te laten uitblussen. Ik ervaar geen enkel plezier in het kwetsen van een ander want dan voer ik ook weer mijn eigen demonen.
Een van de eerste dingen die ik leerde in in sociale psychologie was dat tegenover elk extreem gedrag vaak het tegenovergestelde als probleem zit. Zo zijn veel mensen met een grote geldingsdrang vaak ook de mensen die een sterk minderwaardigheidsgevoel hebben. Ik realiseer me steeds meer dat ik mild moet zijn tegen mensen die soms erg vervelend gedrag vertonen omdat winnen en verliezen heel relatief is. Wanneer ik het van me af kan laten glijden en los kan laten, mogen zij van mij een kortstondig gevoel van overwinning hebben. Ze hebben het misschien nodig om hun eigen demonen te overschreeuwen.
Een belangrijke factor voor geluk is een schoon geweten en ik zal nooit het wijze advies van een echte Haagse collega van mij vergeten: “Hein, ze kenne beter over je fiets lullen dan over je lul fietsen”. En zo zie je maar weer dat levenswijsheid overal te vinden is.
Tot schrijfs, Hein Pragt