In 2011 was woonde ik weer ruim anderhalf jaar alleen na mijn tweede echtscheiding. Ik had mijn leven net weer een beetje op orde, was nog bezig om het co-ouderschap zo goed als mogelijk in te vullen. Ik had al jaren een website “alleenwonen,nl” en schreef ook het nodige over echtscheidingen, kinderen, opnieuw beginnen en andere dingen waar alleenstaanden en gescheiden mensen tegenaan lopen. Mede naar aanleiding van de website werd mij gevraagd of men mij mocht interviewen over het alleen wonen. We spraken af bij mij thuis hier in Veenendaal en de journalist en een fotograaf kwamen op een middag langs. Het was een leuk en luchtig interview en de volledige tekst van het krantenartikel zoals het in het AD in 2011 heeft gestaan, heb ik op deze pagina gezet als een soort van herinnering. Vriendelijke groet, Hein Pragt.
We wonen alleen en vinden dat best!
(c) AD 2011 naar aanleiding van een interview met Hein Pragt
1.8 Miljoen Nederlanders kiezen voor zelfstandig leven.
Woont u alleen en bent u niet ongelukkig? Dan is dat helemaal niet gek, laat staan zielig. Want al woont u dan alleen, u bent niet alleen: 1,8 miljoen Nederlanders hebben, net als u, een huis voor zichzelf, En dat is liefst 400.000 meer dan 15 jaar geleden. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft het geteld: het aantal alleenwonenden stijgt gestaag, “Maar eenzaam of zielig zijn ze niet,” zegt Jan Latten van het CBS. “Want een kwart van die groep heeft wél een relatie. Ik wil maar zeggen: die reisorganisaties die al die mensen folders sturen met reisjes voor vrijgezellen, slaan de plank voor een deel mis”. We wachten veel langer met samenwonen en we gaan net zo makkelijk weer uit elkaar als de passie verdwenen is. Latten: “Bijna de helft van de mensen tussen 18 en 25 jaar heeft een relatie, maar ze zijn er veel minder zeker van of dat nou je van het is. Dus blijven ze apart wonen. Jongeren hebben nu ook een heel leven te leiden voordat ze gaan samenwonen: eerst studeren, aan de carrière werken, een wereldreis maken, er is zo veel te doen.”
Opmerkelijk is dat de stijging van het aantal alleenwonenden het grootst is is in de groep 40 tot 65 jaar. We scheiden makkelijk, al is dat nog niet eens zo verrassend; vrouwen verdienen vaak hun eigen geld, dus financieel kan het. En wie uit elkaar gaat, boeit in veel gevallen ook niet meer zo te vrezen voor de toorn van de familie. “Scheiden kan en mag,” zegt Latten. Maar dat juist die groep zich daarna niet meer laat strikken voor liefde onder één dak, valt wel op. “Minder dan een op de vijf mensen uit de alleenwonende groep 40-65 heeft een vaste relatie” zegt Latten. “Ze hebben het allemaal al meegemaakt: {-verliefd} worden, samenwonen, gezin stichten. De drang is weg. Ze vinden het wel best zo.”
Hein Pragt (52) uit Veenendaal is er zo een, De plussen van het samenwonen wegen niet meer op tegen de minnen, na twee gestrande huwelijken waaruit vijf {-kinderen} voortkwamen. “Na mijn eerste huwelijk wilde ik zo snel mogelijk een nieuwe relatie,” vertelt Pragt. “Dan merk je al dat het niet meevalt iemand te vinden, die bij jouw levensstijl past, jouw manier van opvoeden, daar liepen ook best een paar relaties hard op stuk.” Toch stapte Pragt nóg een keer in het huwelijksbootje, kreeg er nog een dochter bij, maar 2,5 jaar geleden liep ook dat stuk. Nu, met twee ex-vrouwen, vijf kinderen (van wie er één fulltime en één parttime bij hem woont) en een 32-urige baan in de ICT, heeft hij het druk zat. “Gezelligheid is er genoeg: ik kan met mijn zoon naar een concert, ik heb nog ex-stiefdochters met wie ik wel eens een terrasje pak. Ik ben nu in zo’n fase dat de voordelen van een vaste relatie niet opwegen tegen de nadelen. Stel je voor dat ik de schaarse vrije tijd die ik heb, moet delen met iemand. Ik ben nu blij als ik zondag met een boek op de bank kan neerploffen met niks dan stilte om me heen”. Al acht jaar geleden startte Pragt de site alleenwonen.nl. Uit de reacties door de jaren heen, durft hij wel een conclusie te trekken. “De mensen zijn niet individualistischer, maar zelfstandiger. Als ik naar mijn leven kijk nu, moet iemand wel heel precies in het plaatje passen, voordat ik weer begin aan de rompslomp van samenwonen.”