Pesten en buitensluiten
Op de inhoud van deze pagina rust copyright © Hein Pragt.
Wijze les over pestenEen onderwijzeres in New York onderwees haar klas over de gevolgen van pesten door hen de volgende opdracht te geven. Ze gaf alle kinderen in de klas een stuk papier en zei hen het te verfomfaaien, het te verkreukelen, er een prop van te maken, het op de grond te gooien en er op te stampen. Kortom er echt een puinhoop van te maken, maar het niet te verscheuren. De kinderen vonden dat wel een leuke opdracht en deden hun best het blad zo veel mogelijk te verkreukelen. Toen kregen ze de opdracht om het papier voorzichtig weer open te vouwen, zodat het niet scheurde en het weer glad te strijken. Ze liet hen zien hoe vol kreukels en vuil het papier was geworden. Toen zei ze de klas dat ze het papier moesten zeggen dat het hen speet dat ze het zo verkreukeld hadden. Maar hoe vaak ze ook zeiden dat het hen speet en hoe ze hun best ook deden om de kreukels weer uit het papier te halen, het lukte hen niet om het blad in de vorige gladde staat terug te krijgen. Ze wees haar leerlingen op alle kreukels die ze achterlieten en dat die kreukels nooit meer zullen verdwijnen, hoe hard ze ook probeerden ze te repareren. Dat is wat er gebeurt als een kind een ander kind pest, je kan zeggen dat het je spijt, je kan proberen het weer goed te maken, maar de littekens zijn er en die blijven. Mensen van 80 kunnen nu nog navertellen hoe ze op de lagere school gepest werden, de kreukels gingen er niet meer uit. Pesten op schoolEr is een subtiele lijn tussen plagen en pesten, Iemand eens van de fiets afduwen, een pen verstoppen of een briefje op de rug plakken kan plagen zijn, maar wanneer het elke dag gebeurd kan het ook pesten zijn. Een verschil is vaak dat bij plagen de kinderen aan elkaar gewaagd zijn, de ene keer doet de een iets, de volgende keer is het de ander. In een dergelijk geval is het een spelletje, elkaar een beetje plagen en uitdagen is een van manieren waarop kinderen met conflicten leren omgaan. Bij pesten gaat het vaak om een iets zwakker kind (lichamelijk of geestelijk) een iets te aardig kind, een kind dat vrij beschermd opgevoed is, een kind dat hoogbegaafd is of een (lichte) autistische stoornis heeft, dat vaak door één of meerdere pestkoppen gepest wordt. Daarnaast zijn er vaak ook de nodige meelopers die uit angst om zelf gepest te worden ook meedoen. Sommige kinderen hebben meer kans om gepest te worden dan andere kinderen. Soms is dat om iets in hun uiterlijk zoals bijvoorbeeld rood haar maar vaak komt het ook door hun gedrag, hun gevoelens en de manier waarop ze zich uiten. Veel kinderen die worden gepest hebben moeite om zichzelf te verdedigen, ze voelen zich machteloos tegenover de pestkoppen. Een kind vroeg ooit eens aan de jongen die hem op de lagere school verschrikkelijk gepest had, waarom hij dat gedaan had. De jongen dacht even na en zei: "ik weet het eigenlijk niet, volgens mij huilde je zo leuk!". Het kind dat gepest wordt schaamt zich hier ook nog vaak voor en begrijpt het meestal zelf ook niet. Soms zegt het kind er thuis ook niets over omdat het pestprobleem onoplosbaar lijkt te zijn of omdat het bang is dat het probleem juist groter zal worden. Kinderen kunnen ook bang zijn dat de ouders contact op gaan nemen met de ouders van de pestkop of met school en wanneer de leraar in de klas ter sprake brengt kunnen andere kinderen denken dat er geklikt is. Toch is het wel belangrijk om kinderen duidelijk te leren dat wanneer het gepest wordt het wel belangrijk is om dit toch tegen je ouders te zeggen, hun kun je altijd vertrouwen en over een oplossingen kun je ook samen praten. Wanneer er niets aan gedaan zal worden kan het vele jaren duren en komt er waarschijnlijk geen verbetering en zal het waarschijnlijk richting puberteit et alleen maar erger worden. Soms is een weerbaarheid cursus (lichamelijk en geestelijk) een goed idee, niemand hoeft te weten dat het kind daar heengaat en het kind kan leren hoe het beter om kan gaan met deze pestkoppen. Maar het is ook belangrijk dat de school er iets aan doet, het is dus altijd belangrijk om je niet de laten pesten zonder er iets van tegen de ouders of leraar te zeggen. Pesten gaat helaas bijna nooit vanzelf over! Ouders en pestenIk heb zelf veel geleerd over en door kinderen die gepest worden en hierbij ook een deel al mijn eigen aandeel teruggekregen. Als ouder kun je het kind ook te over beschermd opvoeden en minder weerbaar maken door te het kind niet zelfstandig genoeg te maken. Dit gebeurd uit volle liefde maar is niet altijd het beste voor het kind. Wanneer een kind gepest wordt is dit vaak niet alleen een zaak van het kind alleen maar moeten ouders ook kijken wat hun "aandeel" is in dit probleem en hoe zij dingen anders aan kunnen pakken. De grootste fout die men kan maken is het probleem geheel buiten de deur te leggen. Ook de school kan het probleem niet alleen aan, het is dus niet zo dat de verantwoording alleen naar de school afgewenteld kan worden. De aanpak zal altijd gezamenlijk moeten zijn. Veel ouders denken dat ze het probleem op kunnen lossen door contact op te nemen met de ouders van de pesters, dit kan soms werken maar helaas vangt men vaak bot omdat deze ouders het probleem niet zo ervaren omdat hun kind in hun ogen niets fout doet en veel ouders ook bang zijn dat hun eigen kind aan de andere kant (gepeste kind) terecht zal komen. Kortom veel ouder zijn allang blij dat het niet hun kind is dat gepest wordt. Ook ouders van meelopers vinden het vaak minder erg dat hun kind meeloopt met de pesters dan dat het risico gaat lopen om zelf gepest te gaan worden. In veel gevallen is het dus toch: eigen kind eerst. Soms krijg je als ouder van een gepest kind zelfs te horen dat het de schuld van het kind (of de ouders) is en dat het kind het zelf uitlokt, maar eens normaal moet leren doen of dat het gepeste kind maar in therapie of aan de medicatie moet. Soms kan het voor de ouders net zo'n gevecht tegen de bierkaai worden als voor het gepeste kind en soms kan het gezamenlijk hulp zoeken een goede oplossing zijn. In sommige gevallen wil een gesprek met ouders wel helpen. Jaren geleden werd ik door een pubermeisje benaderd met de vraag of iets mogelijk was op Internet. Ik vond het een beetje een rare vraag en na doorvragen bleek een jongen twee meisjes al langer lastig te vallen en te chanteren om hun borsten op de webcam te tonen. Ik vroeg het meisje of ze de jongen kenden en of ze zijn naam en woonplaats wisten en dat konden we wel achterhalen waarna ik het telefoonnummer van zijn ouders ook snel gevonden had. Ik belde op en kreeg de vader aan de lijn en vroeg of hij de vader van deze jongen was. Hij bevestigde dit en ik vroeg of hij wist wat zijn zoon op dit moment aan het doen was, hij zei dat zijn zoon boven op zijn kamer aan het studeren was. Ik vertelde hem toen wat zijn zoon op dat moment echt aan het doen was en gaf ook aan dat dit eigenlijk een zaak voor de Politie was maar dat ik het liever aan de ouders overliet. Hij bedankte mij en verontschuldigde zich voor het gedrag van zijn zoon en dat hij onmiddellijk in ging grijpen. Aan zijn boze stem kon ik afleiden dat hij het meende en de meisjes gaven later aan dat de jongen hen nooit meer lastig gevallen heeft. Dit is een vorm van cyberpesten die door de moderne techniek schijnbaar op afstand en soms zelf redelijk anoniem gebeurt momenteel. Ook de mobile telefoon met ingebouwde camera in combinatie met Internet leent zich zeer goed voor het cyberpesten. Daders voelen zich vaak ook redelijk onaantastbaar omdat het op afstand kan gebeuren en vooral pubers zien soms nog niet de gevolgen van dit soort acties die zeer ingrijpend kunnen zijn voor slachtoffers. Het is ook aan scholen om hier voorlichting over te geven en duidelijk te maken dat het strafbaar is en wat de gevolgen kunnen zijn voor zowel dader als slachtoffer. Voor ouders is het vaak moeilijk om controle te houden over het online gedrag van hun puber, nu bijna elke puber overal via de mobiele telefoon het Internet op kan en vele pubers ook een computer of laptop op de eigen slaapkamer hebben die vrij op het Internet is aangesloten. Controleren is vaak niet mogelijk, er over praten met uw puber wel. Verschillende rollen bij pestenBij het pesten heb ik door de jaren heen allerlei rollen ontdekt, de actieve pester, het kind dat gepest of buitengesloten wordt, maar ook meelopers, bange kinderen en kinderen die manipuleren en sturen. De pester is vaak het kind dat actief deelneemt aan het pesten, die gemene dingen zegt, uitlokt of doet. Vaak geniet de pester van de reactie die het teweeg brengt, stijgt de pester in de rangorde (wat ook behoed dat de pester zelf slachtoffer kan worden) laat het de pester vaak schijnbaar koud wat voor ellende en verdriet hij of zij aanricht of vinden ze het "het verdiende loon" van het gepeste kind. De meeloper is vaak een kind dat bang is om zelf gepest te worden of een kind dat graag hoger in de rangorde wil staan en populair wil zijn, die meedoet met de pester. De meeloper zal vaak niet uit eigen initiatief gaan pesten maar mee gaan doen met de pester. Soms is het zelfs zo dat de meeloper aardig doet tegen het gepeste kind tot de pester er weer bij is en dan slaat de rol compleet om. Dit is vaak een hele teleurstelling voor het gepeste kind dat er meestal niet meer van begrijpt Soms is het zelf een kind dat zich voordoet als een vriend of vriendin maar wanneer de pester toeslaat uit angst om zelf gepest of buitengesloten te worden, zich ook tegen het gepeste kind keert. Ik heb vaker moeten horen, "hij / zij was toch mijn vriendin, waarom doet ze / hij dat dat nou?". Kinderen die gepest of buitengesloten worden zoek telkens weer een houvast in een vriendje of vriendinnetje en het is soms triest om te zien hoe ze telkens weer teleurgesteld worden. Naast de actieve pesters heb je ook nog kinderen die manipuleren, roddelen, leugens doorvertellen en kinderen tegen elkaar opzetten waarbij ze zelf altijd buiten schot blijven of de rol van goede bemiddelaar kunnen spelen of hun positie binnen de groep veiligstellen. Voor die positie in de groep en het kapen van vriendjes en vriendinnetjes doen sommige kinderen zeer gemene en doortrapte dingen ten koste van een ander kind waarbij ze zelf vaak proberen de onschuld zelf te lijken. Ze weten al heel jong dat een gemeenschappelijke vijand mensen aan elkaar kan binden en gebruiken dit ook al op vaak zeer jonge leeftijd. Ook de meelopers krijgen ze vaak vrij eenvoudig mee. Het schijnbaar totale missen van empathische gevoelens verbaast mij telkens weer, maar ik heb wel gezien dat veel van deze kinderen uiteindelijk niet erg hoog stijgen op de sociale ladder. Blijkbaar werkt dit nog redelijk goed in de kindertijd maar is het geen goede sociale vaardigheid om veel verder te komen in het leven. Dan is er vaak nog de groep kwetsbare kinderen die net nog niet gepest worden maar die ook alles voorkomen om op te vallen voor de pesters. Wanneer een gepest kind buitengesloten wordt, bijvoorbeeld bij een schoolreisje durft niemand naast het gepeste kind te gaan zitten uit angst om zelf ook gepest te worden. Door deze angst sluiten ze ook onbewust het gepeste kind buiten en het gepeste kind kan door het buitengesloten voelen zich nog eenzamer en alleen gaan voelen. Vaak willen deze kinderen buiten zicht van de populaire kinderen en de pesters nog wel empathie tonen voor het gepeste kind maar dit is weer voorbij als de groep weer op gaat spelen. In sociaal opzicht is mijn ervaring dat pesten een complexe aangelegenheid is met veel vaak complexe rollen. Het is ook voor een buitenstaander vaak moeilijk te zien hoe deze rollen zich verhouden. Mijn eigen verhaalIk heb jarenlang gezwegen over het gepest worden in mijn jeugd, ook ik schaamde me er best wel voor. Ik vond dat niemand dit hoefde te weten en dat ik het achter me gelaten had. Pas toen ik zelf weer kinderen kreeg werd ik weer geconfronteerd met mijn eigen jeugd, maar ook toen heb ik het grotendeels voor mijzelf gehouden. Als kind was is ook een beetje bijzonder, ik was vrij slim, ik wilde uitvinder worden en was te aardig en liet mij gemakkelijk op de kop zitten. Ik wilde eigenlijk door iedereen aardig gevonden worden en was vrij naïef in mijn gedrag. Achteraf denk ik dat ik ook hoogbegaafd met eventueel een disharmonisch profiel was, maar in die tijd werd daar niet zoveel aandacht aan gegeven. Ik was als kind niet fysiek sterk en niet sportief, ik hield absoluut niet van geweld en vechten en ik was ook niet echt weerbaar. Ook was is een dromer met veel fantasie en hield ik heel veel van dieren. Mijn vader had een eigen werkplaats en winkel op het dorp en we hadden een enorme tuin waar ik naar hartlust kon spelen en bouwen. Mijn buurjongen was zoon van de wethouder, een man met veel invloed in het dorp en zijn zoon was in dat opzicht ook redelijk gewend te zijn zin te krijgen, de baas te spelen en overal mee weg te komen. Als buurjongens speelden we vaak samen waarbij hij toch vaak de baas was maar toch mijn vriend wilde zijn, maar wanneer we in een groep waren werd ik door hem vaak gepest, getreiterd of buitengesloten. Als kind begreep ik dat niet dat hij soms ineens deed alsof hij mijn beste vriend was en me daarna weer liet vallen als een baksteen. Op school werden mij de knikkers afgepakt, mijn spullen vernield, werd ik geslagen, mocht ik meestal niet meedoen, werd ik bij regen gejonast en in een plas gegooid enz. De paar jongens waar ik wel bevriend mee was hielden zich op de achtergrond, waarschijnlijk om zelf niet het risico te lopen. Dit gepest worden is mijn hele lagere schooltijd doorgegaan, ik kan me nog een moment herinneren dat ik een jongen wat knikkers leende omdat hij alles verspeeld had. Omdat ik dit als kans zag om toch geaccepteerd te worden leende ik hem al mijn knikkers en hij won het spel. Toen ik bij het gaan van de schoolbel mijn knikkers terug vroeg lachte hij een keer, zei dacht het niet en sloeg me in mijn gezicht waardoor ik achterover met mijn hoofd tegen een boom viel en een lange tijd met een hersenschudding op bed heb moeten liggen. Ook onder deze omstandigheden werd er niets aan het gepest gedaan want op het dorp heersten zo hun eigen regels en ik stond niet zo hoog in de pikorde. Nog een incident was dat mijn buurjongen, die wel erg vaak gemene streken uithaalde, een kat mishandeld en vermoord had. Toen dit uitkwam zei hij doodleuk dat ik dat gedaan had en aangezien zijn vader zeer invloedrijk was werd dit niet betwist en werd ik maandenlang als dierenbeul uitgescholden en neergezet ondanks mijn wanhopige ontkenning iets met dit te maken te hebben. In deze tijd heb ik het dorp echt gehaat. Ik kan me ook nog herinneren dat ik ooit een keer tegenstribbelde en het gevecht aanging met een van de pesters, ik verloor het gevecht maar in mijn woede had ik ook hem enige schade toegebracht. Die middag stond een boze vader samen met deze jongen in de winkel van mijn vader, met een kapotte jas. Ik was volgens de jongen en de vader schuld aan alles en mijn vader dwong mij om mijn excuus aan te bieden aan deze jongen. Later op straat werd ik er door deze jongen nog om uitgelachen en het enige excuus van mijn vader was dat dit wel een heel belangrijke klant voor hem was. Zelden heb ik me meer verraden gevoeld en dit ondermijnde mijn positie nog meer omdat de pesters wisten dat ze nu overal mee wegkwamen. Ik speelde best wel vaak alleen maar omdat bij ons achter de tuin ruimte was voor ondergrondse hutten en omdat ik handig was met brommertjes mocht ik soms meedoen met de rest van mijn leeftijdgenootjes. Maar uiteindelijk liet iedereen me weer vallen als het hun uitkwam, dit heeft me wel getekend als kind. Ik begreep het allemaal niet, waarom deden mensen zo gemeen, (dit klopte zeker niet met wat de kerk leerde) en zo ging ik over alles nadenken en zat ik altijd in de boeken. Zo rond mijn tiende ging ik op de sport Judo en daar moest ik trainen met ook een aantal van de pestkoppen, maar de judo leraar hield het goed in de hand en sportief. Zo lukt het mij om toch de groene band te halen maar ik verloor vaak oefenwedstrijdjes op het fysiek sterker zijn van andere jongens. Soms won ik wel eens op techniek maar dat werd me niet in dank afgenomen. Ik moest gewoon verliezen en de keer dat ik de sterkste jongen van de groep op de grond kreeg met een mooie worp en ik hem alleen maar snel in een verwurging kreeg in plaats van een houdgreep, had hij moeten aftikken en zich moeten overgeven. Hij was zo boos dat ik gewonnen had dat hij het vertikte om af te tikken en dus even knock out ging. Ik had de partij eerlijk gewonnen maar werd hiervoor na de training even buiten de sportzaal naderhand ongenadig in elkaar geslagen. Dit was het moment dat ik ook van judo af gegaan ben. Het dorp had zo zijn eigen regels, de wet van de sterkste, wie klant was van wie en wie er invloed had. Na de lagere school wilde ik absoluut weg van mijn pesters en aangezien bijna alle jongens uit mijn klas naar de LTS gingen en bijna alle meisjes naar de huishoudschool, zorgde ik er voor dat ik bij de paar kinderen zat die naar de Mavo/Havo gingen. Hier kon ik opnieuw beginnen en ik bleef een beetje een vreemde eend maar ik vond in de puberteit mijn eigen identiteit en was een beetje een halve hippie geworden met haar tot over de schouder en altijd een blauwe spijkerbroek, zwart T-shirt en spijkerjasje. Ook begon ik muziek te maken en ging ik een beetje in een band te spelen, waardoor ik toch wat respect, waardering en geld kreeg. Omdat ik ook buiten het dorp kwam en leerde ik steeds meer over mijn jeugd en wat er allemaal mis was gegaan en leerde ik ook steeds meer over hoe mensen in elkaar zaten en hoe het op sociaal niveau werkte. Ik begon mij ook steeds meer toe te leggen op mijn muziek, kreeg ook vrienden buiten het dorp en wilde ook zo snel mogelijk uit het dorp "ontsnappen" aan mijn jeugd en alles achter mij laten. Toen ik als achttienjarig de kans had om beroepsmusicus te worden en op kamers te gaan wonen in Emmen greep ik deze kans dan ook met beide handen aan en ben ik ook vele jaren niet terug geweest op het dorp. Mijn jeugd heeft me wel gevormd, ik ben trots op wie ik ben, ik ben trots op het feit dat ik niet ben zoals de gemiddelde doorsnee, dat ik mijn eigenwijze eigen weg volg en dat ik mooie dingen bereikt heb waar ik met trots en plezier op terug kan kijken. Ik ben er sterker uitgekomen, ik heb mijzelf sinds mijn puberteit verdiept in sociale psychologie, filosofie, spiritualiteit, techniek en verder alles wat mij maar interesseerde en heb ondanks mijn jeugd mijn eigen plekje gevonden in deze wereld en vooral geleerd om ook voor mijzelf op te komen. Ik denk dat mijn muziek de grootste oorzaak en redding is geweest waardoor ik aan mijn jeugd heb kunnen ontsnappen en ik mijn eigenwaarde heb kunnen ontdekken. Terwijl ik dit schreef kwamen er nog honderd andere incidenten uit mijn jeugd in mijn hoofd voorbij, die ik veilig weggestopt heb en waar ik de laatste 40 jaar ook niet meer aan gedacht heb. Ik heb er geen last meer van, alleen wanneer ik een geschiedenis zie herhalen in een van mijn kinderen komt er nog wel eens wat naar boven. Wanneer ik nu door mijn geboortedorp loop heb ik niet meer dat rotgevoel, ik ben er bovenuit gestegen. Ik heb in mijn jeugd ook wel leuke dingen meegemaakt, mooie dingen, lieve dingen, bijzondere dingen en al deze herinneringen komen ook naar boven wanneer ik rondloop in het dorp. Sommige dingen lijken nog steeds hetzelfde te zijn, maar ik voel geen enkele behoefte om de confrontatie aan te gaan. Toen ik het dorp verliet heb ik dit achter mij gelaten en dat is uiteindelijk best goed gelukt. Soms is op een andere plek opnieuw beginnen een goede oplossing en een goede kans op een nieuwe start en een schone lei. Last update: 22-05-2021
Disclaimer: Hoewel de heer Pragt de informatie beschikbaar op deze site met grote zorg samenstelt, sluit hij alle aansprakelijkheid
uit. Op de artikelen van de heer Pragt rust auteursrecht, overname van
tekst en afbeeldingen is uitsluitend toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming.
Heinpragt.com is ingeschreven bij de KvK onder nummer: 73839426 en is gevestigd in Veenendaal.
Lees hier de privacyverklaring van deze site. Voor informatie
over adverteren op deze site kunt u contact opnemen met: (heinpragt@outlook.com).
|